Fertiliteitsoppuntstelling: praktisch verloop
Hoe verloopt een fertiliteitsoppuntstelling in het UZA praktisch?
Binnenkort naar het UZA?
Heb je binnenkort een afspraak bij het UZA of kom je iemand bezoeken? Beantwoord enkele vragen en krijg handige tips voor je UZA-bezoek, van thuisvoorbereiding tot navigatie in het ziekenhuis.
Maak een afspraak
Centrum voor Reproductieve Geneeskunde (Fertiliteit)
Behandeling / Verloop
- 1
Eerste raadpleging
Bij de eerste raadpleging maakt het CRG een volledig dossier op van jou en je partner. We checken jouw medische voorgeschiedenis en voeren een klinisch onderzoek uit. Er wordt ook geïnformeerd naar eventuele voorafgaande oppuntstellingen en behandelingen. Afhankelijk van de informatie plant de arts vruchtbaarheidsonderzoeken voor de vrouw en/of de man.
De verpleegkundige informeert je over deze onderzoeken en plant ze samen met jou. Meestal wordt er bij een eerste raadpleging bij beide partners bloed afgenomen voor o.a. hormonale bepalingen, infectieziekten en eventueel een erfelijkheidsonderzoek. De andere onderzoeken, zoals bloednames op bepaalde tijdstippen in de menstruele cyclus, een foto van de baarmoeder, een kijkoperatie in de baarmoederholte en buikholte, het binnenbrengen van een spermastaal of een andrologisch consult, komen zo snel mogelijk aan bod.
De arts kan ook een psychosociale evaluatie voorstellen (consultatie bij de psycholoog van de fertiliteitsafdeling). Voor een sociale counseling kun je terecht bij de maatschappelijke werkster.
- 2
Besprekingsraadpleging
Tijdens deze raadpleging (meestal 4 tot 6 weken na het eerste consult) bespreekt de arts de resultaten van de uitgevoerde onderzoeken met je. Na ieder onderzoek telefonisch contact opnemen met het CRG om het resultaat te horen, is dus niet nodig. Afhankelijk van de resultaten moet je misschien nog bijkomende onderzoeken ondergaan. In overleg met de arts bekijk je welke therapie(ën) mogelijk is (zijn). Je verneemt alles over de belangrijke stappen van de behandeling en over het aantal behandelingscycli die er voor jou gepland worden. Afhankelijk van de behandeling zal er ook nog een intakegesprek (counceling) bij de verpleegkundige volgen om het praktische verloop van de behandeling toe te lichten. Hierna brengt het CRG de huisarts en/of de verwijzende arts op de hoogte van de resultaten en het therapiebeleid.
- 3
Opstart behandelingsfase
De behandeling kan in principe onmiddellijk na de besprekingsraadpleging gepland of gestart worden. Bij elke start van de behandeling staan de verpleegkundigen je bij met raad en daad om deze stappen tot een goed eind te brengen. Is het resultaat na de geplande behandelingscycli negatief, maak je een nieuwe afspraak bij de behandelende fertiliteitsarts. Je bespreekt dan samen het verloop van deze cycli en maakt een nieuw behandelingsplan op. Als dat nodig is, stelt de arts bijkomende onderzoeken voor.
Elke gefaalde ivf-behandeling wordt besproken op de multidisciplinaire stafvergadering: hierbij wordt de hormonale stimulatie en embryologische ontwikkeling grondig nagekeken. Verder wordt er een nieuw (zo nodig gewijzigd) behandelingsschema opgemaakt.
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinische studies. Dit gebeurt op vrijwillige basis. Indien er op de dienst waar je bent opgenomen een specifiek onderzoek loopt, zal je eventueel gevraagd worden om hieraan deel te nemen. Je hebt de volledige vrijheid om te beslissen of je hier al dan niet op in wenst te gaan. Indien je deelneemt of in de toekomst deelneemt aan klinische studies, kan je met je vragen terecht bij je behandelend arts.