Verminderde vruchtbaarheid
De oorzaak van verminderde vruchtbaarheid ligt in ongeveer 30% van de gevallen bij de vrouw en voor 30% bij de man.
Kom je binnenkort naar het UZA?
Heb je binnenkort een afspraak bij het UZA of kom je iemand bezoeken? Beantwoord enkele vragen en krijg handige tips voor je UZA-bezoek, van thuisvoorbereiding tot navigatie in het ziekenhuis.
Nog geen afspraak?
Een afspraak maken kan steeds telefonisch, of in vele gevallen al digitaal via ons patiëntenportaal UZA@home.
Maak een afspraak
Centrum voor Reproductieve Geneeskunde (Fertiliteit)
Wat is verminderde vruchtbaarheid?
Meestal spreekt men van verminderde vruchtbaarheid wanneer u na 1 jaar onbeschermde betrekkingen niet zwanger bent.
Ongeveer 15% van de koppels heeft moeilijkheden om spontaan zwanger te worden binnen de periode van 1 jaar. In normale omstandigheden zijn de kansen om spontaan zwanger te worden 20 à 25% per menstruele cyclus. Na 6 maanden zal ongeveer de helft van de jonge, vruchtbare koppels zwanger zijn. Na een jaar is dit ongeveer 85%. Bijna de helft van deze 15% zal in de loop van het tweede jaar spontaan zwanger worden.
Normale vrouwelijke vruchtbaarheid
Het vrouwelijk lichaam reguleert de hele menstruele cyclus via 4 belangrijke hormonen. De samenwerking tussen deze hormonen is essentieel voor de eisprong (ovulatie). Tijdens de aanrijping van de eicel komen oestrogenen vrij via de groeiende follikels (eiblaasjes). Dat gebeurt onder invloed van FSH (follikelstimulerend hormoon) en LH (luteïniserend hormoon): deze hormonen worden afgescheiden door de hypofyse in de hersenen. Het samenspel van beide laatste hormonen zorgt voor de groei van de follikels, terwijl de LH-piek de eigenlijke eisprong uitlokt. Progesteron komt vrij na de ovulatie en bereidt het baarmoederslijmvlies voor op eventuele innesteling.
Een van de eileiders dient het vrijgekomen eitje door de eisprong op te vangen (pick-upsysteem).
De bevruchting ( fertilisatie) van de eicel is een zeer belangrijk mechanisme om zwanger te kunnen worden. Eerst moeten de zaadcellen een lange weg afleggen: ze vertrekken vanuit de vagina via de baarmoederhals, doorheen de baarmoederholte naar de eileiders. Wanneer er een succesvolle vereniging is tussen de eicel en de zaadcel, bereikt het gevormde embryo een 5-tal dagen later de baarmoederholte. In tussentijd ondergaat de bevruchte eicel verschillende celdelingen (embryo ontwikkeling). In optimale omstandigheden kan het embryo zich succesvol innestelen in het baarmoederslijmvlies (implantatie).
Normale mannelijke vruchtbaarheid
Onder normale mannelijke vruchtbaarheid verstaan we dat de man sperma van normale kwaliteit kan produceren en dat dit kan afleveren in de vagina van de vrouw. Het proces begint met spermatogenese, oftewel de ontwikkeling van zaadcellen in de testes. De testis (teelbal) is opgebouwd uit lange zaadbuisjes (tubuli) waarin de zaadcellen zich ontwikkelen vanuit hun ronde voorlopercellen tot rijpe zaadcellen. De ontwikkeling gebeurt met behulp van mannelijke geslachtshormonen. Tussen de ontwikkelende zaadcellen in de zaadbuisjes bevinden zich Sertolicellen. Deze cellen zorgen voor steun, voeding en bescherming van de ontwikkelende zaadcellen. De rijpe zaadcellen verlaten de testis via de epididymis (bijbal) en worden hier opgeslagen tot ze bij ejaculatie het lichaam verlaten via de zaadleider (vas deferens) en de urinebuis. Het sperma dat wordt geëjaculeerd, bestaat uit zaadcellen samen met vocht uit de prostaat en seminale vesikels (zaadblaasjes). De productie en rijping van zaadcellen is dus een ingewikkeld proces dat berust op een normale genetische en hormonale toestand van de man. Verder is een licht verlaagde temperatuur ter hoogte van het scrotum (balzak) eveneens noodzakelijk.
Wat zijn de oorzaken van verminderde vruchtbaarheid?
