Longpunctie
Een longpunctie dient om diepere longletsels te onderzoeken, die niet of moeilijk te bereiken zijn met een bronchoscopie.
Kom je binnenkort naar het UZA?
Heb je binnenkort een afspraak bij het UZA of kom je iemand bezoeken? Beantwoord enkele vragen en krijg handige tips voor je UZA-bezoek, van thuisvoorbereiding tot navigatie in het ziekenhuis.
Nog geen afspraak?
Een afspraak maken kan steeds telefonisch, of in vele gevallen al digitaal via ons patiëntenportaal UZA@home.
Maak een afspraak
Oncologisch en hematologisch dagziekenhuis
Onderzoek / Verloop
- 1
Voor het onderzoek
- Je neemt met ontbloot bovenlichaam plaats op de onderzoekstafel. Afhankelijk van de plaats van de afwijking lig je op jouw buik of op jouw rug.
- Meestal wordt met een CT-scan gekeken waar er precies geprikt moet worden.
- 2
Het onderzoek zelf
- Jouw borstkas wordt plaatselijk verdoofd. Daarna prikt de arts doorheen de wand van de borstholte om een stukje weefsel weg te nemen. Soms wordt er een klein sneetje gemaakt.
- 3
Na het onderzoek
- Na het onderzoek blijf je nog een tijd in bed liggen. Je bloeddruk en pols worden regelmatig gecontroleerd.
- 4
Nazorg en revalidatie
- Een longpunctie veroorzaakt meestal weinig hinder. Mogelijk hoest je enkele keren wat bloed op. Dit gaat meestal snel over.
- Bij 2 op 10 patiënten lekt er na het onderzoek wat lucht uit de long. Dit kan een klaplong of pneumathorax veroorzaken.
- Een kleine klaplong gaat vanzelf over met bedrust. Bij een grotere klaplong is het soms nodig om via een slangetje in de borstholte de lucht te verwijderen zodat de long weer kan ontplooien.
- Contacteer je arts als je na de longpunctie plots last krijgt van kortademigheid of als je bloed blijft ophoesten.
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinische studies. Dit gebeurt op vrijwillige basis. Indien er op de dienst waar je bent opgenomen een specifiek onderzoek loopt, zal je eventueel gevraagd worden om hieraan deel te nemen. Je hebt de volledige vrijheid om te beslissen of je hier al dan niet op in wenst te gaan. Indien je deelneemt of in de toekomst deelneemt aan klinische studies, kan je met je vragen terecht bij je behandelend arts.