Kanker bij kinderen

Kanker op kinderleeftijd is een zeldzame ziekte. Ieder jaar krijgen in België tussen de 380-400 kinderen (< 16 jaar) te horen dat ze kanker hebben. Met een gepaste behandeling zal tot 80% van de kinderen volledig genezen van hun ziekte. Dat is een gemiddelde: voor sommige tumoren ligt de genezingskans tegen de 100%, andere tumoren zijn erg moeilijk behandelbaar en hebben een lagere genezingskans. 

Wat is kinderkanker?

Ons lichaam is opgebouwd uit honderden miljarden cellen, elk met hun eigen functie. Ze delen zich voortdurend waardoor er elke dag nieuwe bijkomen. Bij deze celdeling kan er (spontaan) een foutje in de genetische code van de cel ontstaan, waardoor ze niet meer doet waarvoor ze eigenlijk ontworpen is. Als deze afwijkende cel aan de controlemechanismen van ons lichaam ontsnapt, zal de cel zich blijven delen en vermenigvuldigen waardoor er een opeenstapeling van ‘foute’ cellen ontstaat. Dat noemen we een tumor.  

Het ontstaan van kanker gebeurt zonder dat je er weet van hebt of zonder dat je kind dit voelt. Pas wanneer er zo veel tumorcellen zijn dat ze de werking van andere gezonde cellen gaan beïnvloeden, kunnen de eerste klachten zichtbaar worden. Deze zijn vaak erg vaag en worden in het begin vaak aan iets anders gelinkt. Denk aan vermoeidheid, pijn, misselijkheid, blauwe plekken, koorts. 

Het genetisch foutje ontstaat vaak bij de patiënt zelf, dat wil zeggen dat dit niet doorgegeven werd via de ouders. In sommige gevallen kan het wel zijn dat zo een foutje ‘over-erfbaar’ is. Dan zullen we hier gericht onderzoek naar voeren.

Welke types kanker komen bij kinderen voor?

Er zijn verschillende soorten tumoren die typisch kunnen ontstaan in de kinderleeftijd. 

De belangrijkste soorten tumoren binnen deze leeftijdsgroep zijn de:

  • bloedkankers (leukemie)
  • hersentumoren
  • lymfekliertumoren (lymfomen)
  • tumoren van de ‘vaste en weke delen’ (niertumoren, neuroblastoom, bottumoren, tumoren van de spieren, kiemceltumoren)

 
Zie ook: Kanker bij kinderen en adolescenten per tumor type (ICCC-3 classificatie), België, 2016-2020

Hoe wordt kanker bij kinderen vastgesteld en behandeld?

De kennis van alle bovengenoemde tumoren is de laatste jaren sterk toegenomen. De diagnose gebeurt aan de hand van veel verschillende onderzoeken. Op basis van de resultaten zal samen met jou en je kind een behandelplan opgesteld worden. We volgen hierbij richtlijnen volgens de laatste wetenschappelijke inzichten en werken samen met (inter)nationale experts indien nodig. Zo kan je er zeker van zijn dat je kind overal dezelfde behandeling zou krijgen. Tegelijkertijd proberen we zoveel mogelijk rekening te houden met de eigenschappen/karakteristieken van je kind en een behandeling op maat aan te bieden.

Van diagnose tot behandeling en ondersteunende zorg

Diagnose

Diagnostische onderzoeken zijn onderzoeken die ons helpen om exact te achterhalen vanwaar de tumor ontstaan is en hoe uitgebreid hij aanwezig is in het lichaam. Welke onderzoeken uitgevoerd worden bij je kind, hangt erg af van de plek waar de tumor zich voordoet en aan welk soort van tumor er gedacht wordt. We proberen je kind steeds zo goed mogelijk voor te bereiden op deze onderzoeken

Mogelijke onderzoeken zijn

  • Een bloedname
  • Een beenmergpunctie (een evaluatie van het beenmerg: de plek waar bloed wordt aangemaakt in het lichaam)
  • Een lumbaal punctie: ‘ruggenprik’: een controle van het vocht rondom de hersenen en het ruggenmerg
  • Een biopsie: gerichte wegname van een stukje van de tumor
  • Verschillende beeldvormende onderzoeken: MRI-scan, CT-scan, PET-CT scan, Rx-opname

Medische behandeling

Het behandelplan hangt sterk af van het type tumor, de plek, de grootte en of er sprake is van uitzaaiingen. Om het succes van de behandeling zo groot mogelijk te maken, wordt er vaak gekozen voor een combinatie van verschillende soorten behandelingen. Het kan ook zijn dat één van deze behandelingen al voldoende is om de ziekte onder controle te krijgen. 

