IVF en ICSI
In-vitrofertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma injectie (ICSI)
Binnenkort naar het UZA?
Heb je binnenkort een afspraak bij het UZA of kom je iemand bezoeken? Beantwoord enkele vragen en krijg handige tips voor je UZA-bezoek, van thuisvoorbereiding tot navigatie in het ziekenhuis.
Maak een afspraak
Centrum voor Reproductieve Geneeskunde (Fertiliteit)
Wat is in-vitrofertilisatie (IVF)?
Bij in-vitrofertilisatie (IVF) of proefbuisbevruchting (letterlijk in-glasbevruchting) gebeurt de bevruchting niet in de eileider, maar in een schaaltje in het laboratorium. In dat schaaltje brengt de embryoloog zaadcellen samen met de verzamelde eicellen.
Bij ICSI wordt de eicel in het schaaltje rechtstreeks geïnjecteerd met één zaadcel.
Daarna gaat het schaaltje in een incubator om bevruchting en embryodeling toe te laten. Vervolgens worden één (of meerdere) embryo’s in de baarmoeder teruggeplaatst, in de hoop dat het embryo zich innestelt en tot een gezond kind uitgroeit.
Om meerlingen te voorkomen, plaatsen de artsen maar een beperkt aantal embryo’s terug volgens de wettelijke normen, en in functie van de leeftijd, aard en duur van het vruchtbaarheidsprobleem, alsook het aantal voorafgaande behandelingen.
Fasen
- 1
Fase 1: stimulatie van de eierstokken
Jouw natuurlijke menstruatiecyclus wordt vervangen door een medisch gecontroleerde stimulatie. Daarom moet je bij aanvang van de behandeling medicatie nemen. Met hormonale inspuitingen stimuleren we de eierstokken om verschillende eicellen te laten rijpen in de eierstokken. De stimulatie wordt opgevolgd met bloedafnames en echografieën.
Er zijn verschillende stimulatieprotocols of -schema’s: de fertiliteitsarts zal - rekening houdend met de diagnose, jouw leeftijd en eventuele vorige behandelingen - een schema voorstellen.
- 2
Fase 2: eicelpick-up (eicelaspiratie) en productie spermastaal
Eicelpick-up
Na een 10-tal dagen met hormonale inspuitingen, zijn de eiblaasjes (follikels) groot genoeg (15 tot 20mm) en kunnen de rijpe eicellen geoogst worden. De eicellen worden verzameld (pick-up of aspiratie) met een fijne, holle naald via een vaginale punctie onder echografie. Dit gebeurt tijdens een dagopname en duurt zo’n 15 tot 30 minuten. De procedure gebeurt onder lokale verdoving of onder lokale verdoving in combinatie met virtual reality bril of onder algemene verdoving.Productie spermastaal
Jouw partner moet op de dag van de pick-up een sperma-staal aanmaken en afleveren op het CRG. In bepaalde gevallen wordt een beroep gedaan op donorsperma, ingevroren sperma of ingevroren teelbalweefsel. Over deze uitzonderingen krijg je individueel informatie. - 3
Fase 3: de in-vitrofertilisatie
Na een selectie van de meest beweeglijke zaadcellen worden ze in een schaaltje bij de eicellen gebracht*. Daarna gaat het schaaltje in een incubator om bevruchting en embryodeling toe te laten. 18 tot 24 uur later onderzoekt het labo of en hoeveel eicellen er bevrucht zijn. We bellen je op met het resultaat van de bevruchting en je krijgt een afspraak voor de transfer (terugplaatsing).
De bevruchte eicellen (zygoten) gaan weer in de incubator om ze verder te laten delen en waar ze uitgroeien tot embryo’s. Het groeiproces en de kwaliteit worden goed opgevolgd. Op basis van deze gegevens wordt bepaald welke embryo's in aanmerking komen voor terugplaatsing in de baarmoeder (embryotransfer) of voor invriezing (cryopreservatie).
* Bij ICSI wordt de eicel in het schaaltje rechtstreeks geïnjecteerd met een zaadcel.
- 4
Fase 4: terugplaatsing embryo's (embryotransfer)
Enkele dagen na de pick-up worden de embryo’s geselecteerd voor terugplaatsing in de baarmoeder. Een terugplaatsing kan op de 3de of 5de dag na de eicelpick-up. Voor de terugplaatsing is geen ziekenhuisopname nodig.
De terugplaatsing gebeurt met een fijne katheter die via de baarmoederhals tot in de baarmoederholte wordt gebracht. Daar wordt de embryo onder echografische controle in een klein druppeltje vloeistof achtergelaten.
