NKO-problemen bij kinderen met downsyndroom
Kinderen met downsyndroom hebben een grote kans om problemen te ontwikkelen op het vlak van de neus, keel en oren.
Wat zijn NKO-problemen bij kinderen met downsyndroom?
Kinderen met downsyndroom hebben een grote kans om problemen te ontwikkelen op het vlak van de neus, keel en oren. Alle kinderen die worden opgevolgd door het downteam, komen daarom op regelmatige basis ook bij de NKO-arts.
Gehoorproblemen
Bij kinderen met downsyndroom is er een grotere kans op gehoorverlies. Het gehoorverlies kan het gevolg zijn van:
- een smalle gehoorgang
- een ophoping van oorsmeer
- een vochtophoping in het middenoor
- een probleem in het binnenoor (slakkenhuis) en de gehoorzenuw.
Dit gehoorverlies kan een negatieve invloed hebben op de taal-en spraakontwikkeling en ook op de emotionele ontwikkeling van je kind of de interactie met de omgeving. Daarom zal het gehoor van bij de geboorte regelmatig worden worden getest. Deze gehoortest wordt aangepast aan de leeftijd en vaardigheden van je kind en afgenomen door audiologen die bijzondere ervaring hebben met het testen van jonge kinderen.
Soms is het niet mogelijk om een betrouwbare gehoortest af te nemen en dan is het aangewezen om een objectieve gehoortest (BERA test) te doen.
Het gehoorverlies kan in sommige gevallen worden behandeld door het plaatsen van trommelvliesbuisjes. Bij andere kinderen kan een hoorapparaat een goede oplossing zijn.
Infecties
Bovenste luchtweginfecties, waaronder terugkerende of aanhoudende oorontstekingen en aanslepende neusverkoudheid, komen veel voor bij kinderen met downsyndroom. Dit heeft te maken met de bouw/aanleg van de oren en de neuskeelholte, en ook met de werking van het afweersysteem bij kinderen met downsyndroom.
Slaapapneu
Slaapapneu
Kinderen met downsyndroom hebben een grotere kans op het ontwikkelen van obstructief slaap apneu syndroom (OSAS). Dit betekent dat tijdens de slaap adempauzes voorkomen. Snurken en adempauzes worden veroorzaakt door een vernauwing van de neuskeelholte. Bij kinderen met down is er vaak een vernauwing op meerdere plaatsen (ter hoogte van de neus-keelamandelen, de tong of net boven de stembanden). Ook het feit dat de bovenkaak vaak wat afgevlakt is en meer naar achter staat en/of overgewicht kunnen een rol spelen.
De NKO-arts zal regelmatig vragen naar klachten die gerelateerd zijn met slaapapneu (snurken, onrustig slapen, gedrag overdag, etc) en zo nodig verder onderzoek inzetten. Zoals geadviseerd in de Downpas zal rond de leeftijd van 4 jaar, ongeacht eventuele klachten, een slaaponderzoek worden afgesproken.
Opvolging
De eerste jaren worden kinderen met downsyndroom elke 6 maanden door de NKO-arts gezien. Tijdens deze controle (op de dienst NKO):
- worden eventuele klachten besproken;
- kijkt de arts de oren, neus en keel na;
- voert de arts een gehoortest uit.
Daarna wordt je kind jaarlijks opgevolgd.