UAntwerpen en het UZA bewaren zes miljoen stalen in de Biobank Antwerpen
De Biobank Antwerpen, een gemeenschappelijk project van UZA en UAntwerpen, werd op woensdag 18 december officieel in gebruik genomen.
“Patiënten hebben baat bij analyse lichaamsmateriaal”
De Biobank Antwerpen, een gemeenschappelijk project van UZA en UAntwerpen, werd op woensdag 18 december officieel in gebruik genomen. De biobank is van onschatbare waarde voor het wetenschappelijk onderzoek en de medische vooruitgang.
In de gloednieuwe Biobank Antwerpen wordt een brede waaier aan hoogwaardig menselijk lichaamsmateriaal verwerkt en bewaard. Het gaat om zogeheten restmateriaal, lichaamsmateriaal dat overblijft na een diagnostisch onderzoek of een ingreep, maar bij de meeste stalen betreft het prospectief verzameld researchmateriaal. De arts vraagt dan of een patiënt extra bloedstalen of ander lichaamsmateriaal wil afstaan voor wetenschappelijk onderzoek.
“Het ethisch comité van het ziekenhuis waakt over het correcte gebruik van het materiaal”, zegt Johnny Van der Straeten, gedelegeerd bestuurder van het UZA. “Via samenwerkingsverbanden krijgen we ook lichaamsmateriaal uit de rest van België en zelfs uit alle hoeken van de wereld.”
Respect voor de privacy
De stalen in de biobank worden enkel voor wetenschappelijk onderzoek bewaard. Het UZA en UAntwerpen werken actief mee aan het voortdurend verbeteren van de gezondheidszorg door het voeren van wetenschappelijk onderzoek. “Stalen van menselijk lichaamsmateriaal zijn daarbij van onschatbare waarde”, legt prof. Ronny Blust, vicerector Onderzoek van UAntwerpen, uit. “Dankzij de analyse van lichaamsmateriaal kunnen we blijven innoveren en nieuwe technieken en therapieën ontwikkelen waar de patiënt in de toekomst baat bij zal hebben.”
Onderzoekers van over heel de wereld kunnen stalen voor hun onderzoek aanvragen, en verkrijgen ze pas na goedkeuring door het ethisch comité en/of de biobankadviesraad. Die stalen zijn ontzettend waardevol, bijvoorbeeld wanneer een wetenschapper de rol van een genetische marker bij darmkanker wil ontrafelen. Bij de biobank kan dan het tumorweefsel van patiënten met die specifieke genmutatie worden opgevraagd.
“De stalen worden uiteraard met respect voor de privacy bewaard”, legt coördinator Manon Huizing uit. “De gegevens over het staal en de patiënt worden onder gecodeerde vorm opgeslagen. Alleen de verantwoordelijke onderzoeker kan via een codetabel het staal aan de patiënt linken, zodat in geval van incidentele vindingen de arts of de patiënt hiervan op de hoogte gebracht kan worden.”
Vloeibaar stikstof
Het bewaren van lichaamsmateriaal is niet nieuw in Antwerpen. In vroeger tijden hielden veel dokters apart stalen bij. Huizing: “In de nieuwe Biobank wordt alles centraal bewaard en onder optimale omstandigheden. Zo maken we onder meer gebruik van het volautomatische opslagsysteem Askion, dat een continue temperatuur van minimaal -150 °C garandeert. De wanden van Askion zijn gevuld met vloeibaar stikstof. Als de stroom zou uitvallen, zorgen noodgeneratoren ervoor dat de temperatuur gewaarborgd blijft.”
Enkele opvallende cijfers:
- De koudste vriezer heeft een temperatuur van -196 °C.
- Het oudste staal in de Biobank Antwerpen is 23 jaar oud.
- De stalen worden bewaard in 2D-gelabelde cryobuisjes van een halve tot twee ml groot.
- De Biobank Antwerpen beheert stalen van meer dan 8000 verschillende patiënten.
- Alles samen worden er ongeveer zes miljoen stalen bewaard.
- Er is binnen het volautomatische opslagsysteem Askion ruimte voor 150 000 stalen met cryogene opslag.