De oorzaak van verminderde vruchtbaarheid ligt in ongeveer 30% van de gevallen bij de vrouw en voor 30% bij de man. Voor de overige 30 % gaat het vaak om een combinatie van beide partners. Bij 5 à 10% van de koppels kan de mogelijke oorzaak niet gevonden. De oorzaak kan vastgesteld worden tijdens een vruchtbaarheidsonderzoek voor mannen of vrouwen.
Wat zijn de oorzaken van verminderde vruchtbaarheid bij vrouwen?
Met een vruchtbaarheidsonderzoek kan de oorzaak van verminderde vruchtbaarheid vastgesteld worden.
Verminderde vruchtbaarheid bij de vrouw kan door verschillende factoren veroorzaakt worden:
Baarmoederhals
Functie: voor de eisprong produceert de baarmoederhals een helder en rekbaar slijm dat gunstig is om de zaadcellen doorgang te verlenen (bevordert het transport van de zaadcellen).
Welke factoren kunnen de doorgang van zaadcellen eventueel verstoren of beletten:
Een verminderde kwaliteit van het cervicale slijm (vb. door een hormonaal probleem of langdurige infectie), een verminderde of afwezige productie van het slijm (bijvoorbeeld na conisatie), de aanwezigheid van antistoffen tegen de zaadcellen in het slijm.
Baarmoeder
Functie: de baarmoeder is belangrijk voor de innesteling van het embryo.
Welke factoren kunnen eventueel deze innesteling belemmeren of verstoren:
- De aanwezigheid van fibromen (vleesboom) in de baarmoederholte.
- Afwijkingen van de vorm van de baarmoeder (vb. tweehoornige baarmoeder) of van de baarmoederholte (bv. weefseltussenschot of septum). Deze aandoeningen zijn vaak aangeboren.
- Afwijkingen in het baarmoederslijmvlies (vb. door een hormonale stoornis met name een onvoldoende opbouw of
- chronische infectie).
- Vergroeiingen (of verklevingen) in de baarmoederholte (vb. na een miskraamcurettage of na resterende placentaresten).
Eileiders
Functie: voor transport van eicel en zaadcellen doorheen de eileiders.
Welke factoren kunnen dit transport verstoren of beletten:
- Vergroeiingen (verklevingen) rond en in de eileider of een volledig afgesloten eileider (onder andere na buikinfecties of vroegere buikoperaties).
- De aanwezigheid van een obstructie aan het uiteinde van de eileider kan leiden tot vochtopstapeling in de eileider (hydrosalpinx).
Eierstokken
Functie: het aanrijpen van een eicel met eisprong als gevolg.
Welke factoren kunnen leiden tot het falen van de eisprong (= anovulatie):
- Wanneer de hypofyse of hypothalamus niet optimaal werken, zullen de eierstokken niet gestimuleerd worden door LH en FSH. De werking van de hypofyse of hypothalamus kan verstoord worden bij een te laag lichaamsgewicht (meer bepaald lage vetmassa), stress, extreme fysische inspanningen, chronische ziekten, inname van bepaalde geneesmiddelen (bv. bepaalde antidepressiva).
- Bij het polycysteus ovarieel syndroom (PCOS) zijn er meerdere kleine follikels aanwezig die zich door een verstoring in de hormoonbalans niet verder kunnen ontwikkelen tot een rijpe eicel waardoor de ovulatie uitblijft. Deze onderontwikkelde vochtblaasjes noemen we cysten. Bij PCOS produceren de eierstokken vaak meer mannelijke hormonen, dit kan gepaard gaan met acne, vettige huid en overmatige haargroei. Een groot deel van de vrouwen met PCOS hebben overgewicht.
- Overproductie van prolactine (stresshormoon of borstvoedingshormoon). Prolactine wordt geproduceerd door de hypofyse. Hoge prolactinewaarden hebben een negatieve invloed op de productie van FSH en LH. Deze overproductie kan veroorzaakt worden door een goedaardig gezwel van de hypofyse, door bepaalde geneesmiddelen of stress.
- Vervroegde menopauze (prematuur ovarieel falen): een vrouw is wordt geboren met alle eicellen gestockeerd in de eierstokken. Het aantal eicellen neemt af met de leeftijd. De meeste vrouwen hebben een ruime hoeveelheid eicellen tot aan de menopauze (rond 50-jarige leeftijd). Bij sommige vrouwen (1-5%) falen de eierstokken al op een jongere leeftijd, zij hebben een lage ovariële reserve. Gebeurt dit bij vrouwen jonger dan 40 jaar, dan spreekt men een vervroegde of premature menopauze.
