Reflux (GOR) bij kinderen

Bij gastro-oesafageale reflux of GOR stroomt de (zure) maaginhoud terug naar de slokdarm. Als dat vaak gebeurt en pijn veroorzaakt, of leidt tot een ontsteking of vernauwing van de slokdarm, wordt de reflux pathologisch genoemd. Veel zuigelingen hebben GOR omdat de sluitspier tussen maag en slokdarm nog onvoldoende ontwikkeld is, waardoor de maaginhoud vaker terugstroomt. Meestal komt dat vanzelf in orde na het eerste levensjaar, eventueel met een medische behandeling (medicijnen). Bij kinderen met een neurologische aandoening komt pathologische reflux regelmatig voor.

Welke klachten veroorzaakt reflux?

  • Soms zorgt de regematige terugvloei van zure maaginhoud voor een ontstoken slokdarm. Als de slokdarmontsteking gepaard gaat met bloedverlies, kan dat leiden tot bloedarmoede.
  • Kinderen hebben tijdens en na het eten pijn achter het borstbeen. Soms willen ze niet meer eten waardoor ze niet goed groeien.
  • Zuigelingen met reflux huilen vaak en kunnen zich overstrekken.
  • Bij sommige kinderen irriteert de reflux de luchtpijp en/of de longen. Het gevolg: hoesten, piepen, astma en soms herhaaldelijke longontstekingen.
  • Bij sommige baby’s kan de overmatige terugvloei naar de longen bijna leiden tot verstikking.

Hoe wordt reflux onderzocht?

Volgende 3 onderzoeken kunnen gebeuren om de diagnose te stellen. Zo nodig aangevuld met een manometrie die de contracties van de slokdarm nagaat.

24-uurs pH-metrie

Via de neus wordt een dun buisje met een metertje in de slokdarm aangebracht. Er wordt nagegaan of:

  • er sprake is van pathologische reflux;
  • de reflux al dan niet zuur is;
  • de reflux overdag of ’s nachts voorkomt.

SMD-onderzoek met contrastvloeistof

Het kind krijgt een papje met contrastvloeistof toegediend om de vorm en eventuele liggingsafwijkingen van de maag en slokdarm op te sporen. Het onderzoek zorgt voor een beeld van:

  • de maag en de slokdarm
  • hoe de maag leeggemaakt wordt
  • de beweging van de slokdarm
  • al dan niet actieve en passieve reflux

Endoscopie (kijkonderzoek)

Via een endoscopie kijkt de kinderarts via een flexibel buisje met een camera of er een ontsteking (oesofagitis) of vernauwing (zeldzaam) is aan de slokdarm. Eventueel wordt er een biopsie genomen. Dit onderzoek gebeurt vaak onder narcose. 

Hoe wordt reflux behandeld?

  • Vaker voeden met kleinere maaltijden kan helpen.
  • Medicijnen die de zuurproductie verminderen, zorgen ervoor dat de terugvloeiende maaginhoud minder zuur is. Zo kunnen de klachten verminderen of zelfs verdwijnen.
  • Het kind vaker meer rechtop te laten zitten of liggen, kan de klachten soms verminderen.

Heelkundige behandeling: de Nissen-operatie 

Als een medische behandeling niet of onvoldoende helpt, kan deze ingreep de reflux stoppen. De ingreep is genoemd naar de professor die de operatie zo’n 50 jaar geleden voor het eerst beschreef. De resultaten zijn meestal erg goed. 

  • De operatie wordt laparoscopisch (via een kijkoperatie) uitgevoerd.
  • De overgang van maag naar slokdarm en een deel van de luchtzak van de maag (fundus) worden minimaal vrijgemaakt. De fundus wordt losjes rond het uiteinde van de slokdarm gewikkeld en gehecht: deze ‘machette’ creëert een overdrukzone. Indien nodig kan tenslotte nog een gastrostomie geplaatst worden.
  • Uw kind mag de dag van de operatie al drinken, en de volgende dag eten.
  • De eerste dagen wordt dikke, vloeibare en gemixte voeding gegeven.
  • Na 2 à 3 dagen mag uw kind naar huis.
 
 
Laatst aangepast: 19 januari 2021
Auteur(s): Team abdominale heelkunde