Ballondilatatie van de hartklep of kransslagader
Een ballondilatatie is het verwijden van een vernauwde plek in de kransslagader door het opblazen van een ballonnetje dat in de slagader geschoven wordt.
Binnenkort naar het UZA?
Heb je binnenkort een afspraak bij het UZA of kom je iemand bezoeken? Beantwoord enkele vragen en krijg handige tips voor je UZA-bezoek, van thuisvoorbereiding tot navigatie in het ziekenhuis.
Maak een afspraak
Cardiochirurgie
Wat is een ballondilatatie van de hartklep of kransslagader?
Een ballondilatatie is het verwijden van een vernauwde plek in de kransslagader door het opblazen van een ballonnetje dat in de slagader geschoven wordt. Dat ballonnetje is 1 tot 4 centimeter lang en heeft, in opgeblazen toestand, een doorsnede van 1,5 tot 5 millimeter. Het drukt de vernauwing plat, zodat het bloed weer normaal kan stromen. Door de vernauwing weg te nemen, komt de doorbloeding van de hartspier weer beter op gang.
Behandeling / Verloop
- 1
Voor de ingreep/behandeling
Bij je opname op de verpleegafdeling helpt een verpleegkundige je verder. We nemen bloedstalen om de bloedstolling en nierfunctie te controleren. Zo nodig doen we aanvullende onderzoeken zoals een radiografie van de borst (longfoto), een elektrocardiogram (hartfilm) en/of een echografie. De verpleegkundige overloopt samen met jou een vragenlijst.
Meld of je allergisch bent voor bepaalde producten en welke operaties je eerder onderging.- De dag van het onderzoek mag je niets meer eten.
- Water drinken en uw medicatie nemen mag wel.
- Als je bloedverdunnende medicatie neemt, bespreek je eerst met je verwijzende arts of je deze mag innemen.
- We vragen je steeds een toelating voor het onderzoek te ondertekenen.
- Voor we je naar het kathlab brengen, trek je een ziekenhuishemd aan.
- De verpleegkundige plaatst een infuus in jouw arm.
- Om hygiënische redenen wordt je lies geschoren.
- Tandprotheses en juwelen laat je op de kamer.
- Eventuele nagellak moet je verwijderen.
- Je wordt in het ziekenhuisbed naar het kathlab gebracht.
- 2
De ingreep/behandeling
Er wordt een elektrocardiogram aangelegd zodat we jouw hartritme tijdens het onderzoek voortdurend kunnen volgen. De uitvoerende arts beslist welke toegangsweg gebruikt wordt: de lies of pols. De hartspecialist verdooft vervolgens je lies of pols. Je voelt een prikje waarna de aanprikplaats gevoelloos wordt. Hierna wordt een kort buisje in je slagader geplaatst waarlangs de katheters (lange dunne buisjes) opgeschoven worden tot aan jouw hart. Hier voel je verder niets van, omdat de binnenzijde van een slagader volledig gevoelloos is. De katheter wordt verder geschoven in jouw linkerhartkamer waar de bloeddruk gemeten wordt. Van deze kamer wordt ook een film gemaakt om de hartpompfunctie na te gaan. Je zal een kortstondig warmtegevoel ervaren dat door heel je lichaam trekt: letterlijk van kop tot teen. Dat is een normaal verschijnsel dat veroorzaakt wordt door de toegediende contrastvloeistof.