Vagina
Functie: toegangsweg voor de depot van zaadcellen.
Welke factoren kunnen deze toegangsweg beletten of verstoren:
- Vaginisme: het opspannen van de vagina zodat penetratie van de penis moeilijk of zelfs onmogelijk is. Meestal is er een belangrijke psychogene component. Er bestaan ook zeldzame aangeboren afwijkingen in de vagina.
- Vaginisme: het opspannen van de vagina zodat penetratie van de penis moeilijk of zelfs onmogelijk is. Meestal is er een belangrijke psychogene component. Er bestaan ook zeldzame aangeboren afwijkingen in de vagina.
Endometriose
Als het baarmoederslijmvlies (endometrium) – dat normaal alleen aanwezig is in de baarmoederholte - buiten de baarmoederholte groeit, lijdt een vrouw aan endometriose. Endometrioseletsels (haarden) zitten o.a. op het buikvlies, eierstokken of eileiders. De exacte oorzaak is tot op vandaag niet gekend. Bij iedere menstruele bloeding bloeden deze endometriosehaarden ook, wat kan leiden tot onderbuikpijn (in verschillende gradaties). Na een tijd kunnen er hierdoor vergroeiingen ontstaan rond de eierstokken en eileiders, en eventueel ook cysten in de eierstokken (gevuld met oud bloed = chocoladecysten).
Leeftijd
De vruchtbaarheid bij de vrouw vermindert bij het ouder worden. De kans op zwangerschap begint duidelijk te dalen vanaf begin de dertig (ongeveer 32 jaar) met een nog sterkere daling een aantal jaren later (ongeveer 37 jaar). De verminderde vruchtbaarheid bij oudere vrouwen heeft vooral te maken met een verminderde kwaliteit van de eicellen en aan een verminderde ovariële reserve (verminderend aantal eicellen) en een veranderde hormonale werking. Hierdoor stijgt ook het aantal miskramen met toenemende leeftijd. Oudere vrouwen die zwanger worden, hebben ook een groter risico op het ontwikkelen van zwangerschapscomplicaties.
Wat zijn de oorzaken van verminderde vruchtbaarheid bij mannen?
Met een vruchtbaarheidsonderzoek kan de oorzaak van verminderde vruchtbaarheid vastgesteld worden. De vruchtbaarheid bij de man kan op verschillende niveaus verstoord worden.
Factoren ter hoogte van de productie
Afwijkingen van de zaadcellen
Problemen met de productie en de rijping van de zaadcellen vormen een van de meest voorkomende problemen van mannelijke verminderde vruchtbaarheid. Uit een semenanalyse kan blijken dat er onvoldoende zaadcellen aanwezig zijn of dat het semenstaal geen zaadcellen bevat (zie Azoöspermie). Verder kunnen zaadcellen minder bewegelijk zijn of kunnen ze abnormaal van vorm zijn. Het kan ook blijken dat zaadcellen onvoldoende uitrijpen. Bij het Sertoli-cell only syndroom bestaan de zaadbuisjes alleen uit Sertolicellen en komen er geen voorlopercellen van zaadcellen voor. Het spermastaal vertoont een azoöspermie en ook bij een testisbioptie zullen geen zaadcellen gevonden worden.Antilichamen
Het kan voorkomen dat de man antilichamen aanmaakt tegen zijn eigen zaadcellen. Het voorkomen van antilichamen is meestal het gevolg van een letsel (vb. torsie van de teelbal), operatie of infectie. De aanwezigheid van antilichamen maakt het voor de zaadcellen moeilijker om naar de baarmoeder te zwemmen en de eicellen te bevruchten. Antilichamen tegen de zaadcellen zijn gemakkelijk op te sporen tijdens een semenanalyse (MAR test of Mixed antiglobulin reactiontest).Varicoceles of spatader
