Intravitreale injecties
Bij een intravitreale injectie wordt een geneesmiddel rechtstreeks in het vitreum, tussen de lens en het netvlies, gespoten.
Binnenkort naar het UZA?
Heb je binnenkort een afspraak bij het UZA of kom je iemand bezoeken? Beantwoord enkele vragen en krijg handige tips voor je UZA-bezoek, van thuisvoorbereiding tot navigatie in het ziekenhuis.
Maak een afspraak
Oogheelkunde
Hoe vaak heb je intravitreale injecties nodig?
Hoe vaak je een injectie krijgt, is individueel verschillend en kan afhankelijk van de aandoening variëren van enkele maanden tot meerdere jaren. Het is niet uitzonderlijk dat de behandeling nooit volledig gestopt kan worden.
Om het aantal injecties te beperken, volgen we het ‘treat-and-extend’ schema:
- Eerst worden er vier injecties gegeven (één per maand).
- De volgende injecties worden gepland afhankelijk van het resultaat.
- Bij een gunstig effect wordt steeds langer gewacht met de volgende inspuiting.
De reactie op de behandeling wordt altijd met een OCT-scan (netvliesscan) bepaald. Met dat onderzoek kunnen we zien of en hoeveel vocht er in het netvlies zit.
Behandeling / Verloop
- 1
Voor de ingreep/behandeling
Hoe bereid je je voor op de procedure?
- Draag geen contactlenzen op de dag van de injectie.
- Gebruik geen make-up.
- Rijd na de ingreep niet zelf met de auto. Zorg ervoor dat iemand je aan het ziekenhuis komt ophalen.
- Je hoeft niet nuchter te zijn voor de injectie.
Je mag geen intravitreale injectie krijgen als:
- Je allergisch bent voor één van de stoffen in het geneesmiddel.
- Je een infectie hebt in of rond het oog.
Als dit wel het geval is, neem contact op met jouw behandelend arts.
- 2
De ingreep/behandeling
- De intravitreale injectie gebeurt in een steriele omgeving.
- Je krijgt een mondmasker en mag comfortabel gaan liggen.
- Er wordt een lokaal verdovend middel in het oog gedruppeld, waardoor de injectie pijnloos kan plaatsvinden.
- Om het risico op een infectie te beperken, zullen uw oog en ooglidranden ontsmet worden met verdunde isobetadine.
- Jouw oog wordt opengehouden met behulp van een ooglidspeculum.
- Jouw oogarts plaatst de injectie in het witte deel van de oogbol en brengt de verdunde isobetadine ter hoogte van de injectieplaats aan.
- Onmiddellijk na de injectie gaat de oogarts na of er complicaties zijn opgetreden ter hoogte van de injectieplaats.
- Na de behandeling blijf je 30 minuten in observatie. Daarna kan je weer naar huis.
- 3
Nevenwerkingen
De dag van de injectie en de dag erna is het mogelijk dat je onderstaande symptomen vertoont:
- Krassend gevoel ter hoogte van het oog
- Rood oog
- Vlekjes in het oog
Als je na de injectie één of meer van onderstaande symptomen ontwikkelt, neem dan contact op met de dienst oogheelkunde:
- Oogpijn
- Toename van roodheid in het oog
- Wazig zien of een afname van het gezichtsvermogen
- Toegenomen lichtgevoeligheid
- Etterige afscheiding
- Toename van het aantal vlekjes in het oog
- 4
Nazorg en revalidatie
Voor het comfort van jouw ogen kan je de eerste dagen na de injectie kunsttranen gebruiken.
- Amslertest
Het is erg belangrijk dat je jouw gezichtsvermogen regelmatig test om eventuele veranderingen snel op te merken. Dit kan makkelijkst met behulp van de Amslerkaart.
- Zet jouw leesbril op, als je er één hebt, en kijk oog per oog naar de figuur hieronder.
- Kijk aandachtig naar het centrale punt.
- Als de figuur krommer, waziger of meer vervormd is dan anders, zou dit kunnen wijzen op een achteruitgang van het netvlies.
- Neem dan contact op met de consultatie oogheelkunde om jouw afspraak te vervroegen.
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinische studies. Dit gebeurt op vrijwillige basis. Indien er op de dienst waar je bent opgenomen een specifiek onderzoek loopt, zal je eventueel gevraagd worden om hieraan deel te nemen. Je hebt de volledige vrijheid om te beslissen of je hier al dan niet op in wenst te gaan. Indien je deelneemt of in de toekomst deelneemt aan klinische studies, kan je met je vragen terecht bij je behandelend arts.