Radiotherapie
Door radiotherapie of plaatselijke bestraling worden kankercellen beschadigd of vernietigd.
Synoniemen
Binnenkort naar het UZA?
Heb je binnenkort een afspraak bij het UZA of kom je iemand bezoeken? Beantwoord enkele vragen en krijg handige tips voor je UZA-bezoek, van thuisvoorbereiding tot navigatie in het ziekenhuis.
Praktisch
- Jouw behandelend arts verwijst je door naar een van de ziekenhuizen binnen het Iridium Netwerk voor de nodige afspraken.
- Hou je rijksregisternummer of BSN bij de hand.
- Verwittig tijdig als je niet aanwezig kan zijn! Anders kan een bedrag van €22,40 aangerekend worden.
Soorten
Waarom krijg je radiotherapie?
Radiotherapie is een lokale behandeling. Ze werkt dus niet in het hele lichaam, maar enkel gericht op de plaats waar de stralen afgegeven worden.
Er zijn verschillende situaties waarin voor een bestralingsbehandeling gekozen kan worden:
- Curatief
Bestraling van de tumor zelf, om deze te vernietigen. Er vindt geen operatie plaats. Soms wordt radiotherapie wel gecombineerd met chemotherapie, om de gevoeligheid van de tumor voor de stralen te verhogen. Men noemt deze behandeling ook definitieve (chemo)radiotherapie. - Neoadjuvant/preoperatief: vóór een operatie
Bestraling om de tumor verkleinen en zo een volledige operatieve verwijdering te bevorderen. - Adjuvant/postoperatief: na een operatie
Bestraling van de plaats waar de tumor gezeten heeft (het tumorbed) om eventuele achtergebleven kankercellen te vernietigen en de kans op een herval te verkleinen. - Palliatief
In een gevorderd stadium kan bestraling gebruikt worden om symptomen te verminderen, zoals bestraling van een pijnlijke botmetastase.
- Curatief
Bijwerkingen
Radiotherapie is de voorbije jaren sterk verbeterd dankzij een hogere stralingsprecisie, nieuwe informatica-ontwikkelingen en een betere beeldvorming. Door gerichter te bestralen, zijn er minder bijwerkingen dan vroeger. Het UZA zet de meest geavanceerde bestralingstoestellen en -technieken in die steeds betere resultaten opleveren.
Tijdens de bestraling wordt het gezond weefsel zoveel mogelijk gespaard. Toch is het soms onvermijdelijk dat naburige organen ook een deeltje van de stralingsdosis krijgen. Dit kan leiden tot bijwerkingen. De klachten kunnen verschillen afhankelijk van de bestralingsplaats, maar komen alleen voor in die delen van het lichaam die bestraald worden.
We onderscheiden acute en laattijdige bijwerkingen. Acute bijwerkingen zijn klachten die ontstaan tijdens een bestralingsbehandeling en typisch verdwijnen binnen enkele weken na het einde van de bestraling:
- huidveranderingen: roodheid, droogte, schilfering (‘verbrand’ gevoel)
- zeldzaam wondjes of blaarvorming op de huid
- slikproblemen, aften of een pijnlijke mond door geïrriteerde slijmvliezen van mond, keel, slokdarm
- misselijkheid
- diarree
- vaker plassen, branderig gevoel bij het plassen
- haaruitval bij bestraling op het hoofd
Laattijdige bijwerkingen worden veroorzaakt door meer blijvende schade aan de gezonde weefsels. Ze ontstaan typisch pas enkele maanden tot jaren na de behandeling.
- huidverkleuring
- littekenvorming of fibrose
- droge mond, tandproblemen
- tijdelijke of blijvende onvruchtbaarheid: praat met jouw arts als u nog een kinderwens heeft.
- vochtopstapeling of oedeem
Vooraf worden de mogelijke bijwerkingen met je besproken. Voor bijwerkingen die frequent zijn, worden er vaak reeds instructies meegegeven, bijvoorbeeld het gebruik van een vochtinbrengende crème om jouw huid dagelijks te hydrateren. Tijdens de behandeling worden bijwerkingen opgevolgd door de radiotherapeut en zo nodig wordt hiervoor een behandeling gestart.
Behandeling / Verloop
- 1
Voor de ingreep/behandeling
In de eerste plaats vindt er een consultatie plaats bij de radiotherapeut. De arts bespreekt met jou wat de behandelmogelijkheden zijn, hoe het behandelplan voor jou er in grote lijnen uit zou zien en wat de mogelijke bijwerkingen zijn.
Wanneer er beslist wordt om over te gaan tot een bestralingsbehandeling, vindt er eerst een simulatie plaats. Tijdens de simulatie wordt de bestralingshouding bepaald en wordt een CT-scan gemaakt in deze houding. Op basis van deze scan wordt het bestralingsplan uitgetekend en berekend. Daarna worden de verschillende sessies ingepland en krijg je de afspraken voor de bestralingssessies.
- 2
De ingreep/behandeling
Wanneer je toekomt op de dag van uw behandeling, meld je je aan bij het onthaal. Nadien mag je je omkleden in de kleedkamer en positioneert de verpleegkundige je in de correcte houding op de bestralingstafel.
Het bestralingstoestel beweegt rond de tafel en geeft vanuit verschillende hoeken stralen af op de voorafbepaalde plaats. De eigenlijke bestraling duurt slechts enkele minuten.
- 3
Na de ingreep/behandeling
Zowel tijdens een bestralingsreeks als nadien word je opgevolgd door de radiotherapeut. Eventuele bijwerkingen kunnen op dit moment besproken worden. Bestraling heeft geen onmiddellijk effect. Daarom is het niet mogelijk om tijdens een bestralingsbehandeling te weten of deze aanslaat of niet. De resultaten van de behandeling worden pas duidelijk in de daaropvolgende weken.
Iridium Netwerk
Samenwerking
Sinds 2015 maakt het UZA deel uit van het Iridium Netwerk. Dit is een hechte samenwerking op het vlak van radiotherapie tussen 8 ziekenhuispartners. Binnen het netwerk wordt expertise uitgewisseld, wordt geïnvesteerd in baanbrekend onderzoek en materiaal en worden innovatieve behandelingen toegepast. Iridium is het grootste radiotherapienetwerk van België en garandeert een optimale zorgverstrekking ten dienste van patiënten uit de regio Groot-Antwerpen en Waasland.
Iridium Netwerk in het kort
- Aantal radiotherapiebehandelingen per jaar: > 6.000
- Aantal nieuwe patiënten per jaar: > 4.500
- Aantal bestralingstoestellen: 11
- Bestralingstoestellen zijn verdeeld over AZ Klina, GZA Ziekenhuizen campus Sint-Augustinus, Vitaz en ZNA Jan Palfijn
- Simulatie vindt steeds plaats in GZA Ziekenhuizen campus Sint-Augustinus
- Aantal radiotherapeuten: 22
- Aantal werknemers: > 110
Neem een kijkje op de website van het Iridium Netwerk en ontdek de verschillende behandelingstechnieken.
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinische studies. Dit gebeurt op vrijwillige basis. Indien er op de dienst waar je bent opgenomen een specifiek onderzoek loopt, zal je eventueel gevraagd worden om hieraan deel te nemen. Je hebt de volledige vrijheid om te beslissen of je hier al dan niet op in wenst te gaan. Indien je deelneemt of in de toekomst deelneemt aan klinische studies, kan je met je vragen terecht bij je behandelend arts.