Een varicoceles of spatader is een verwijding van een ader ter hoogte van de balzak. De teelballen en bijballen liggen in het scrotum buiten het lichaam met een temperatuur die ongeveer twee graden lager is dan in het lichaam. De bloedaanvoer verloopt via de slagader die wordt omgeven door een netwerk van aders die het bloed terugleiden naar het lichaam. Het netwerk van aders om de slagader zorgt ervoor dat het aangevoerde bloed al wat afgekoeld is voordat het de testis bereikt. Bij een varicoceles zijn die aders flink uitgezet en werken de kleppen die ervoor zorgen dat het bloed slechts één kant uitstroomt (terug naar het lichaam) niet meer. Dit zorgt ervoor dat bloed via de aders kan terugstromen naar de testes. Dit bloed is op lichaamstemperatuur, waardoor de testis te warm wordt en het bloed dat via de slagaders naar de testis loopt onvoldoende wordt afgekoeld. Spataders komen in ongeveer 16% van de mannen voor en vele van deze mannen zijn normaal vruchtbaar. Bij mannen met verminderde vruchtbaarheid ligt het voorkomen van spataders wel hoger (30-40%). Dit doet vermoeden dat er een verband bestaat tussen spataders en verminderde spermakwaliteit.Hormonen
Vermits bepaalde hormonen instaan voor de ontwikkeling van zaadcellen in de testes, kunnen variaties op de hormoonhuishouding invloed hebben op de spermakwaliteit.Genetische factoren
Genetica speelt een centrale rol in de vruchtbaarheid van de man, in het bijzonder omdat zaadcellen het genetisch materiaal (DNA) bevatten waaruit de helft van het embryo zal worden opgebouwd. Afwijkingen ter hoogte van dit DNA (vb. Y-deleties) kunnen dan ook een impact hebben op de vruchtbaarheid van een koppel.Factoren ter hoogte van het transport
Retrograde ejaculatie
Bij een retrograde ejaculatie komt het sperma tijdens de ejaculatie omhoog in de urineblaas. Dit wordt veroorzaakt door een verminderde werking van de zenuwen en spieren van de hals van de urineblaas tijdens een orgasme. Retrograde ejaculatie kan veroorzaakt worden door een voorafgaande chirurgische ingreep, medicatie of door bepaalde ziekten die het zenuwstelsel beïnvloeden.Obstructie
Een obstructie kan voorkomen ter hoogte van elke onderdeel van het mannelijk voortplantingsstelsel, zoals de vas deferens of de epididymis. Bij een obstructie wordt de afvoerweg voor het sperma geblokkeerd zodat de zaadcellen na productie niet in de urinebuis en dus niet in het ejaculaat terecht komen. Bij afwezigheid van zaadcellen spreekt men van een azoöspermie (zie ‘behandeling van azoöspermie via TESE). Obstructies kunnen veroorzaakt worden door verschillende factoren zoals infecties, voorafgaande chirurgie (vb. vasectomie of sterilisatie) of een aangeboren afwijking.Cryptorchidie
Bij cryptorchidie zijn 1 of beide teelballen wel aanwezig, maar zijn ze niet of niet volledig ingedaald in het scrotum. Ze bevinden zich in het lieskanaal of in de buikholte of kunnen ook afwezig zijn. Cryptorchidie verhoogt de kans op onvruchtbaarheid. Een mogelijke behandeling kan via chirurgische correctie of hormoontherapie gestart worden.
Dwarslaesie
Dwarslaesie is een onderbreking van de zenuwen in de rug, waardoor iemand in meer of mindere mate verlamd is. Bij bepaalde patiënten kunnen er problemen voorkomen met de ejaculatie. Bij deze patiënten kan via TESE gezocht worden naar zaadcellen in de testes.
Psychologische factoren
Seksuele dysfunctie
Omgevingsfactoren
Andere factoren die mogelijk een rol spelen in verminderde vruchtbaarheid zijn onder andere drugs, alcohol, medicatie, chemotherapie, roken. Ook de leeftijd van de man speelt een belangrijke rol.
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinische studies. Dit gebeurt op vrijwillige basis. Indien er op de dienst waar je bent opgenomen een specifiek onderzoek loopt, zal je eventueel gevraagd worden om hieraan deel te nemen. Je hebt de volledige vrijheid om te beslissen of je hier al dan niet op in wenst te gaan. Indien je deelneemt of in de toekomst deelneemt aan klinische studies, kan je met je vragen terecht bij je behandelend arts.
'(...) Ook milieuvervuiling laat zijn sporen na. De studies daarover spreken elkaar nog voor een deel tegen, maar algemeen wordt aangenomen dat globaal genomen het gemiddeld aantal zaadcellen elk jaar met 1 tot 1,5 procent daalt.’
Dr. Sc. Ilse Goovaerts