Hernia
Een hernia ontstaat wanneer de kern van de tussenwervelschijf uitpuilt en op een zenuw drukt, wat pijn, krachtverlies en verlamming kan veroorzaken. Dit kan op elke leeftijd voorkomen.
Wat is een hernia?
Een hernia ontstaat wanneer de kern van de tussenwervelschijf uitpuilt en op een zenuw drukt, wat pijn, krachtverlies en verlamming kan veroorzaken. Dit kan op elke leeftijd voorkomen.
Een hernia van de tussenwervelschijf ontstaat wanneer de zachte kern van de schijf door een scheurtje in de stevige buitenring naar buiten puilt. Deze uitstulping kan druk uitoefenen op een zenuw, wat soms kan leiden tot pijn en/of verlammingsverschijnselen. Een veelvoorkomende klacht is pijn die uitstraalt naar één been of arm, vaak gepaard met een doof gevoel of krachtverlies. Hoewel een hernia plotseling kan optreden door een onverwachte beweging, ontstaan de klachten meestal geleidelijk. Een hernia kan op elke leeftijd voorkomen. Tijdens een operatie wordt de zenuw ontlast en de uitstulping verwijderd.
Soorten
Symptomen
De symptomen kunnen al langer aanwezig zijn. In dat geval kan je een afspraak maken op de dienst neurochirurgie.
Neem bij de volgende klachten contact op met de dienst spoedgevallen:
- Krachtsvermindering in arm of been
- Gangproblemen of onhandigheid
- Doof gevoel in de regio van het zitvlak
- Plas -en/of stoelgangsproblemen
- Erectiestoornissen
Diagnosestelling
De diagnose wordt gesteld op basis van een klinisch onderzoek.
Als er geen uitstralingsklachten zijn (enkel rug- of nekpijn), zijn er geen verder onderzoeken nodig.
Als de pijn uitstraalt naar armen of benen, zal CT-scan en/of MRI van de rug of nek worden genomen.
Behandeling
Als er geen uitstralingsklachten zijn, wordt eerst gestart met pijnstilling, aanpassing van activiteiten en eventueel fysiotherapie. Bij hevige uitstralingspijn kan een infiltratie (inspuiting rond de zenuw van een lokale verdoving met cortisone) overwogen worden.
Bij aanhoudende pijn (meer dan 6 weken) die niet met pijnstillers onder controle gekregen wordt, of bij verlammingsverschijnselen kan soms een operatie worden voorgesteld.
Soorten ingrepen:
Anterieure cervicale fusie (ACDF)
Dit is de meest gebruikelijke operatie voor een nekhernia. Bij deze ingreep wordt de wervelkolom via een horizontale insnede in de hals benaderd. De beschadigde tussenwervelschijf en de uitpuilende hernia aan de achterkant worden verwijderd, waardoor het ruggenmerg en de zenuwen ontlast worden. Na de operatie wordt een metalen of PEEK-kooitje (cage), gevuld met bot of botsubstituut tussen de wervels geplaatst op de plek waar de tussenwervelschijf zat. Deze cage kan al dan niet worden vastgezet met schroeven of een extra plaat. Na verloop van tijd zorgt de cage voor de fusie, waarbij de twee wervels met elkaar vergroeien.
Cervicale foraminotomie
Als de hernia zich lateraal in het zenuwwortelkanaal bevindt, kan deze ook langs achter worden verwijderd. Er wordt een opening gemaakt ter hoogte van het facetgewricht achteraan om de hernia onder de zenuw vandaan te verwijderen. Hierbij hoeft de tussenwervelschijf niet volledig verwijderd te worden en hoeven de wervels niet aan elkaar vastgezet te worden.
Lumbale discectomie
Bij deze ingreep wordt het uitstulpende deel van de tussenwervelschijf (hernia) microscopisch verwijderd via een incisie achter op de rug. De bedoeling is om op deze manier de druk op de zenuw weg te nemen.
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinisch onderzoek via de dienst waar ze behandeld worden. Zij worden door hun arts gevraagd om hieraan eventueel deel te nemen. Soms zijn er echter ook studies waarvoor gezonde vrijwilligers gezocht worden.