Praktisch

Een goede planning vooraf is belangrijk als je geopereerd wordt. Hieronder lees je wat van je verwacht wordt ter voorbereiding van jouw ingreep in (dag)opname.

Anesthesie | Preoperatieve raadpleging

Niet beschikbaar
Route 117

Annuleren (dag)opname

Niet beschikbaar

Voor de ingreep

  • Bereid je lichaam al voor op de ingreep nog voor je naar het ziekenhuis komt. 
    Zowel de ingreep als jouw herstel zullen spoediger verlopen als je gezond eet, niet rookt en alcoholgebruik beperkt.

  • Zodra de datum van de ingreep vastligt, zal ook een preoperatieve afspraak voor je worden ingepland op de raadpleging. Soms volstaat het dat de anesthesist je pas ziet op de dag van de ingreep. De preoperatieve vragenlijst die je hebtontvangen, vul je digitaal of op papier in. Je huisarts kan je hierbij helpen, indien nodig. Het papieren exemplaar mag jemeebrengen naar de preoperatieve consultatie. Het advies van de anesthesist is noodzakelijk en voorkomt onnodig uitstel van de ingreep.

    Spreek je geen Nederlands, Frans of Engels, breng dan best een tolk mee.
    De anesthesist gaat na welke ziekten je doormaakte, welke medicijnen je neemt, hoe je reageerde op eerdere verdoving, of je allergisch bent voor bepaalde geneesmiddelen en hoe je algemene conditie is. Hij beslist ook vooraf wat de meest 
    aangewezen verdoving is. Soms zijn er verschillende mogelijkheden. In dat geval zal hij dit met jou bespreken.
    Soms vraagt de anesthesist bijkomende onderzoeken aan zoals een bloedonderzoek, röntgenfoto of hartonderzoek. Die leveren extra informatie om de verdoving optimaal te laten verlopen. 

  • De anesthesist beslist welke medicijnen je vooraf dient te stoppen en welke je mag doornemen. Breng een lijst van de medicijnen mee die je regelmatig neemt.

  • Bekijk vooraf welke hulp of zorg je eventueel thuis nodig hebt na jouw opname. De sociale dienst van het UZA, jouw huisarts of ziekenfonds kunnen je hierbij helpen. Neem voor je opname ook contact op met de verzekeringsinstelling van jouw 
    hospitalisatieverzekering. 

    Voor de ingreep moet je nuchter blijven. Dat betekent dat je minstens 6 uur voor de ingreep niets meer mag eten. U mag heldere vloeistof drinken tot 2 uur voor de ingreep (bv. water, appelsap of thee zonder melk), tenzij de anesthesist je andere 
    richtlijnen gaf. 

    Nagellak is niet toegestaan.

  • Verwittig ons onmiddellijk als je verhinderd bent wegens ziekte of andere omstandigheden. Denk je dat je een verkoudheid, bronchitis of griep hebt? Heb je koorts? 

    Contacteer de dienst anesthesie via tel. 03 821 30 00, of meld het aan de verpleegkundige. Mogelijk moet de ingreep uitgesteld worden wegens risico op ernstige complicaties.

Dag van de ingreep

  • Was jezelf grondig op de ochtend van de ingreep: vooral je oksels, borstplooien, liezen, navel en bilnaad en de ruimte tussen de tenen. Poets ook je tanden. Breng geen make-up of bodylotion aan. Trim de lichaamsbeharing op de plek waar je geopereerd wordt met een clipper, trimmer of ladyshave, het is belangrijk dat de huid niet gekwetst geraakt.
    Verwijder je juwelen, piercings, kunstgebit, bril en contactlenzen. Zorg dat jouw nagels kort en schoon zijn, zonder nagellak. Laat piercings, horloges en juwelen thuis.

  • Kom stipt op tijd naar het ziekenhuis. In het UZA meld je je aan de aanmeldkiosken.
    Na je aanmelding en eventuele inschrijving ga je naar het dagziekenhuis(route 78-79).

    Daar zal je een kamer toegewezen krijgen. De verpleegkundige zal bij je komen om uitleg te geven bij jouw dagopname en de noodzakelijke voorbereidingen te treffen. We stellen alles in het werk om je wachttijd te beperken, maar wegens onvoorziene omstandigheden kunnen de wachttijden soms oplopen. Als het jouw beurt is, dan word je met je bed naar de preoperatieve opnamebox gereden. De persoon die je vergezelt, kan wachten op het daghospitaal (route 78-79) of kan het ziekenhuis verlaten en je later komen ophalen.

  • Voor de ingreep controleren we regelmatig jouw identiteit en andere gegevens (plaats van de ingreep, allergieën ...). We doen dit om uw veiligheid te verhogen. Soms krijg je in de preoperatieve box al een verdovende ruggenprik of perifeer zenuwblok (verdoving van de zenuw in het operatiegebied). De operatieverpleegkundige komt je daarna ophalen en brengt je naar de operatiezaal.