Je komt best met een volle blaas. Het aantal embryo’s dat wordt teruggeplaatst is wettelijk bepaald en afhankelijk van jouw leeftijd en het aantal pogingen. Het doel is om de kans op zwangerschap optimaal te laten zijn en tegelijkertijd het risico op een meerlingzwangerschap te beperken.
- 5
Fase 5: invriezen van overgebleven embryo’s (cryopreservatie)
Wanneer na de embryotransfer nog embryo’s van topkwaliteit overblijven, kunnen deze worden ingevroren (cryopreservatie). Alvorens een nieuwe IVF-poging dienen de ingevroren embryo's te worden ontdooid in een cryocyclus. De terugplaatsing van ontdooide embryo’s gebeurt in een spontane, een optimaal gestimuleerde of een gesubstitueerde (= vervang-)cyclus.
Dankzij vitrificatie geeft het terugplaatsen van ingevroren/ontdooide embryo’s evenveel kans op zwangerschap als een terugplaating van verse embryo’s na een klassieke IVF-behandeling.
Het aantal teruggeplaatste embryo’s is ook hier weer afhankelijk van de leeftijd van de patiënte en van het aantal voorgaande pogingen en is bij wetgeving bepaald. Zo kan het zijn dat een verse cyclus waarbij een aantal embryo’s werden ingevroren, gevolgd wordt door meerdere cryocycli.
Alle ingevroren embryo’s blijven eigendom van het koppel dat hiervoor de volle morele verantwoordelijkheid draagt. Meld daarom elke adres- of relatiewijziging aan de afdeling. Wanneer het centrum je niet meer kan bereiken, verlies je de rechten op de embryo’s.
- 6
Fase 6: Zwangerschapstest
Een tweetal weken na de embryotransfer kan je bloed laten nemen voor de zwangerschapstest. Als je zwanger blijkt, nemen we de eerste echo op 7 weken. Nadien ga je terug naar jouw eigen gynaecoloog.
Als je niet zwanger bent, wordt een nieuwe poging ondernomen of worden eerst de ingevroren embryo’s ontdooid en teruggeplaatst. Als er geen ingevroren embryo’s zijn, wordt een nieuwe cyclus gepland. Na een eerste poging maak je best een afspraak met jouw behandelende arts.
Risico’s
Een complicatie van een hormonale stimulatie is dat de eierstokken gaan overreageren en er meer dan gemiddeld aantal follikels aangemaakt wordt. Wanneer er een sterke reactie op de hormonale behandeling wordt vastgesteld, zal er een nog nauwgezettere monitoring volgen met aanpassing van de dosis. Soms kan de arts ook opteren om de cyclus stop te zetten.
Bij een ovarieel hyperstimulatie syndroom (OHSS) zien we vaak de volgende symptomen:
- onderbuikpijnen
- opgezette buik
- gewichtstoename
- maaglast
- misselijkheid
- kortademigheid.
Bij het optreden van dergelijke klachten moet je altijd contact opnemen met het CRG. Met een echografie kunnen we vergrote eierstokken en vrij vocht in de buikholte zien. We voeren ook een algemene bloedname uit. In eerste instantie schrijven we bedrust en een eiwitrijke voeding voor. De patiënt moet regelmatig op controle komen voor echografie en bloedname. Een ernstige OHSS kan leiden tot een ziekenhuisopname. Er bestaat een potentieel risico voor het vormen van bloedklonters.
Een minder ernstige complicatie is het voorkomen van allergische reacties op de hormonale therapie.
De eicelpick-up is een operatieve ingreep met mogelijke complicaties, zoals een hevige nabloeding (op de punctieplaats van de naald) of een infectie. Zeer zelden kunnen er ook organen in de buurt (met name de blaas of darmen) of bloedvaten geraakt worden.
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinische studies. Dit gebeurt op vrijwillige basis. Indien er op de dienst waar je bent opgenomen een specifiek onderzoek loopt, zal je eventueel gevraagd worden om hieraan deel te nemen. Je hebt de volledige vrijheid om te beslissen of je hier al dan niet op in wenst te gaan. Indien je deelneemt of in de toekomst deelneemt aan klinische studies, kan je met je vragen terecht bij je behandelend arts.
'Dan regel je alles om twee dagen later een paar uur te kunnen verdwijnen, blijkt het eiblaasje pas na drie dagen groot genoeg. Gelukkig steunden mijn collega's en werkgever mij honderd procent.'
Elke (28)