Hematopoïetische stamceltransplantatie
Bij een stamceltransplantatie krijgt de patiënt gezonde, goedwerkende stamcellen toegediend.
Binnenkort naar het UZA?
Heb je binnenkort een afspraak bij het UZA of kom je iemand bezoeken? Beantwoord enkele vragen en krijg handige tips voor je UZA-bezoek, van thuisvoorbereiding tot navigatie in het ziekenhuis.
Maak een afspraak
Hematologie en hemostase
Wat is hematopoïetische stamceltransplantatie?
Bij een stamceltransplantatie krijgt de patiënt gezonde, goedwerkende stamcellen toegediend. Die cellen zijn in staat om in een ander celtype te veranderen en zo defecte of afwezige cellen in het lichaam te vervangen. Vroeger was daarvoor een beenmergpunctie (beenmergtransplantatie) nodig die meer belastend was voor de donor. Nu gebeurt dat door een bloedtransfusie.
Soorten
Op basis van de aard van de ziekte en de leeftijd van de patiënt wordt het type transplantatie bepaald:
Bij welke ziekten?
In het UZA wordt de therapie toegepast bij verschillende vormen van kanker, niet-kwaadaardige bloedziekten en stofwisselingsziekten. Alleen bij die kankers die voldoende gevoelig zijn voor chemotherapie, kan stamceltherapie gebruikt worden als ondersteunende behandeling:
- acute en chronische leukemie
- myelodysplastisch syndroom (MDS)
- Hodgkin-lymfoom (ziekte van Hodgkin) en Non-Hodgkin lymfomen
- multipel myeloom (ziekte van Kahler)
Mogelijke ongemakken / risico's
- Bijwerkingen van chemotherapie of radiotherapie zorgen voor een afwijkend bloedbeeld (lager aantal witte of rode bloedcellen of bloedplaatjes)
- Infecties: de meest voorkomende symptomen hiervan zijn koorts, rillingen, zweten, neusloop, hoest, kortademigheid, slijmproductie, diarree, branderig gevoel bij het plassen, ruikende urine, rode gezwollen huid
- Niet aanslaan van de stamcellen: Het komt zelden voor dat stamcellen niet aanslaan. Indien dit toch het geval is en u de stamcellen afstoot, overlegt uw arts met u de mogelijkheden om opnieuw stamcellen van uw donor op te vragen en toe te dienen.
Behandeling / Verloop
Hoe worden de stamcellen afgenomen?
Het Centrum voor Celtherapie en Regeneratieve Geneeskunde (CCRG) van het UZA heeft een stamcellenbank. Die worden verkregen via een specifieke procedure waarbij de stamcellen als het ware in het beenmerg worden ‘opgejaagd’ zodat ze in de bloedbaan terechtkomen. Eens deze in voldoende aantal in het bloed verschijnen, volgt de collectie.
- 1
Voor de ingreep/behandeling
- Voor de transplantatie krijg je een behandeling met chemotherapie en/of radiotherapie.
- Op de verpleegafdeling onderga je nog enkele onderzoeken:
- Een centraal veneuze katheter wordt geplaatst
- Bloedonderzoek
- Bacteriologisch onderzoek van de keel, het bloed, de urine en de stoelgang
- RX Thorax: de verpleegkundige van radiologie neemt een foto van je longen
- Totale lichaamsbestraling: meten van bloeddruk, temperatuur, pols, zuurstofgehalte in het bloed en gewicht
- 2
De ingreep/behandeling
De stamcellen worden via de bloedbaan aan de patiënt toegediend en vinden zelf hun weg. De duurtijd van het inlopen is afhankelijk van het volume dat moet worden toegediend. Meestal duurt deze tussen een half uur en een uur.
- 3
Na de ingreep/behandeling
Ongeveer 12 dagen na het toedienen van de stamcellen treedt er een herstel op van het beenmerg. Tijdens deze periode worden er maatregelen genomen om je te beschermen en te voorkomen dat je in contact komt met bacteriën, gisten en/of schimmels:
- Je verblijft in omgekeerde isolatie
- Je krijgt preventieve medicijnen toegediend
- Jouw voeding wordt aangepast
- 4
Naar huis
Om na een stamceltransplantatie het ziekenhuis te kunnen verlaten, spelen enkele factoren een rol:
- Je kan uw medicatie innemen in de vorm van pilletjes of siroop en hierbij voldoende eten en drinken. Dit is belangrijk om uitdroging te voorkomen
- Eventuele infecties moeten onder controle zijn
- Er mogen geen symptomen van afstoting aanwezig zijn zoals overmatige diarree, koorts, gestoorde levertesten
- We brengen je een aantal dagen voor jouw ontslag op de hoogte. Meld alles waar je aan denkt en waar we je mee kunnen helpen (zoals thuisverpleging of thuishulp), zodat we hier tijdig op kunnen inspelen.
- Om een verblijf in omgekeerde isolatie te verlaten, moet je minstens 500 neutrofielen hebben ten opzichte van het totaal aantal witte bloedcellen.
De raadpleging in het oncologisch en hematologisch dagcentrum zal je in de eerste maanden na stamceltransplantatie nauwgezet opvolgen. Indien je medicatie tegen afstoting neemt, word je bloedspiegel 1x per week in het dagcentrum gecontroleerd. Er kunnen bijkomende onderzoeken plaatsvinden zoals bijvoorbeeld een beenmergpunctie of een radiologisch onderzoek. Indien nodig krijg je ook transfusies van rode bloedcellen en/of bloedplaatjes.
Word stamceldonor
Het Rode Kruis-Vlaanderen is voortdurend op zoek naar stamceldonoren. Omdat de kans op overeenstemming van het weefseltype 1 op 50.000 is, is er een grote nood aan kandidaat-donoren en wordt er wereldwijd samengewerkt.
Als je bereid bent stamcellen af te staan, kan je je laten opnemen in het Belgische stamcelregister.