  • In de operatiezaal zal je worden verbonden met de hartmonitor en zal jouw bloeddruk worden gemeten. Ook het zuurstofgehalte in jouw lichaam wordt continu gemeten met behulp van een vingerkapje. Je krijgt een infuus voor toediening van vocht en medicatie. We vragen je opnieuw naar jouw gegevens (o.a. jouw identiteit en welke operatie er zal worden uitgevoerd). Tijdens de operatie blijft de anesthesist ononderbroken bij jou. De diepte van jouw slaap, jouw ademhaling, jouw hartslag, jouw bloeddruk en jouw lichaamstemperatuur worden continu in de gaten gehouden. Afhankelijk van de ingreep kies je samen met de anesthesist voor een algemene of een plaatselijke verdoving, of voor een 
    combinatie van beiden.

    Algemene verdoving

    Bij een algemene verdoving brengt de anesthesist je in een kunstmatige slaap die veroorzaakt wordt door medicatie. Vooraleer je in slaap wordt gebracht, krijgt je extra zuurstof toegediend via een zuurstofmasker. 
    De medicatie wordt gegeven via het infuus. Wanneer je in een diepe slaap bent, zal de anesthesist een buisje plaatsen in jouw luchtwegen om de ademhaling te ondersteunen. De kunstmatige slaap eindigt als de ingreep afgelopen is door het stoppen van de toediening van de narcosemiddelen.

    Plaatselijke verdoving

    Bij plaatselijke verdoving wordt alleen het te opereren lichaamsdeel pijnvrij gemaakt. Geneesmiddelen maken de zenuw die pijn doorseint tijdelijk ongevoelig. Dat kan via een ruggenprik (epidurale of spinale verdoving), of via het verdoven van 
    een specifieke zenuw of zone. Hieraan wordt in sommige gevallen een algemene verdoving toegevoegd. Je kan in 
    het geval van een plaatselijke verdoving vragen naar technieken om je af te leiden. 

    Het beluisteren van muziek (zelf meebrengen) is een effectieve methode. Wij hebben een virtual reality bril ter beschikking met een relaxatieprogramma. Vraag ernaar. 

    Neveneffecten en verwikkelingen

    De huidige anesthesie is zeer veilig. De anesthesist neemt steeds de nodige voorzorgsmaatregelen. Toch zijn nevenwerkingen en verwikkelingen mogelijk. Het risico kan toenemen door andere ziekten die aanwezig zijn, bepaalde risicofactoren zoals zwaarlijvigheid of de chirurgische ingreep (tijd, moeilijkheid, dringendheid).

Na de ingreep

  • Na de ingreep word je rustig wakker in de ontwaakzaal of ‘recovery’. Daar blijf je onder controle van een anesthesist en een team gespecialiseerde verpleegkundigen tot de verdoving helemaal uitgewerkt is. De duur is ook afhankelijk van jouw 
    algemene toestand en het soort ingreep.

    Wat voel je bij het ontwaken? 

    De normale lichaamsfuncties (eten, drinken, plassen) keren in de meeste gevallen snel terug. Het is belangrijk voldoende lang bedrust te houden en enkel met de hulp van een verpleegkundige op te staan om valpartijen te voorkomen totdat de 
    verdoving volledig is uitgewerkt.

  • Een gepast pijnbeleid wordt al tijdens de ingreep opgestart, zodat je comfortabel wakker kan worden. Dit is belangrijk omdat een goede pijnstilling een sneller herstel bevordert. De verpleegkundige zal jouw comfortniveau actief bevragen en een behandeling opstarten als dit nodig is. Aarzel niet om het zelf aan te geven als je je niet comfortabel genoeg voelt. De pijnbehandeling wordt door de verpleegkundige opgevolgd met de pijnscore.

    Opvolging van pijn

    Na je ingreep krijg je pijnstillers via een infuus of een pil. Maar dat kan onvoldoende zijn. Daarom moet je ons vertellen wanneer en hoeveel pijn je voelt (licht, matig of hevig). Op regelmatige tijdstippen zal de verpleegkundige ook naar jouw pijnscore vragen. ‘0’ betekent geen pijn, ‘10’ is de ergst denkbare pijn. Op basis daarvan kunnen we jou aangepaste pijnmedicatie toedienen. Vertel ons ook of de pijnstiller hielp en hoelang. 
    Geef ook aan of je misselijk of duizelig bent of jeuk hebt.

