Oorzaken verminderde vruchtbaarheid

De oorzaak van verminderde vruchtbaarheid ligt in ongeveer 30% van de gevallen bij de vrouw en voor 30% bij de man. Voor de overige  30 % gaat het vaak om een combinatie van beide partners. Bij 5 à 10% van de koppels kan de mogelijke oorzaak niet gevonden. De oorzaak kan vastgesteld worden tijdens een vruchtbaarheidsonderzoekvoor mannen of vrouwen.

Oorzaken van verminderde vruchtbaarheid bij vrouwen
Oorzaken van verminderde vruchtbaarheid bij mannen

Wat zijn de oorzaken van verminderde vruchtbaarheid bij vrouwen?

Met een vruchtbaarheidsonderzoek kan de oorzaak van verminderde vruchtbaarheid vastgesteld worden.

Verminderde vruchtbaarheid bij de vrouw kan door verschillende factoren veroorzaakt worden:

Baarmoederhals
Baarmoeder

Eileiders
Eierstokken
Eisprong
Vagina
Endometriose
Leeftijd
Genetische factoren
Lifestyle

Baarmoederhals

Functie: voor de eisprong produceert de baarmoederhals een helder en rekbaar slijm dat gunstig is om de zaadcellen doorgang te verlenen (bevordert het transport van de zaadcellen).

Welke factoren kunnen de doorgang van zaadcellen eventueel verstoren of beletten:

Een verminderde kwaliteit van het cervicale slijm (vb. door een hormonaal probleem of langdurige infectie), een verminderde of afwezige productie van het slijm (bijvoorbeeld na conisatie), de aanwezigheid van antistoffen tegen de zaadcellen in het slijm.

Baarmoeder

Functie: de baarmoeder is belangrijk voor de innesteling van het embryo.

Welke factoren kunnen eventueel deze innesteling belemmeren of verstoren:

  • De aanwezigheid van fibromen (vleesboom) in de baarmoederholte.
  • Afwijkingen van de vorm van de baarmoeder (vb. tweehoornige baarmoeder) of van de baarmoederholte (bv. weefseltussenschot of septum). Deze aandoeningen zijn vaak aangeboren.
  • Afwijkingen in het baarmoederslijmvlies (vb. door een hormonale stoornis met name een onvoldoende opbouw of chronische infectie).
  • Vergroeiingen (of verklevingen) in de baarmoederholte (vb. na een miskraamcurettage of na resterende placentaresten). 

Eileiders

Functie: voor transport van eicel en zaadcellen doorheen de eileiders. 

Welke factoren kunnen dit transport verstoren of beletten:

  • Vergroeiingen (verklevingen) rond en in de eileider of een volledig afgesloten eileider (onder andere na buikinfecties of vroegere buikoperaties).
  • De aanwezigheid van een obstructie aan het uiteinde van de eileider kan leiden tot vochtopstapeling in de eileider (hydrosalpinx). 

Eierstokken

Functie: het aanrijpen van een eicel met eisprong als gevolg.

Welke factoren kunnen leiden tot het falen van de eisprong (= anovulatie):

  • Wanneer de hypofyse of hypothalamus niet optimaal werken, zullen de eierstokken niet gestimuleerd worden door LH en FSH. De werking van de hypofyse of hypothalamus kan verstoord worden bij een te laag lichaamsgewicht (meer bepaald lage vetmassa), stress, extreme fysische inspanningen, chronische ziekten, inname van bepaalde geneesmiddelen (bv. bepaalde antidepressiva). 
  • Bij het polycysteus ovarieel syndroom (PCOS) zijn er meerdere kleine follikels aanwezig die zich door een verstoring in de hormoonbalans niet verder kunnen ontwikkelen tot een rijpe eicel waardoor de ovulatie uitblijft. Deze onderontwikkelde vochtblaasjes noemen we cysten. Bij PCOS produceren de eierstokken vaak meer mannelijke hormonen, dit kan gepaard gaan met acne, vettige huid en overmatige haargroei. Een groot deel van de vrouwen met PCOS hebben overgewicht. 
  • Overproductie van prolactine (stresshormoon of borstvoedingshormoon). Prolactine wordt geproduceerd door de hypofyse. Hoge prolactinewaarden hebben een negatieve invloed op de productie van FSH en LH. Deze overproductie kan veroorzaakt worden door een goedaardig gezwel van de hypofyse, door bepaalde geneesmiddelen of stress. 
  • Vervroegde menopauze (prematuur ovarieel falen): een vrouw is wordt geboren met alle eicellen gestockeerd in de eierstokken. Het aantal eicellen neemt af met de leeftijd. De meeste vrouwen hebben een ruime hoeveelheid eicellen tot aan de menopauze (rond 50-jarige leeftijd). Bij sommige vrouwen (1-5%) falen de eierstokken al op een jongere leeftijd, zij hebben een lage ovariële reserve. Gebeurt dit bij vrouwen jonger dan 40 jaar, dan spreekt men een vervroegde of premature menopauze.

