Diabetes opsporen

Een tijdige diagnose is belangrijk

Bij diabetes lijden de cellen door insulinetekort aan een suiker(energie)gebrek. Ze gaan over op alternatieve energievoorziening door vetverbranding. De afvalstoffen van die vetverbranding noemen we ketonen. Deze ketonen komen gedeeltelijk in de urine terecht, maar stapelen zich ook op in het bloed. Daar veroorzaken ze een verzuring van het bloed.

De tekens van bloedverzuring zijn: misselijkheid, braken, vermoeidheid, acetongeur (zure fruitgeur), een diepe en snelle ademhaling...

Deze verzuring of ketoacidose is levensbedreigend. Door diabetes tijdig op te sporen kan ketoacidose voorkomen worden.

Hoe wordt diabetes opgespoord? 

Bloed- en urinetest

Diabetes wordt opgespoord via een eenvoudige bloed- en urinetest:

  • om de bloedsuikerwaarde te bepalen
  • om suiker en ketonen in het bloed en in de urine op te sporen
  • om het HbA1c of glycohemoglobine te bepalen: dit geeft een idee over de bloedsuikerspiegel van de afgelopen 3 maanden.

Meteen na de diagnose moet de behandeling opgestart worden. Uw kind wordt hiervoor ongeveer een week opgenomen in het UZA.

OGTT (Orale Glucose Intolerantie Test) 

Voor bepaalde vormen van diabetes wordt een OGTT (Orale Glucose Intolerantie Test) verricht:

  • Uw kind moet nuchter zijn. Vanaf middernacht vóór de test mag uw kind niets meer eten, water drinken mag wel.
  • Er wordt een katheter ( plastic buisje met een kraantje eraan) in een bloedvat geplaatst.
  • Via de katheter wordt op verschillende tijdstippen bloed afgenomen. Na het eerste bloedstaal krijgt uw kind een suikerrijk drankje. Op bepaalde tijdstippen tot 2 (soms 3 uur) na de start van de test wordt bloed afgenomen om het glucose- (suiker) en insulinegehalte in het bloed te meten.
  • Op het einde van de test wordt de katheter verwijderd: uw kind mag weer eten en drinken.

Lees meer over de behandeling van diabetes.

Laatst aangepast: 14 oktober 2013
Auteur(s): Team diabetes kinderen