Contactlenzen
Contactlenzen corrigeren refractiestoornissen van het oog. Lees hier meer over het belang en gebruik van contactlenzen.
Binnenkort naar het UZA?
Heb je binnenkort een afspraak bij het UZA of kom je iemand bezoeken? Beantwoord enkele vragen en krijg handige tips voor je UZA-bezoek, van thuisvoorbereiding tot navigatie in het ziekenhuis.
Maak een afspraak
Oogheelkunde
Wat zijn contactlenzen?
Contactlenzen corrigeren refractiestoornissen van het oog, zoals myopie (bijziendheid), hypermetropie (verziendheid), astigmatisme en presbyopie. Ze behandelen de refractieve afwijking echter niet.
Waarom zou je contactlenzen dragen?
- Het esthetische aspect of praktische redenen zoals beroep of de vrijetijdsbezigheden. De (gedeeltelijke) terugbetaling via de mutualiteit kan, maar dat hangt enerzijds van jouw mutualiteit af, anderzijds van de indicatie voor het dragen van de lenzen.
- Mensen met een hogere brilcorrectie voor bijziendheid of verziendheid krijgen een betere gezichtsscherpte en/of een beter gezichtsveld met contactlenzen.
- Personen met een groot verschil in sterkte tussen beide ogen krijgen met contactlenzen een meer gelijke grootte van het beeld.
- Wanneer het hoornvlies een onregelmatig oppervlak vertoont, zoals bij keratoconus of een litteken, geven contactlenzen een beter beeld. De (gedeeltelijke) terugbetaling is mogelijk.
- Bij bepaalde oogaandoeningen kan een lens als verband gebruikt worden, zoals bij extreem droge ogen of een wondje op het oog.
Welke contactlenzen bestaan er?
Contactlenzen kunnen volgens flexibiliteit van het materiaal ingedeeld worden: zacht of soepel en hard of vormvast. Er zijn ook nog sclera- en hybride lenzen. Afhankelijk van het materiaal laten sommige meer of minder zuurstof en vocht door. Sommige lenzen kunnen dag en nacht gedragen worden, andere lenzen alleen overdag. Ook de vervangtijden verschillen: van jaarlijks tot halfjaarlijks of maandelijks, tweewekelijks of dagelijks.
De aanpassing van een contactlens kan wel wat tijd in beslag nemen. Voorzie een halve dag voor de aanpassing van de contactlenzen met bijkomende onderzoeken. De arts, eventueel in samenwerking met een optometrist, past de contactlenzen aan. De verpleegkundige van de dienst oogheelkunde leert je de contactlenzen in- en uitdoen. Na de aanpassing van de contactlenzen kan je eventueel proeflenzen bestellen. Na een proefperiode van enkele weken kom je terug op controle.
Wat zijn mogelijke ongemakken en complicaties?
Het dragen van contactlenzen is niet vrij van risico’s op complicaties. De meeste zijn onschuldig en verdwijnen als je stopt met lenzen dragen. De meest gevreesde complicatie van contactlenzen is een zweertje van het hoornvlies dat door micro-organismen wordt veroorzaakt.
Wat zijn de alarmtekens die op een infectie kunnen wijzen?
- Roodheid: vooral wanneer deze geconcentreerd is rond het hoornvlies en het regenboogvlies, het gekleurde deel van het oog. Bij roodheid of blijvende irritatie dient de lens verwijderd te worden en deze die dag niet meer te dragen.
- Pijn: bij oogontstekingen is dit het duidelijkste teken dat het om iets ernstigs gaat. Het verwijderen van de lenzen neemt de pijn niet weg, integendeel, ze kan daardoor nog toenemen.
- Verminderd zicht: als je de indruk hebt minder goed te zien en als dit verminderde zicht niet verbetert nadat je een paar keer met de ogen hebt geknipperd of met het opzetten van de bril, kan er sprake zijn van een beschadiging van het hoornvlies. Kringen die men rond lichten ziet kunnen wijzen op een zwelling van het hoornvlies.
- Lichtschuwheid: dit is een onmiskenbaar teken dat er een probleem is met het hoornvlies.
- Overvloedig tranen of afscheiding van een gelige, kleverige substantie die de wimpers ’s morgens aaneen doet kleven wijst in de richting van een ooginfectie.
Bij elke twijfel: neem onmiddellijk jouw contactlenzen uit en raadpleeg de oogarts.
Wat is een corneale topografie?
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinische studies. Dit gebeurt op vrijwillige basis. Indien er op de dienst waar je bent opgenomen een specifiek onderzoek loopt, zal je eventueel gevraagd worden om hieraan deel te nemen. Je hebt de volledige vrijheid om te beslissen of je hier al dan niet op in wenst te gaan. Indien je deelneemt of in de toekomst deelneemt aan klinische studies, kan je met je vragen terecht bij je behandelend arts.