Vagina

Functie: toegangsweg voor de depot van zaadcellen.

Welke factoren kunnen deze toegangsweg beletten of verstoren:

  • Vaginisme: het opspannen van de vagina zodat penetratie van de penis moeilijk of zelfs onmogelijk is. Meestal is er een belangrijke psychogene component. Er bestaan ook zeldzame aangeboren afwijkingen in de vagina.

Endometriose

Als het baarmoederslijmvlies (endometrium) – dat normaal alleen aanwezig is in de baarmoederholte - buiten de baarmoederholte groeit, lijdt een vrouw aan endometriose. Endometrioseletsels (haarden) zitten o.a. op het buikvlies, eierstokken of eileiders. De exacte oorzaak is tot op vandaag niet gekend. Bij iedere menstruele bloeding bloeden deze endometriosehaarden ook, wat kan leiden tot onderbuikpijn (in verschillende gradaties). Na een tijd kunnen er hierdoor vergroeiingen ontstaan rond de eierstokken en eileiders, en eventueel ook cysten in de eierstokken (gevuld met oud bloed = chocoladecysten).

Leeftijd

De vruchtbaarheid bij de vrouw vermindert bij het ouder worden. De kans op zwangerschap begint duidelijk te dalen vanaf begin de dertig (ongeveer 32 jaar) met een nog sterkere daling een aantal jaren later (ongeveer 37 jaar). De verminderde vruchtbaarheid bij oudere vrouwen heeft vooral te maken met een verminderde kwaliteit van de eicellen en aan een verminderde ovariële reserve (verminderend aantal eicellen) en een veranderde hormonale werking. Hierdoor stijgt ook het aantal miskramen met toenemende leeftijd. Oudere vrouwen die zwanger worden, hebben ook een groter risico op het ontwikkelen van zwangerschapscomplicaties. 

Genetische factoren

Genetische afwijkingen kunnen gepaard gaan met on- of verminderde vruchtbaarheid (vb. patiënten met het syndroom van Turner).

Lifestylefactoren

Verscheidene omgevings- en lifestylefactoren kunnen de vruchtbaarheid beïnvloeden. Onder andere roken, over- of ondergewicht, overdreven alcoholgebruik, hoge cafeïne-inname, drugs en te weinig of extreme fysische inspanningen hebben een negatieve impact op de vruchtbaarheid, maar ook op het zwangerschapsverloop en foetale uitkomst. 

 

Wat zijn de oorzaken van verminderde vruchtbaarheid bij mannen?

Met een vruchtbaarheidsonderzoek kan de oorzaak van verminderde vruchtbaarheid vastgesteld worden. De vruchtbaarheid bij de man kan op verschillende niveaus verstoord worden.

Factoren ter hoogte van de productie
Factoren ter hoogte van het transport
Cryptorchidie
Dwarslaesie
Psychologische factoren
Omgevingsfactoren

Factoren ter hoogte van de productie

Afwijkingen van de zaadcellen

Problemen met de productie en de rijping van de zaadcellen vormen een van de meest voorkomende problemen van mannelijke verminderde vruchtbaarheid. Uit een semenanalyse kan blijken dat er onvoldoende zaadcellen aanwezig zijn of dat het semenstaal geen zaadcellen bevat (zie Azoöspermie). Verder kunnen zaadcellen minder bewegelijk zijn of kunnen ze abnormaal van vorm zijn. Het kan ook blijken dat zaadcellen onvoldoende uitrijpen. Bij het Sertoli-cell only syndroom bestaan de zaadbuisjes alleen uit Sertolicellen en komen er geen voorlopercellen van zaadcellen voor. Het spermastaal vertoont een azoöspermie en ook bij een testisbioptie zullen geen zaadcellen gevonden worden.