ballondilatatie
Door de katheter aan je kransslagader wordt een dun draadje gebracht tot voorbij de vernauwing. Over dit draadje wordt een klein ballonnetje geschoven tot op de juiste plek. Dan wordt het ballonnetje enkele keren opgeblazen. Meestal ondervind je dan een lichte druk op de borst. Die verdwijnt als het ballonnetje weer afgelaten wordt. Dat wordt indien nodig enkele keren herhaald. Indien mogelijk gebeurt de ballondilatatie aansluitend op het onderzoek, anders gebeurt het de volgende dag. Dat kan om verschillende redenen: de gebruikte contrastvloeistoff en zijn nog niet uitgescheiden, het dagprogramma van het kathlab laat het niet toe, of het noodzakelijke overleg tussen de cardiologen en je verwijzende arts kon nog niet doorgaan. - 3
Na de ingreep/behandeling
Wanneer het onderzoek of de behandeling voorbij is, worden de katheters verwijderd en wordt een drukverband aangelegd. Bij een onderzoek via de lies wordt het buisje in je lies ofwel meteen, ofwel na enkele uren op uw kamer verwijderd, afhankelijk van uw situatie. Dit gebeurt met een propje of met een afdrukklem. Nadien wordt een drukverband aangelegd.
Terug op je kamer
Na het onderzoek keer je terug naar je kamer. De verpleegkundige kijkt je pols en bloeddruk regelmatig na en controleert of er geen bloeding ter hoogte van de aanprikplaats optreedt. Vanaf dan mag je weer eten en drinken en krijg je twee liter vocht via een infuus. Dat dient om de contraststof, die tijdens het onderzoek gebruikt werd, uit te scheiden. Afhankelijk van het onderzoeksresultaat is het mogelijk dat jouw arts hier anders over beslist.Rusten
Na een onderzoek via de lies moet je in bed blijven. De verpleegkundige meld je hoelang. De avond of ochtend na het onderzoek controleert de arts jouw lies.
Na een onderzoek via de pols mag je, na toestemming van de verpleegkundige, meteen uit bed. We vragen je wel om op je kamer te blijven. Er is altijd een risico op een laattijdige complicatie. Belast de pols die werd aangeprikt de eerste dagen
niet te veel.Als er een onderhuidse bloeding optreedt nabij de aanprikplaats, wordt een bijkomend echo-onderzoek uitgevoerd.
- 4
Naar huis
De ochtend na het onderzoek komt de arts langs voor een laatste controle van de aanprikplaats, de bloedresultaten en het elektrocardiogram. Als alles in orde is, mag je weer naar huis.
De ontslagpapieren zijn beschikbaar vanaf 11 uur. Zodra je deze ontvangt, kan je het UZA te verlaten. Kom je van een ander ziekenhuis? Dan word je weer opgehaald door het ziekenvervoer. Jouw verwijzende arts krijgt al je onderzoeks- of behandelingsresultaten en zal je verder informeren. Vier tot zes weken na een ballondilatatie kom je weer op controle bij de cardioloog.
Aandachtspunten tijdens de eerste week
Na een katherisatie via de lies:
- Je mag douchen, maar geen ligbad nemen.
- Je mag geen zware lasten tillen.
- Je mag niet fietsen.
- Je mag niet hard persen op het toilet.
Na een katherisatie via de pols:
- Je mag geen zware lasten tillen.
In beide gevallen:
Als je merkt dat er ter hoogte van de prikplaats veranderingen optreden zoals roodheid, jeuk, warmte of een pijnlijke zwelling, contacteer dan je huisarts. Je krijgt voor een bepaalde periode bloedverdunners voorgeschreven. Die remmen de natuurlijke neiging tot bloedstolling af. Bij het gebruik van deze medicatie mag je nooit pijnstillers op basis van aspirine nemen! Vraag aan je arts welke pijnmedicatie wel mag. Stop of verander nooit op eigen initiatief je medicatie.
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinische studies. Dit gebeurt op vrijwillige basis. Indien er op de dienst waar je bent opgenomen een specifiek onderzoek loopt, zal je eventueel gevraagd worden om hieraan deel te nemen. Je hebt de volledige vrijheid om te beslissen of je hier al dan niet op in wenst te gaan. Indien je deelneemt of in de toekomst deelneemt aan klinische studies, kan je met je vragen terecht bij je behandelend arts.