Voor steeds meer alleenstaanden, lesbische koppels en koppels bij wie de man onvruchtbaar is, vormt spermadonatie een oplossing voor een onvervulde kinderwens. Door de toenemende vraag is er een groot tekort aan spermadonoren.

Praktisch

Spermadonor worden

Er gelden specifieke selectiecriteria om spermadonor te worden.

Voor je echt spermadonor wordt, onderga je een aantal testen en gesprekken. Na een viertal weken weet je of je daadwerkelijk in aanmerking komt. Na een achttal weken zal de donatie definitief in gang worden gezet.

In een eerste fase lever je 1 of 2 spermastalen af voor een proefinvriezing. Het tweede staal na minimaal 2 dagen en maximaal 2 maanden na de eerste donatie. Daarna onderga je een uitgebreid klinisch onderzoek en heb je een gesprek met een androloog. Aansluitend onderga je een bloedproef. Als je deze fasen met succes doorloopt, ben je spermadonor.

Voor meer informatie over donor worden en de richtlijnen voor het verkrijgen en afgeven van een spermastaal kun je terecht bij het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde. Kandidaat-donoren moeten ook een afspraak maken.

BSA-labo (spermastalen)

Niet beschikbaar
Route 140

Centrum voor Reproductieve Geneeskunde (Fertiliteit)

Niet beschikbaar
Route 140
Rechten en plichten

Rechten en plichten

Als donor heb je ook een aantal rechten en plichten:

  • Je blijft anoniem
    Net als bloeddonoren blijf je als spermadonor anoniem. De patiënten die een beroep doen op donorsperma weten niet wie de donor is en je weet niet wie gebruik maakt van je stalen.
  • Je doneert regelmatig
    Eenmaal je aanvaard bent als spermadonor, vragen we je om regelmatig een staal te doneren. Elke week is een goede regelmaat.
  • Je bezorgt bij iedere donatie een urinestaal
    Bij iedere donatie moet je een potje met ochtendurine afgeven.