Soms kunnen patiënten plots onrustig of verward worden tijdens hun opname. Onrustige of verwarde patiënten maken meer kans op ongevallen, verloren lopen, vallen ... en kunnen een gevaar betekenen voor zichzelf of voor anderen en de nodige medische zorgverlening belemmeren. Op zo'n momenten kan het nodig zijn om beschermende maatregelen te treffen (fixatie, afzondering, medicatie...), om zowel de patiënt zelf als anderen te beschermen. 

Alleen wanneer het echt niet anders kan, gaan we over tot beschermende maatregelen. 

Onze zorgverleners streven hierbij naar zoveel mogelijk overleg met de patiënt. Wanneer de patiënt geen geïnformeerde toestemming kan geven, wordt de vertegenwoordiger (desgevallend de naaste familieleden) ingelicht. Op grond van de noodtoestand en in spoedgevallen kan de arts of verpleegkundige onmiddellijk dwangmaatregelen nemen in het belang van de patiënt om tijdelijke crisissituaties te overbruggen, wanneer er geen duidelijkheid bestaat over de wil van de patiënt of zijn vertegenwoordiger, of wanneer die niet tijdig kan worden verkregen.

Beschermendemaatregelen worden alleen toegepast wanneer de fysieke integriteit van de patiënt of van anderen in gevaar is. Enkel maatregelen die echt nodig zijn voor de behandeling worden ingezet, in het belang van de patiënt en conform de huidige wetenschappelijke kennis. 

  • Onrustige en verwarde patiënten kunnen hun eigen genezingsproces en gezondheid in gevaar brengen, en de werking van medisch materiaal verhinderen of toestellen foutief bedienen. Ze kunnen ook een gevaar betekenen voor de zorgverleners, andere patiënten en bezoekers. Daarom is het soms nodig dat we vrijheidsbeperkende maatregelen toepassen (fysieke fixatie). Voorbeelden hiervan zijn voorzettafels, bedhekken, pols- en enkelbanden en lendengordels.

    • De beslissing om de vrijheid te beperken gebeurt steeds weloverwogen, enkel als het echt niet anders kan en altijd op een veilige manier volgens vastgelegde procedures. Alle verpleegkundigen en zorgkundigen zijn opgeleid om het materiaal veilig te gebruiken en kunnen de opgestelde richtlijnen steeds raadplegen.
       
    • We streven altijd naar geïnformeerde toestemming van de patiënt en/of zijn vertegenwoordiger. Patiënten en/of familieleden ontvangen aanvullend op het gesprek met de zorgverlener de folder ‘Vrijheidsbeperkende maatregelen bij kwetsbare patiënten’ voor meer informatie.
    • De zorgverlener zal altijd kiezen voor de minst restrictieve vorm van vrijheidsbeperking. 

    De genomen maatregelen worden permanent geëvalueerd door de verpleegkundigen en zo mogelijk afgebouwd. De vrijheidsbeperking wordt minstens 1x/dag in overleg tussen alle betrokken zorgverleners geëvalueerd. De regelmatige evaluatie van de genomen maatregelen is gericht op de afbouw ervan. De patiënt en/of familieleden worden steeds persoonlijk (desgevallend telefonisch) op de hoogte gehouden. De beslissing na de evaluatie wordt steeds zo concreet mogelijk gemotiveerd.

  • Voor patiënten op de dienst spoedgevallen die een gevaar betekenen voor zichzelf of voor anderen kan afzondering in de isolatieruimte nodig zijn. Het gaat om een beschermende maatregel die kan toegepast worden zoals beschreven in de wet betreffende de bescherming van de persoon van de geestesziekte, BS 27/7/1990.

    • De beslissing om isolatie toe te passen gebeurt steeds weloverwogen, enkel als de veiligheid van de patiënt en/of anderen in het gedrang is en altijd op een veilige manier volgens vastgelegde procedures. 
    • De beslissing komt vanuit het begeleidend team, steeds in overleg met de arts en de supervisor. De vraag voor isolatie kan komen van elk teamlid in samenspraak en in overleg met andere teamleden. De maatregel wordt uitgevoerd door een hiertoe opgeleide zorgverlener. 
    • De genomen maatregelen worden permanent geëvalueerd en zo mogelijk afgebouwd. De isolatie wordt minstens 1x/dag in overleg tussen alle betrokken zorgverleners geëvalueerd. Meestal leidt het gebruik van de isolatiekamer tot een “gedwongen opname” in een gespecialiseerde psychiatrische afdeling.
    • We streven altijd naar geïnformeerde toestemming van de patiënt en/of zijn vertegenwoordiger. Patiënten en/of familieleden worden steeds face-to-face of telefonisch op de hoogte gebracht en gehouden van elke beslissing. De beslissing wordt steeds zo concreet mogelijk gemotiveerd.
    • Het kan zijn dat de patiënt vrij in de kamer kan bewegen, maar in sommige gevallen is het nodig de patiënt in de kamer te fixeren. Hiervoor is een aangepast bed met aangepast fixatiemateriaal aanwezig. De kamer staat onder permanent visueel en auditief toezicht vanuit de toezichtsruimte. 
  • Onrustige en verwarde patiënten kunnen ook behandeld worden met kalmerende medicatie. Dit gebeurt enkel wanneer ze een gevaar zijn voor zichzelf of anderen en/of hun toestand de zorgverlening bemoeilijkt. Het gaat hierbij niet over patiënten die in een delirium verkeren (waarbij er een verminderd bewustzijn is en/of er cognitieve veranderingen optreden).

    Afhankelijk van de toestand van de patiënt, kunnen drie soorten medicatie ingezet worden:

    • antipsychotica
    • antihistaminica
    • benzodiazepines

    Het doel van de kalmerende medicatie is om bijvoorbeeld te voorkomen dat de patiënt zichzelf verwondt of ernstige materiële schade veroorzaakt, of om prikkels, impulsen of bewegingsdrang onder controle te krijgen.

    • De beslissing om kalmerende medicatie toe te dienen gebeurt steeds weloverwogen, enkel als de veiligheid van de patiënt en/of anderen in het gedrang is en altijd op een veilige manier volgens vastgelegde procedures. 
    • De beslissing komt vanuit het begeleidend team, steeds in overleg met de arts en de supervisor. De vraag voor isolatie kan komen van elk teamlid in samenspraak en in overleg met andere teamleden.
    • De behandeling met medicatie gebeurt steeds door een hiertoe opgeleide zorgverlener en in overleg met het begeleidend team en de arts.
    • De situatie wordt permanent (minstens 1 x / dag) geëvalueerd en de medicatie zo mogelijk afgebouwd. 
    • We streven altijd naar geïnformeerde toestemming van de patiënt en/of zijn vertegenwoordiger. Patiënten en/of familieleden worden steeds face-to-face of telefonisch op de hoogte gebracht en gehouden van elke beslissing. De beslissing wordt steeds zo concreet mogelijk gemotiveerd.
    • De toediening van de medicatie en de vitale paramaters die nadien gecontroleerd worden, zoals ademhaling, bloeddruk, hartslag en temperatuur, worden genoteerd in het dossier.