Longembolie

Wat is een longembolie?

Bij een longembolie raakt een bloedvat in de longen verstopt door één of meerdere bloedklontertjes, waardoor de longen minder goed kunnen functioneren. U wordt kortademig en kan nog maar amper inspanningen doen.

De bloedklontertjes kunnen afkomstig zijn van de bloedvaten in de ledematen of de buik, en vervolgens meegesleurd worden met de bloedstroom dat via het hart de longen bereikt.

Wat zijn de oorzaken?

De bloedklonter is het gevolg van een trombose. Een trombose kan onder andere ontstaan door langdurig stilliggen of stilzitten, bijvoorbeeld na een operatie, tijdens een lange vliegtuigreis of als iemand een hele tijd in het gips moet. Maar meestal is er geen duidelijke oorzaak. In de longen kan de aangevoerde bloedprop vast komen te zitten in een bloedvat, waardoor de bloeddoorstroming van het hart naar de longen wordt belemmerd.

Wat zijn de symptomen van een longembolie?

Mogelijke klachten

De belemmerde toevoer van bloed naar de longen kan leiden tot de volgende symptomen:

  • Kortademigheid (inspanningen zijn moeilijk)
  • Hoesten, in zeldzame gevallen met het ophoesten van bloed
  • Pijn in de borstkas
     

Hoe verloopt de behandeling van een longembolie?

Een longembolie wordt altijd met spoed behandeld. Het Pulmonary Embolism Response Team (PERT) van het UZA verenigt specialisten uit verschillende disciplines voor een optimale behandeling van patiënten met longembolieën. De medische afdelingen spoed, longziekten, anesthesie, intensieve zorgen, cardiothoracale chirurgie, interventiecardiologie en interventieradiologie bundelen hun expertise om bij elke patiënt individueel een grondige risico-inschatting te doen en zo ook de best mogelijke behandeling voor te stellen.

Diagnose en risico-inschatting

Bij een vermoeden van een longembolie wordt een CT-scan gemaakt. Als deze een longembolie bevestigt, volgt een echografie van het hart om de belasting op het hart na te gaan.

Het Pulmonary Embolism Response Team (PERT) schat op basis daarvan de ernst en uw risicoprofiel in, om zo de best mogelijke behandeling op te starten. Bij deze risico-inschatting spelen onder andere uw bloeddruk, hartfrequentie, specifieke bloedwaarden en de belasting op uw hart een belangrijke rol.

Behandelmogelijkheden

Afhankelijk van uw risicoprofiel, zijn er verschillende behandelopties:

  • Bij patiënten die in kritieke toestand in het UZA aankomen, wordt de bloedklonter chirurgisch uit de longslagaders verwijderd.
     
  • Patiënten met een hoog risico profiel (lage bloeddruk en lage zuurstofsaturatie) krijgen systemische bloedverdunners.
     
  • Patiënten met een intermediate high risk krijgen heparine als bloedverdunner (via een infuus). Het voordeel is dat dit type bloedverdunner minder bijwerkingen heeft dan systemische bloedverdunners. We kunnen ook aanvullend een percutane pulmonale trombectomie uitvoeren. Hierbij brengt de interventieradioloog een katheter in om in het getroffen longbloedvat de bloedklonter weg te zuigen. De voordelen hiervan zijn dat patiënten minder lang aan de bloedverdunners hoeven en zich snel beter voelen. Ook zou de procedure complicaties van longembolieën moeten voorkomen, maar hier is nog niet voldoende evidence voor. Op termijn is het ook de bedoeling om de meer kritische patiënten met een percutane pulmonale trombectomie te behandelen.
     
  • Patiënten met een (intermediate) low risk krijgen orale bloedverdunners.
Laatst aangepast: 18 november 2021
Auteur(s): Team longziekten