Evenwichtsproblemen bij kinderen
Uit onderzoek is gebleken dat evenwichtsproblemen vaker voorkomen bij kinderen dan voorheen werd gedacht.
Wat zijn evenwichtsproblemen bij kinderen?
Uit onderzoek is gebleken dat evenwichtsproblemen vaker voorkomen bij kinderen dan voorheen werd gedacht. Momenteel vindt er al veel onderzoek plaats om de werking van het evenwicht bij volwassenen volledig in kaart te brengen, maar bij kinderen is dit tot nu toe nog niet (structureel) gebeurd. Nochtans is het evenwicht bij kinderen van groot belang bij de ontwikkeling van een aantal vaardigheden, zoals:
- leren lopen en schrijven (motoriek)
- taalontwikkeling en ruimtelijke oriëntatie (cognitie).
Sommige kinderen hebben een verhoogde kans op evenwichtsproblemen, zoals bijvoorbeeld kinderen met gehoorverlies.
Symptomen
Een evenwichtsstoornis kan soms op jonge leeftijd al merkbaar zijn, bijvoorbeeld wanneer baby’s leren omrollen, zitten of lopen. Hierbij kunnen verminderde evenwichtsreacties er soms voor zorgen dat deze motorische ontwikkeling wat langzamer verloopt dan bij leeftijdsgenootjes.
Sommige baby’s liggen niet graag op hun buik en blijven liever in rugligging spelen. Of ze blijven in dezelfde houding zitten/liggen en kunnen zich niet zelf naar een andere houding verplaatsen. Bijvoorbeeld van lig- tot zit-, of van zit- naar kruiphouding.
Soms kan het kind ook sneller struikelen of onhandiger zijn. Lopen op oneffen ondergrond of in het donker is moeilijker wanneer er een evenwichtsstoornis is. Oudere kinderen kunnen meer moeite hebben met hand- en balvaardigheden als gevolg van een verminderde controle over het lichaam tijdens bewegingen.
Het is belangrijk om te weten dat alle genoemde klachten kunnen voorkomen, en dat deze dus niet altijd bij je kind aanwezig hoeven te zijn of dat ze (alsnog) zullen optreden.
Behandeling
- 1
Evenwichtsonderzoek
Het evenwichtsonderzoek in het UZA is een gespecialiseerd onderzoek, dat ongeveer een half uur tot een uur in beslag neemt, afhankelijk van de medewerking en leeftijd van je kind. Het onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen, maar het is niet altijd nodig (of mogelijk) om alle onderdelen te doen.
Meestal worden enkele klevers met elektroden rond de ogen van je kind aangebracht. Het aanbrengen van de klevers neemt slechts enkele minuten in beslag. Je kind (of jij met je kind) gaat op een vaste stoel in een speciale donkere ruimte zitten om naar verschillende lichtpunten of bewegende beelden op een scherm te kijken. Het is mogelijk dat je kind een speciale bril op krijgt. Je bent zelf ook aanwezig in die ruimte. Daarna beweegt de stoel waar je kind (of jij met je kind) op zit langzaam heen en weer.
Daarnaast is er ook een test waarbij wij elektroden kleven in de nek en één op het voorhoofd van je kind. Je kind zal daarna in een liggende houding gevraagd/gestimuleerd worden opzij te kijken.
Door steeds goed naar de ogen te kijken of in het geval van de laatste test de nekspanning, krijgen we zicht in de werking van de evenwichtsorganen bij je kind. Het onderzoek is kindvriendelijk en je kind wordt er doorgaans niet duizelig van.
Waar zal het onderzoek plaatsvinden?
Je mag je aanmelden bij de balie van de dienst NKO UZA (route 125). De audioloog zal je begeleiden naar de afdeling waar het evenwichtsonderzoek gebeurt. Als ouder mag je gedurende het ganse onderzoek bij je kind blijven. - 2
Behandeling
Er zijn verschillende manieren waarop een kind geholpen kan worden in zijn motorische ontwikkeling. Door baby’s al vroeg te laten kennismaken met omrollen, liggen en spelen op de buik, worden ze sterker en krijgen ze een betere hoofd- en rompbalans. Ook leren ze zo met houding- en bewegingsveranderingen om te gaan.
Daarnaast wordt het aangeraden om kinderen op blote voeten te laten spelen, kruipen en lopen. Op deze manier krijgt een kind meer informatie vanuit zijn voeten waardoor hij gemakkelijker het evenwicht kan bewaren tijdens staan en lopen.
Het is belangrijk om kinderen stevige schoenen aan te trekken met voldoende steun aan de hiel, liefst tot boven de enkel en met voldoende reliëf of grip onder de zool.
Ook is het goed om kinderen aan te moedigen in hun motorische ontwikkeling en veel te laten spelen met bijvoorbeeld driewielers, fietsen (eventueel met zij-wieltjes), steps of skateboards.
Als het nodig is, kan er ook verwezen worden naar een kinésist voor aanvullende behandeling.