Thoraxdrainage
Er wordt een thoraxdrain (een kunststof slangetje in de borstholte) geplaatst. De drain zal vocht en/of lucht afvoeren naar een opvangbak buiten het lichaam.
Binnenkort naar het UZA?
Heb je binnenkort een afspraak bij het UZA of kom je iemand bezoeken? Beantwoord enkele vragen en krijg handige tips voor je UZA-bezoek, van thuisvoorbereiding tot navigatie in het ziekenhuis.
Maak een afspraak
Pneumologie
Wat is een thoraxdrainage?
Er wordt een thoraxdrain, een kunststof slangetje in de borstholte, geplaatst. Deze drain zal vocht en/of lucht afvoeren naar een opvangbak buiten het lichaam.
Je ondergaat deze behandeling omdat je een klaplong hebt of omdat er vocht of etter tussen de longvliezen zit. Indien je een longoperatie moet ondergaan, wordt de thoraxdrain tijdens de operatie ingebracht om overtollig vocht of lucht af te voeren.
Hoe bereid ik mij voor?
Behandeling / Verloop
- 1
Voor de ingreep/behandeling
- Je hoeft niet nuchter te zijn voor dit onderzoek.
- Neem je medicatie die de bloedstolling kan beïnvloeden en/of neem je plaatjesremmers, meld dit zeker aan je arts. Vaak moet je ruim op voorhand stoppen met deze middelen.
- Licht je behandelend arts op voorhand in als je zwanger bent, geneesmiddelen gebruikt of allergisch bent voor bepaalde geneesmiddelen, materialen of stoffen.
- 2
De ingreep/behandeling
Het inbrengen van de drain
De longarts of de chirurg zal de thoraxdrain plaatsen en de thoraxdrainage uitvoeren. Je krijgt hiervoor een plaatselijke verdoving in de borst waarna je gaat zitten of op de andere zijde gaat liggen. De arts plaatst de drain in de borstholte via een sneetje in de huid. De drain wordt vastgehecht aan de huid zodat deze niet kan verschuiven. Bij een longoperatie wordt de drain tijdens de operatie geplaatst.
De thoraxdrainageNa het inbrengen van de drain word je weer naar je kamer gebracht. De verpleegkundige op de afdeling pneumologie zal regelmatig je bloeddruk, polsslag en temperatuur controleren zodat eventuele complicaties vroegtijdig worden herkend.
Op de afdeling kan je, indien nodig, aangesloten worden op de thoraxvacuum-drainage. Door de zuigkracht van de machine zal er actief aan de drain worden gezogen om de aanwezige lucht of vocht sneller te laten aflopen in de opvangbak. Het aansluiten op de thoraxvacuum-drainage is niet altijd nodig. Soms volstaat het om de afloop van vocht of lucht door de zwaartekracht te laten gebeuren (door de opvangbak op ‘waterslot’ te zetten).
Let tijdens de thoraxdrainage op volgende zaken:
- Adem regelmatig en goed door. Zo voorkom je dat slijm zich zal ophopen in de luchtwegen.
- Beweeg enkel op advies van de verpleegkundige.
- Houd de opvangbak altijd lager dan de thorax (borstkas).
- De opvangbak mag niet omvallen. Gebeurt dit wel, waarschuw dan onmiddellijk de verpleegkundige.
- Waarschuw de verpleegkundige steeds bij toenemende pijn of benauwdheid.
De insteekopening van de drain in de borst wordt dagelijks verzorgd door de verpleegkundige. Er worden controlefoto’s gemaakt om te zien of de long zich goed ontplooit en of de hoeveelheid lucht of vocht afneemt.
Duur van de thoraxdrainage
De duur van de thoraxdrainage verschilt per behandeling en kan niet op voorhand vastgelegd worden.
Het verwijderen van de thoraxdrain
De drain wordt verwijderd op de afdeling. Dit is over het algemeen niet pijnlijk.
- 3
Na de ingreep/behandeling
Hou na de behandeling in het dagelijkse leven rekening met volgende richtlijnen:
- Inspanningen zoals lopen, fietsen, sporten en eventueel werken dienen geleidelijk aan weer opgevoerd te worden.
- 48 uur na het verwijderen van de drain mag je weer douchen.
- Je arts zal je individueel advies geven omtrent vliegreizen, duiken en het verrichten van zware inspanningen.
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinische studies. Dit gebeurt op vrijwillige basis. Indien er op de dienst waar je bent opgenomen een specifiek onderzoek loopt, zal je eventueel gevraagd worden om hieraan deel te nemen. Je hebt de volledige vrijheid om te beslissen of je hier al dan niet op in wenst te gaan. Indien je deelneemt of in de toekomst deelneemt aan klinische studies, kan je met je vragen terecht bij je behandelend arts.