Spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD)

Spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD) is een spraakstoornis.

Synoniemen

SOD
Wat is spraakontwikkelingsdyspraxie?

Wat is spraakontwikkelingsdyspraxie?

Spraak ontwikkelingsdyspraxie (SOD) is een spraakstoornis.

Je kind ondervindt:

  • moeite met het plannen, programmeren, coördineren en controleren van de spraakbewegingen (tong, lippen en kaken).

  • problemen met het selecteren van de juiste klanken uit het klankenarsenaal.

  • moeite om klanken in de juiste volgorde te zetten om een woord te vormen.

Hierdoor komt de verstaanbaarheid in het gedrang.

  • Bij spraakontwikkelingsdyspraxie zijn er geen problemen met de zenuwen of de spieren die nodig zijn voor de spraak. Ook ter hoogte van de hersenen kunnen er met hersenscans geen afwijkingen gevonden worden.

    Een precieze oorzaak is tot op heden nog niet aangetoond.

    • Het brabbelen ontbreekt, begint later of is atypisch (bv. medeklinkers ontbreken of weinig variatie). 

    • Spreken komt meestal laat op gang. 

    • Bepaalde klanken of woorden worden de ene keer goed gezegd, maar de andere keer vervormd, weggelaten of vervangen (een inconsistent foutenpatroon). 

    • Eenzelfde woord kan dus op verschillende manieren uitgesproken worden (bv. ‘a e oe’, ‘panoek’ en ‘poek’ voor pannenkoek). 

    • Hoe langer de woorden, hoe meer fouten er worden gemaakt. 

    • Klankovergangen verlopen moeizaam. Je kind zoekt naar de juiste mondbeweging en ondervindt problemen bij het nazeggen van woorden. 

    • Je kind is moeilijk tot niet verstaanbaar. 

    • Spontane, geautomatiseerde uitingen kunnen wel foutloos uitgesproken worden (bv. tellen tot 10 of liedjes zingen).
Diagnosestelling

Diagnosestelling

Om een diagnose te kunnen stellen, voert een logopedist een spraakonderzoek uit en gaat hij/zij op zoek naar de specifieke kenmerken van SOD.

Oefeningen die hierbij o.a. aan bod komen:

  • Reeksen van twee of drie lettergrepen herhaaldelijk aan een hoger spreektempo laten uitspreken (bv. bada, banada).

  • Articulatorisch complexere woorden herhaaldelijk aan een hoger spreektempo laten uitspreken.

  • Mondmotorische oefeningen herhaaldelijk laten uitvoeren (bv. lippen tuiten of tong van links naar rechts bewegen).

Gaat spaak ontwikkelingsdyspraxie soms gepaard met andere diagnoses?

  • Een ernstige achterstand in de taalproductie.

  • Problemen met zuigen, kauwen, slikken (orale ontwikkelingsdyspraxie).

  • Problemen met de grove en/of fijne motoriek. Sommige kinderen hebben een bijkomende diagnose van Developmental Coordination Disorder (DCD).

  • Lees- en spellingsproblemen.

Behandeling

Behandeling

  • Intensieve logopedische therapie met specifieke programma’s, zoals bv. het Dyspraxieprogramma, waarbij er heel veel oefening en herhaling nodig is, ook buiten de therapiesessies. 

  • Ondersteuning met communicatieve hulpmiddelen (bv. pictogrammen, SMOG, communicatieboekje). 

  • Ondersteuning op school vanuit het ondersteuningsnetwerk. 

  • Een spraak- en taalklasje binnen het buitengewoon onderwijs type 7. 

  • Diensten voor ondersteuning en adviezen aan huis of op school.

Wat kan je doen als ouder?

  • Probeer frustraties te vermijden. 

  • Neem tijd om naar je kind te luisteren. 

  • Geef niet te snel aan dat je begrijpt wat je kind bedoelt als dit niet het geval is. 

  • Maak eventueel gebruik van ondersteunende gebaren, foto’s of pictogrammen.

Wat betekent dit voor later?

De meeste kinderen metSOD blijven het op een of andere manier moeilijk hebben met de uitspraak.Het is dan ook belangrijk om hiermee rekening te houden bij schooloriëntatie en beroepskeuze.

Betrokken diensten

Maak een afspraak

Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen (COS)

Niet beschikbaar