Holmium Laser Enucleatie van de Prostaat (HoLEP)

Plasklachten als gevolg van een goedaardige prostaatvergroting kunnen verholpen worden door een HoLEP-procedure.

Praktisch

Maak een afspraak

Wat is een HoLEP-procedure?

Wat is een HoLEP-procedure?

Plasklachten als gevolg van een goedaardige prostaatvergroting kunnen verholpen worden door een HoLEP-procedure. Tijdens deze ingreep maakt de arts gebruik van laserenergie om van binnenuit de prostaat uit te hollen. Deze procedure noemen we Holmium Laser Enucleatie van de Prostaat (HoLEP). De ingreep gebeurt met behulp van een werkinstrument doorheen de plasbuis. Er ontstaan dus geen uitwendige wonden.

    • Urinewegeninfecties kunnen optreden. Hiervoor worden er antibioticabehandelingen gestart.
    • Nabloeding kan optreden. Als urine donkerrood kleurt en klontervorming ontstaat, contacteer dan zeker je arts. Het kan nodig zijn om een sonde te plaatsen om de blaas opnieuw te spoelen. Soms moet er ook een kleine ingreep gebeuren om aanhoudende bloeding te stoppen.
    • Je kan moeilijkheden ondervinden om urine op te houden tot drie maanden na de ingreep. Dit kan gepaard gaan met incontinentie. Bij het langdurig aanhouden van deze incontinentieklachten is medicatie of bekkenbodemkinesitherapie nodig.
    • Tijdens het klaarkomen is het mogelijk dat het sperma niet meer naar buiten komt (droog orgasme). Bij je eerste toiletbezoek na een orgasme zal je het sperma met de urine uitplassen. Dit kan mogelijks wel gevolgen hebben voor de vruchtbaarheid. Meld dit zeker aan je arts als je een actieve kinderwens hebt.
Behandeling / Verloop

Behandeling / Verloop

Eerst wordt er een camera met werkinstrument via de plasbuis ingebracht. Dit instrument zorgt ervoor dat een laserelektrode (laserfiber) de prostaat in twee of drie delen kan uithollen. Vervolgens zal het weefsel dat vrijkomt in de blaas terechtkomen. Op het einde van de operatie wordt het prostaatweefsel in de blaas in zeer kleine stukjes gesneden en uit de blaas opgezogen. De ingreep vindt meestal plaats onder algemene narcose, maar kan ook via spinale anesthesie (ruggenprik) plaatsvinden.

  1. 1
    • Stop bloedverdunners twee tot zeven dagen voor de ingreep. Bespreek dit vooraf met je uroloog.
    • Blijf tot zes uur voor de ingreep nuchter. Dat wil zeggen dat je niets meer mag eten op drinken. Tijdens een preoperatieve raadpleging zal dit met jou besproken worden.
    • Een urinestaal zal enkele dagen tot weken voor de ingreep onderzocht worden op bacteriën.
  2. 2

    De ingreep zelf duurt ongeveer twee uur en vindt plaats onder algemene narcose of via spinale anesthesie (ruggenprik).

    • Je krijgt een operatieschort op de kamer die je kan aantrekken.
    • Je wordt naar het operatiekwartier gebracht.
    • Om gemakkelijk toegang te krijgen tot de blaas worden je beide benen in beensteunen geplaatst.
    • Om een urinewegeninfectie vermijden, dienen we je een antibioticum toe.
  3. 3
    • Je blijft één of twee nachten opgenomen in het ziekenhuis met een blaassonde. Deze sonde wordt meestal één of twee dagen na de ingreep verwijderd afhankelijk van de snelheid waarmee het bloedverlies stopt.
    • Vervolgens controleren we met een bladderscan na het plassen of de blaas goed geledigd wordt.
    • Je mag het ziekenhuis verlaten als je vlot terug kan plassen.
    • Indien je moeite ondervindt met plassen en onvolledige lediging, krijg je voor vijf tot zeven dagen een sonde. De uroloog en verpleegkundige zullen je hierover extra informatie geven.
  4. 4
    • Je arts zal je informeren over het heropstarten van bloedverdunnende medicatie.
    • Probeer persen te vermijden tot aan de controleraadpleging op zes weken na de ingreep. Tijdens deze periode kan je best zware lasten, sporten (inclusief fietsen) vermijden. Lichte huishoudelijke taken en wandelen zijn wel toegelaten.
    • Maak je geen zorgen bij het uitplassen van kleine bloedklontertjes of vlokjes. Dat kan voorkomen gedurende de eerste weken na de ingreep en maakt deel uit van het normale genezingsproces.
    • Probeer seksueel contact vier tot zes weken uit te stellen.
    • Je zou de eerste weken na de ingreep nog last kunnen hebben van onderstaande verschijnselen:
      • Hoge drang tot plassen waarbij je moeite hebt om urine op te houden. Dit verdwijnt meestal na enkele weken. Bij te forse of aanhoudende klachten kan er medicatie ingenomen worden.
      • Een branderig gevoel tijden het plassen.
    • Ongeveer zes weken na de ingreep kom je op controleraadpleging bij de uroloog.

Betrokken diensten

  • De dienst urologie behandelt diverse aandoeningen van de urinewegen en geslachtsorganen.