Lamellaire corneachirurgie

Bij een corneatransplantatie vervangt de oogchirurg het troebele hoornvlies gedeeltelijk of helemaal door een donortransplantaat. 

Praktisch

Maak een afspraak

Oogheelkunde

Niet beschikbaar
Route 122
Wat is lamellaire corneachirurgie?

Wat is lamellaire corneachirurgie?

Bij een corneatransplantatie vervangt de oogchirurg het troebele hoornvlies gedeeltelijk of helemaal door een donortransplantaat.

  • Wat is het hoornvlies of cornea?

Het hoornvlies bestaat uit 5 lagen, die er allemaal voor zorgen dat het netvlies een helder beeld krijgt. 

  • De binnenste laag cellen, het endotheel (het doorzichtige deel van het oog dat zich vóór de iris bevindt), is verantwoordelijk voor het wegpompen van vloeistof uit het hoornvlies en houdt het doorzichtig: een normaal endotheel is belangrijk om het hoornvlies doorzichtig te houden. 
  • De dikste laag van het hoornvlies wordt het stroma genoemd en deze zorgt voor stijfheid en sterkte van het hoornvlies.
    • Gedeeltelijke hoornvliestransplantatie of lamellaire keratoplastie

    • Volledige hoornvliestransplantatie of penetrerende keratoplastie (PK)

    • Anterieure lamellaire keratoplastie - Diep (DALK), - Oppervlakkig

    • Posterieure lamellaire keratoplastie of endotheelkeratoplastie (EK)

  • Corneatransplantaties zijn voorbehouden voor patiënten met deze aandoeningen:

    • leeftijdsgebonden dekompensatie van de cornea (Fuch’s dystrofie)
    • corneale ectasie: keratoconus
    • corneallitteken
    • oogtrauma
    • Afstotingsreactie: ongeacht de techniek is er steeds kans op afstoting van het donorweefsel. Om het risico zo laag mogelijk te houden, worden cortisonedruppels voorgeschreven tot een jaar na de ingreep. Ook na die behandeling blijft de kans op afstoting bestaan. Bij een rood, pijnlijk oog of bij vermindering van het zicht is het belangrijk om snel naar een oogarts te gaan. Als het nodig is, kan onmiddellijk een behandeling worden opgestart om de afstoting tegen te gaan. Als dit niet gebeurt, kan dit de uitkomst negatief beïnvloeden.
    • Loslating (dehiscentie) van de wonde doordat de draadjes niet strak meer zijn aangespannen.
Behandeling / Verloop

Behandeling / Verloop

  1. 1
    • Gezondheidstoestand

    Zeg het aan de verpleegkundige als jouw gezondheidstoestand veranderde tussen je laatste bezoek en je opname.

    • Oogdruppels
      Als voorbereiding op de operatie wordt het oog ingedruppeld om de kans op infecties zo klein mogelijk te houden.
    • Toiletbezoek
      Net vóór u naar het operatiekwartier vertrekt, gaat u best nog eens naar
      het toilet, ook al hebt u niet het gevoel dat het nodig is.
    • Verdoving
      Afhankelijk van het type ingreep, uw algemene gezondheidstoestand
      en leeftijd wordt de operatie onder plaatselijke of algemene verdoving
      uitgevoerd.

    Hou rekening met de volgende richtlijnen die op jou van toepassing zijn:

    • Plaatselijke verdoving

    Medicatie (bespreek volgende items met jouw oog-/huisarts)

    • U mag uw algemene medicatie innemen volgens het gewone schema.
    • Diabetespatiënten nemen hun anti-diabetesmedicatie in.
    • Bloedverdunnende medicatie mag doorgaans verder genomen worden.
       
    • Je krijgt een katheter vóór het vertrek naar het operatiekwartier.
    • Plaatselijke verdoving gebeurt doorgaans met oogdruppels.
    • Patiënten met een hoorapparaat moeten dit inhouden in het oor aan de overzijde van het te opereren oog om communicatie toe te laten.
    • Heb je een kunstgebit, dan mag je dat inhouden.
    • Je hoeft niet nuchter te zijn.

       

    • Algemene verdoving

    Medicatie (bespreek volgende items met jouw oog-/huisarts)

    • Diabetespatiënten mogen hun anti-diabetesmedicatie niet nemen.
    • Bloedverdunnende medicatie moet eventueel een aantal dagen voor de ingreep gestopt worden.
       
    • Je blijft nuchter vanaf middernacht tenzij de anesthesist jou andere instructies geeft.
    • Neem geen bril, hoorapparaat, pruik, haarspelden of beha mee.
    • Aandacht: gebruik geen make-up en verwijder vooraf thuis nagellak op vinger- en teennagels.
    • Op het operatiekwartier krijg je een infuus in jouw arm waarlangs de anesthesist je de verdoving toedient. 
    • Na de operatie word je wakker in de uitslaapkamer. Van zodra je lichamelijke toestand het toelaat, word je terug naar jouw afdeling gebracht. 
    • Neem jouw kunstgebit uit vóór vertrek naar het operatiekwartier.
       
