De ziekte van Hirschsprung

De ziekte van Hirschsprung is een aangeboren aandoening waarbij de darm de ontlasting niet richting anus kan bewegen, omdat de zenuwcellen in een bepaald deel van de darmwand ontbreken. Gevolg: de onlasting kan niet door en stapelt zich op (obstipatie). 

Waaraan kan je de ziekte van Hirschsprung herkennen?

  • De baby maakt de eerste 24 uur na de geboorte geen ontlasting.
  • De voeding wordt niet goed verdragen: overgeven.
  • Het buikje is erg bol.

Welke onderzoeken kunnen de diagnose bevestigen?

Een foto met contrastvloeistof via de anus. En een biopsie van een klein stukje darm.

Hoe wordt de ziekte van Hirschsprung behandeld?

Tijdelijke behandeling:

De darm van de baby wordt leegegemaakt door een klein buisje via de anus in te brengen om lucht en darminhoud naar buiten te laten komen. Zo kan de darm vrij snel leeggemaakt worden, het bolle buikje verdwijnt en de voeding kan weer opgestart worden.

Definitieve behandeling: een operatie

In het UZA gebruiken we vaak een combinatie van hoogtebepaling en het losmaken van de darm in de buik via een kijkoperatie:

  • Het aangetaste deel van de dikke darm wordt weggenomen.
  • Het niet-aangetaste deel van de dikke darm wordt verbonden met de anus.

Na de ingreep maakt de baby, meestal vaker dan normaal, ontlasting. Daarom moet extra aandacht besteed worden aan het beschermen van de huid. Om samentrekken en vernauwing van het litteken tegen te gaan, worden kleine staafjes ingebracht (zoals een thermometer). Deze staafjes rekken de nieuwe verbinding een beetje op. De ouders kunnen dit zelf doen thuis. 

Omdat het soms nodig is om later de darmpassage nog bij te sturen, worden de kinderen na een operatie opgevolgd. Het is ook mogelijk dat de zindelijkheidstraining extra begeleid moet worden.

Laatst aangepast: 19 januari 2021
Auteur(s): Team abdominale heelkunde