Antilichamen

Het kan voorkomen dat de man antilichamen aanmaakt tegen zijn eigen zaadcellen. Het voorkomen van antilichamen is meestal het gevolg van een letsel (vb. torsie van de teelbal), operatie of infectie. De aanwezigheid van antilichamen maakt het voor de zaadcellen moeilijker om naar de baarmoeder te zwemmen en de eicellen te bevruchten. Antilichamen tegen de zaadcellen zijn gemakkelijk op te sporen tijdens een semenanalyse (MAR test of Mixed antiglobulin reactiontest).

Varicoceles of spatader

Een varicoceles of spatader is een verwijding van een ader ter hoogte van de balzak. De teelballen en bijballen liggen in het scrotum buiten het lichaam met een temperatuur die ongeveer twee graden lager is dan in het lichaam. De bloedaanvoer verloopt via de slagader die wordt omgeven door een netwerk van aders die het bloed terugleiden naar het lichaam. Het netwerk van aders om de slagader zorgt ervoor dat het aangevoerde bloed al wat afgekoeld is voordat het de testis bereikt. Bij een varicoceles zijn die aders flink uitgezet en werken de kleppen die ervoor zorgen dat het bloed slechts één kant uitstroomt (terug naar het lichaam) niet meer. Dit zorgt ervoor dat bloed via de aders kan terugstromen naar de testes. Dit bloed is op lichaamstemperatuur, waardoor de testis te warm wordt en het bloed dat via de slagaders naar de testis loopt onvoldoende wordt afgekoeld. Spataders komen in ongeveer 16% van de mannen voor en vele van deze mannen zijn normaal vruchtbaar. Bij mannen met verminderde vruchtbaarheid ligt het voorkomen van spataders wel hoger (30-40%). Dit doet vermoeden dat er een verband bestaat tussen spataders en verminderde spermakwaliteit.

Hormonen

Vermits bepaalde hormonen instaan voor de ontwikkeling van zaadcellen in de testes, kunnen variaties op de hormoonhuishouding invloed hebben op de spermakwaliteit.

Genetische factoren

Genetica speelt een centrale rol in de vruchtbaarheid van de man, in het bijzonder omdat zaadcellen het genetisch materiaal (DNA) bevatten waaruit de helft van het embryo zal worden opgebouwd. Afwijkingen ter hoogte van dit DNA (vb. Y-deleties) kunnen dan ook een impact hebben op de vruchtbaarheid van een koppel.

Factoren ter hoogte van het transport

Retrograde ejaculatie

Bij een retrograde ejaculatie komt het sperma tijdens de ejaculatie omhoog in de urineblaas. Dit wordt veroorzaakt door een verminderde werking van de zenuwen en spieren van de hals van de urineblaas tijdens een orgasme. Retrograde ejaculatie kan veroorzaakt worden door een voorafgaande chirurgische ingreep, medicatie of door bepaalde ziekten die het zenuwstelsel beïnvloeden.

Obstructie

Een obstructie kan voorkomen ter hoogte van elke onderdeel van het mannelijk voortplantingsstelsel, zoals de vas deferens of de epididymis. Bij een obstructie wordt de afvoerweg voor het sperma geblokkeerd zodat de zaadcellen na productie niet in de urinebuis en dus niet in het ejaculaat terecht komen. Bij afwezigheid van zaadcellen spreekt men van een azoöspermie (zie ‘behandeling van azoöspermie via TESE). Obstructies kunnen veroorzaakt worden door verschillende factoren zoals infecties, voorafgaande chirurgie (vb. vasectomie of sterilisatie) of een aangeboren afwijking.  

Cryptorchidie

Bij cryptorchidie zijn 1 of beide teelballen wel aanwezig, maar zijn ze niet of niet volledig ingedaald in het scrotum. Ze bevinden zich in het lieskanaal of in de buikholte of kunnen ook afwezig zijn. Cryptorchidie verhoogt de kans op onvruchtbaarheid. Een mogelijke behandeling kan via chirurgische correctie of hormoontherapie gestart worden.

Dwarslaesie

Dwarslaesie is een onderbreking van de zenuwen in de rug, waardoor iemand in meer of mindere mate verlamd is. Bij bepaalde patiënten kunnen er problemen voorkomen met de ejaculatie. Bij deze patiënten kan via TESE gezocht worden naar zaadcellen in de testes.

Psychologische factoren

Seksuele dysfunctie

Omgevingsfactoren

Andere factoren die mogelijk een rol spelen in verminderde vruchtbaarheid zijn onder andere drugs, alcohol, medicatie, chemotherapie, roken. Ook de leeftijd van de man speelt een belangrijke rol.

Laatst aangepast: 18 november 2021
Auteur(s): Team fertiliteit