  2. 2

    Zodra de oogarts de diagnose stelt en je in aanmerking komt voor een hoornvliestransplantatie, kom je op een wachtlijst. Wanneer je aan de beurt bent en een geschikte donor beschikbaar is, krijg je ongeveer een week op voorhand telefonisch bericht over wanneer de ingreep zal doorgaan.

    Omdat het donorweefsel aan hoge steriliteits- en kwaliteitseisen moet voldoen, zal de chirurg in een beperkt aantal gevallen de ingreep op het laatste moment uitstellen. Zodra een nieuwe donorgreffe beschikbaar is die wel voldoet, krijg je dan een nieuwe datum. Ook de data van de eerste vervolgafspraken krijg je tijdens dat telefoongesprek. Word je geopereerd onder algemene verdoving, dan moet je ook een afspraak vastleggen bij de anesthesist.

  3. 3

    Bij een penetrerende hoornvliestransplantatie wordt de volledige dikte van het hoornvlies vervangen door een volledig hoornvlies afkomstig van een donor. De chirurg gebruikt deze techniek in gevallen waar het hoornvlies helemaal vertroebeld is.

    De arts verwijdert het hoornvlies in de vorm van een ronde schijf van +/- 7,5mm en vervangt ze door een schijf van donorweefsel met gelijkaardige afmeting. Het nieuwe hoornvliesweefsel wordt vastgehecht aan het eigen resterende hoornvlies. De hechtingen kunnen doorlopend of afzonderlijk geplaatst worden. Ze zullen ten vroegste na een zestal maanden verwijderd worden.

    • Risico's
      • Afstotingsreactie: ongeacht de techniek is er steeds kans op afstoting van het donorweefsel. Om het risico zo laag mogelijk te houden, worden cortisonedruppels voorgeschreven tot een jaar na de ingreep. Ook na die behandeling blijft de kans op afstoting bestaan. Bij een rood, pijnlijk oog of bij vermindering van het zicht is het belangrijk om snel naar een oogarts te gaan. Als het nodig is, kan onmiddellijk een behandeling worden opgestart om de afstoting tegen te gaan. Als dit niet gebeurt, kan dit de uitkomst negatief beïnvloeden.
      • Loslating (dehiscentie) van de wonde doordat de draadjes niet strak meer zijn aangespannen.
  4. 4

    Als de oogchirurg het voorste of anterieure deel van het hoornvlies vervangt, spreekt men van een anterieure lamellaire keratoplastie. Omdat het achterste deel van het eigen hoornvlies behouden blijft, overleeft de greffe veel langer. Het endotheel blijft behouden, zodat de kans op afstoting ook beperkt is. De techniek van deze ingreep is nog volop in ontwikkeling.

    Bij de volledige transplantatie en de anterieure transplantatie is het belangrijk dat de beschermlaag, het epitheel, snel over de nieuwe cornea groeit. Daarom gebruiken de artsen een horlogeglasverband: dit is een kleefpleister met een plastic venstertje dat aandampt met traanvocht. Dit horlogeglasverband moet je dag en nacht dragen.

    Je krijgt oogdruppels of zalf om de genezing te bevorderen en afstoting van de transplant tegen te gaan. Ook als je weer thuis bent, moet je blijven druppelen. De druppels of zalf krijg je mee naar huis, met een bijkomend voorschrift voor een reserveflesje.

  5. 5

    Als de chirurg alleen het achterste of posterieure deel van het hoornvlies vervangt door donorweefsel, spreekt men van een posterieure lamellaire keratoplastie of een endotheeltransplantatie.

    Tijdens de operatie maakt de arts een kleine insnede in de sclera. Via deze insnede verwijdert hij een ronde schijf van het endotheel langs de binnenkant van het oog. Eenzelfde ronde schijf van het endotheel van de donor wordt via de insnede ingebracht in het oog en tegen de rest van het hoornvlies geplaatst. De chirurg spuit een kleine luchtbel in het oog, die bij ruglig het transplantaat gedurende 1-2 dagen fixeert tegen de cornea.

    Bij de posterior transplantatie van het endotheel krijg je een oogschelp mee: een kapje in harde plastiek om te beletten dat je in jouw oog zou wrijven. Het harde plastieken kapje kleef je ’s avonds vast met een pleister en draag je om te slapen.

    • Risico's
      • Loslating (dehiscentie) van het endotheeltransplantaat. Na de endotheeltransplantatie is het mogelijk dat het weefsel onvoldoende vastgehecht is na het verdwijnen van de luchtbel. Daardoor kan het weefsel gedeeltelijk loslaten van het hoornvlies. In dit geval wordt een nieuwe luchtbel ingespoten. Daarna moet je opnieuw gedurende 24 tot 48 uur op je rug liggen. Als de luchtbel niet helpt, kan een nieuwe ingreep nodig zijn.
Team

Onze zorgverleners staan voor je klaar

Hieronder vind je een overzicht van de zorgverleners die deel uitmaken van ons team en hun specifieke rol in de behandeling en ondersteuning van onze patiënten.

Artsen

Wetenschappelijk medewerker

Verpleegkundigen

Paramedici

Patiëntenbegeleiding

Betrokken diensten

Overige