Mogelijke behandelingen (niet volledig)

  • Het chirurgisch verwijderen van de gehele tumor of delen van de tumor. Dit kan in het begin van het behandelplan, maar ook verderop in de behandeling na eerdere behandelingen om de tumor te verkleinen. 
  • Chemotherapie: Het gebruik van medicatie die de tumoren doet verkleinen of volledig afbreekt.
  • Het gebruik van bestraling waarbij hoge dosissen energie worden gericht op de tumorcellen zodat ze niet verder kunnen delen en afsterven.
  • Immuuntherapie: het gebruik van medicatie die het immuunsysteem van het lichaam ondersteunt of het gebruik van bewerkte eigen immuun cellen om tumorcellen te herkennen en te vernietigen.
  • Stamceltransplantatie: Je kind zal een behandeling krijgen (hoge-dosis chemotherapie en/of radiotherapie) die de achtergebleven kankercellen in je lichaam zal vernietigen. Ook je eigen stamcellen zullen hierbij vernietigd worden. Na deze behandeling, krijgt de patiënt stamcellen (van een donor of van zichzelf) toegediend. Stamcellen van een donor kunnen gezien worden als een vorm van immuuntherapie waar de cellen van het nieuwe immuunsysteem mee zorgen de vernietiging van eventueel nog achtergebleven tumorcellen.
  • Gerichte therapie: Het gebruik van medicatie specifiek gericht tegen stukjes van of op de tumorcel. Deze stukjes zijn vaak erg specifiek voor de tumorcellen, in de hoop zo weinig effect te hebben op de andere, gezonde, cellen van de patiënt.
  • Behandeling binnen het kader van een klinische studie: 
    • Veel behandelplannen volgen internationale ‘studie-protocollen’ (= een internationaal behandelschema zodat alle patiënten in bijvoorbeeld Europa de best mogelijke behandeling krijgen en we kunnen leren van hoe deze grote patiëntengroep reageert op de behandeling zodat we die in de toekomst nog kunnen verbeteren. 
    • Vroege fase studie: Voor sommige zeldzame of moeilijk behandelbare tumoren of bij een herval, kan het zijn dat je kind in aanmerking komt voor behandelingen die nog in een experimentele fase zitten. Indien dit voor je kind van toepassing is, dan krijg je hier uiteraard nog verdere uitleg over.

Gezien de relatieve zeldzaamheid van al deze verschillende tumoren en de erg specifieke behandelvormen, worden niet alle behandelingen in elk ziekenhuis uitgevoerd. Er is een goede samenwerking tussen alle kinderoncologische afdelingen in België die ervoor zorgt dat patiënten soms voor een deel van de behandeling doorverwezen worden naar een ander centrum. Op deze manier krijgt iedereen de best mogelijke therapie voor handen, waar je ook wordt opgevolgd. 

Nadelige effecten van de behandeling voorkomen

Alle behandelingen hebben naast het gekende voordeel dat ze de tumor zullen verkleinen of vernietigen ook negatieve effecten op het lichaam. Er zullen heel wat preventieve maatregelen getroffen worden om deze nadelige effecten te voorkomen of vroeg op te sporen. Hiervoor werken we samen met heel wat andere specialisten (kindercardioloog, neus-keel-oorartsen, kindernefroloog, kinderneuroloog, …).

Ondersteunende zorg

In het UZA kan je ook rekenen op heel wat ondersteunende zorg. De behandeling van kanker gaat namelijk verder dan de behandeling van de ziekte alleen. 

De ziekte en de behandeling zijn vaak lichamelijk zwaar voor je kind, en kunnen ook emotioneel en (psycho)sociaal belastend zijn voor je kind en het hele gezin. Ook voor die gevolgen op jullie leven hebben we in het UZA hebben veel aandacht. Door intensieve samenwerking met een groot team proberen we met verschillende spelers tegemoet te komen aan al jullie noden. 

Meer informatie?

De Belgian Society of Paediatric Haematology (BSPHO) verenigt de Belgische centra die erkend zijn in kinderhematologie en –oncologie en hun professionelen om de behandeling en patiëntenzorg te verbeteren door expertise en kennis te delen. Lees meer over (onderzoek naar) kinderkanker op hun website.

 

Laatst aangepast: 13 juli 2023
Auteur(s): Team kinderoncologie en kinderhematologie