Thrombofilie
Patiënten met thrombofilie hebben een te snelle bloedstolling en lopen een hoog risico op trombose.
Synoniemen
Wat is thrombofilie?
Patiënten met thrombofilie hebben een te snelle bloedstolling en lopen een hoog risico op trombose.
Oorzaken
Thrombofilie is een aangeboren afwijking. Bij deze afwijking kan een stolsel de kans krijgen om aan te groeien tot een bloedprop die ergens in de bloedbaan een verstopping veroorzaakt.
Symptomen
Trombose is het meest voorkomende symptoom bij trombofilie. Thrombose is de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat waardoor de doorstroming belemmerd of volledig verstoord wordt. Trombose kan optreden in slagaders (de bloedvaten die het bloed van het hart afvoeren) en in aders (de bloedvaten waarin het bloed naar het hart terugstroomt).
Diagnosestelling
Aan de hand van laboratoriumtesten kan je bloedstolling gecontroleerd worden via stollingstesten. Als thrombofilie is vastgesteld, kunnen de artsen op basis van de testresultaten het risico op trombose inschatten.
Behandeling
Patiënten met thrombofilie krijgen tijdelijk of (zelden) levenslang antistollingsgeneesmiddelen toegediend.
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinisch onderzoek via de dienst waar ze behandeld worden. Zij worden door hun arts gevraagd om hieraan eventueel deel te nemen. Soms zijn er echter ook studies waarvoor gezonde vrijwilligers gezocht worden.