    Het is normaal in geval van ruggenprik of perifeer zenuwblok dat bepaalde lichaamsdelen (zoals jouw billen of benen) ‘voos’ of ‘doof’ aanvoelen of tintelingen geven. Je kan ook wat krachtsverlies in je benen ervaren. Kom dus alleen met 
    hulp van een verpleegkundige uit bed. De bijwerkingen verdwijnen na enkele uren tot dagen. Als je plots je benen niet meer kan bewegen, waarschuw dan de verpleegkundige. Het pijnstillende mengsel kan soms ook jeuk of misselijkheid 
    veroorzaken. Deze bijwerkingen krijgen we bijna altijd onder controle met medicatie. Waarschuw daarom de verpleegkundige of arts. Soms kan je je minder goed concentreren of kan je last van hoofdpijn, spierpijn of lage rugpijn hebben. Deze 
    klachten verdwijnen meestal binnen een week. Als dat niet zo is, neem dan contact op met jouw huisarts. 

    Wat kunt u zelf doen tegen pijn?

    Naast pijnstillers kunnen ook andere middelen de pijn helpen te verzachten.

    • Rust voldoende.
    • Doe ontspannings- en ademhalingsoefeningen.
    • Zorg voor afleiding zoals lezen, muziek beluisteren of tv kijken.
    • Praat erover. Ongerustheid, angst en stress kunnen pijn verergeren. Praat gerust over jouw vragen met een arts of verpleegkundige. Zij kunnen misschien jouw angst deels wegnemen. Ook een goed gesprek met een zorgverlener of familielid doet soms wonderen.
  • Na jouw kort verblijf op de ontwaakzaal ga je terug naar je kamer op het dagziekenhuis. Ook hier volgen de verpleegkundigen jou op, met extra aandacht voor pijn of andere ongemakken. De arts of verpleegkundige vertelt je wanneer je mag 
    eten, drinken en medicatie nemen. 

    Je krijgt een koek en een drankje, maar kunt ook zelf iets te eten meebrengen. 
    Of uw begeleider kan een licht en voedzaam tussendoortje voor je halen in de diverse eetgelegenheden in de inkomhal. 
    Op de kamer kan je bezoek ontvangen tijdens de bezoekuren. 

    Schrik niet als je je nog enige tijd zwak voelt. Een operatie vergt een zware lichamelijke inspanning. Doe het dus rustig aan. Vraag een verpleegkundige je te helpen wanneer je voor het eerst uit je bed komt. Voorzie gesloten schoenen om 
    uitglijden of vallen te vermijden. 

Ontslag terug naar huis

  • Voor een dagopname word je een dag in het ziekenhuis verwacht. Maak jezelf dus een volledige dag beschikbaar.
    Jouw ontslag wordt steeds met je arts besproken. Als je het ziekenhuis zonder zijn/haar toestemming wil verlaten, moet je een verklaring ondertekenen. Maar je arts kent je het best. Hij/zij zal je nooit langer dan nodig in het ziekenhuis houden. 

    • Informeer je familie, omgeving, buren...
    • Regel vervoer! In ons ziekenhuis word je vóór 11u ontslagen. Denk op voorhand al na wie je kan ophalen.
    • Zorg indien nodig voor thuisopvang of -begeleiding. 
    • Breng je ziekenfonds op de hoogte als je na je ziekenhuisverblijf nog een tijd arbeidsongeschikt blijft. Vraag je arts vóór je vertrek de nodige formulieren in te vullen.
    • Advies: praktische informatie over je medicatie, dieet, activiteiten, controle, thuiszorg, hulpmateriaal, enzovoort. 
    • Beknopt medisch verslag voor je huisarts: Een uitgebreider rapport sturen we haar of hem later.
    • Voorschriften: Noodzakelijke medicatie wordt digitaal op je eID geplaatst.
    • Attesten: Vraag eventueel een bewijs van arbeidsongeschiktheid voor je werkgever, de school...
  • Als je voor controle op de raadpleging wordt verwacht, vergeet dan niet volgende zaken mee te brengen:

    • Identiteitskaart (of gelijkwaardig identiteitsbewijs).
    • Andere verzekeringsdocumenten (arbeidsongeval, expertise).

    Als dit voor jou van toepassing is:

    • Waarborgregeling van een OCMW of betalingsverbintenis van een andere instantie die borg staat voor de betaling van de kosten.
    • Verzekeringskaartje of formulier E112 of garantieverklaring van de zorgverzekeraar die borg staat voor de betaling van de kosten.
  • Bij een ontslag uit het ziekenhuis komen soms nog heel wat praktische zaken kijken: nazorg, hulp bij bepaalde handelingen, extra zorg, hulpmiddelen... Soms moet je eerst elders verder herstellen. Hieronder vind je meer info over het zorgaanbod na je ontslag. Bespreek jouw thuiszorgmogelijkheden tijdig met je arts, de verpleegkundige of sociaal werker. Heb je nog vragen? Spreek gerust één van onze medewerkers of je arts aan. Zij helpen jou graag verder.