Goedaardige prostaatvergroting

Een vergrote prostaat kan leiden tot storende plasklachten.

Wat is goedaardige prostaatvergroting?

Wat is goedaardige prostaatvergroting?

Een goedaardige vergroting van de prostaat is een veel voorkomende aandoening bij ouder wordende mannen. Een vergrote prostaat kan leiden tot storende plasklachten zoals onder andere een sterk verminderde kracht van je plasstraal, het gevoel je blaas niet volledig leeg te plassen of zeer frequent en/of dringend te moeten plassen (zowel overdag als ’s nachts). 

Diagnosestelling

Diagnosestelling

  1. 1

    Tijdens een eerste raadpleging hebben we een gesprek over de plasklachten die je ondervindt en gebeurt een eerste oppuntstelling. Eerstelijnsbehandelingen worden dan met jou besproken. Tijdens de verdere opvolging evalueren we de behandeling en passen deze aan in functie van je noden zoals bv. een ander type medicatie of een chirurgische behandeling. 

  2. 2
    • Echografie van de borst

      Echografie van de nieren en blaas

      Tijdens de echografie wordt d.m.v. geluidsgolven gekeken naar de anatomie van nieren, urineleiders en urineblaas. Van dit onderzoek ondervind je doorgaans geen last. De arts brengt een beetje gel aan ter hoogte van de nieren- en blaasstreek en drukt nadien zachtjes de echografieprobe aan tegen de huid.
    • Het residu na plassen meten

      De verpleegkundige of arts bekijkt tijdens dit onderzoek hoeveel urine in de blaas achterblijft na het plassen, het zogenaamde “residu”. Doorgaans is deze procedure gelijkaardig aan de echografie van de blaas. In zeldzame gevallen zal een dunne katheter via de plasbuis tot in de blaas opgevoerd worden. Deze katheter draineert dan de resterende urine waarvan het volume dan eenvoudig gemeten kan worden
    • prostaatechografie
      Met hoogfrequente geluidsgolven wordt de prostaat in beeld gebracht.
    • MRI-scan

      MRI van de prostaat

      Magnetische Resonantie Imaging (MRI) van het bekken is een niet-invasie manier om via een scanner een gedetailleerd beeld te krijgen van onder andere de prostaat en zaadblaasjes. Een MRI kan helpen de grootte en anatomie van de prostaat in kaart te brengen en kan ook informatie geven met betrekking tot het risico op prostaatkanker.
  3. 3
    • PSA-onderzoek

      Prostaat-specifiek antigeen (PSA) is een bloedtest die een indicatie kan geven over de grootte van de prostaat, het risico op progressie van plasklachten alsook het risico op prostaatkanker. Een PSA test is vaak tevoren al eens afgenomen via de huisarts. Het is belangrijk om te weten dat deze test niet steeds een accuraat beeld geeft. Een verhoogde PSA waarde betekent niet noodzakelijk dat je prostaatkanker hebt en mannen die gediagnosticeerd worden met prostaatkanker kunnen een normale of slechts licht verhoogde PSA waarde hebben.
    • Nierfunctietesten (Creatinine en eGFR) en electrolyten

      Deze bloedtesten geven informatie over hoe goed de nieren werken. In geval van gevorderde plasklachten kunnen de nieren aangetast worden en kan je nierfunctie verminderen. Aandoeningen van nieren kunnen uiteraard ook leiden tot een verminderde nierfunctie.
  4. 4
    • Urine-analyse en -cultuur

      Bij een urine-analyse wordt de urine geanalyseerd op tekenen van bloed en infectie zoals rode en witte en bloedcellen in de urine. In geval we een infectie met een bacterie vermoeden of willen uitsluiten wordt de urine op cultuur gezet om na te gaan welke bacterie de klachten zou kunnen veroorzaken. Doorgaans duurt deze analyse drietal dagen voordat het volledige resultaat is gekend.
    • Plasdagboek

      Tijdens dit onderzoek houd je zelf via een app of op papier gedurende een drietal dagen een dagboek bij waarin je noteert hoeveel en welke drank je drinkt en wanneer en het volume dat je plast. Ook kan je aanduiden hoe dringend het gevoel om te plassen was en of er al dan niet urineverlies is opgetreden. Dit plasdagboek is bedoeld om een beeld te krijgen op je dagdagelijkse plaspatroon.
    • Uroflowmetrie

      Tijdens dit onderzoek zal je gevraagd worden om te plassen in een speciaal ontworpen toilet dat de kracht en hoeveelheid van je plas kan meten. Voor dit onderzoek is het belangrijk om goed gevulde blaas te hebben. Dit een vaak uitgevoerd onderzoek, plas dus bij voorkeur dus niet kort voorafgaand aan je raadpleging op de dienst urologie.
    • Homeflow

      Om een beter zicht te krijgen op je plasgedrag, kan het in sommige gevallen soms nuttig zijn om je plassen gedurende twee of drie dagen in de dagelijkse thuissituatie te kunnen analyseren. Hiervoor krijg je tijdelijk een toestel mee naar huis dat op je toilet past. Na verbinding met een app, kan dit toestel in de thuissituatie gedurende enkele dagen de hoeveelheid, kracht en frequentie van de plas meten.
    • Urodynamisch onderzoek (UDO)

      In sommige gevallen zal de arts deze 'drukmeting van de blaas' met je bespreken om een beter zicht te krijgen op de functie van de blaas, sluitspier en plasbuis. Een fijne katheter wordt door de verpleegkundige opgevoerd tot in de blaas en een andere gelijkaardige katheter langs de aars tot in de endeldarm. De blaas wordt vervolgens traag gevuld waarbij je moet aangeven wanneer je voelt dat je blaas zich vult, je het gevoel begint te krijgen om te plassen en wanneer je echt moet plassen. Vervolgens kan je, naast de fijne katheter, plassen in het toestel. Simultaan worden vaak ook RX-opnames van de bekkenregio gemaakt. Een ongemakkelijk gevoel kan ervaren worden bij het opvoeren van de katheters of bij het opvullen van de blaas.
    • Cystoscopie

      Tijdens dit onderzoek brengt de arts een fijne camera in langs de plasbuis tot in de blaas. Deze zijn kort voordien lokaal verdoofd door het inspuiten van een verdovende gel. Dit onderzoek kan verschillende aandoeningen van de plasbuis en blaas aantonen. Doorgaans duurt dit onderzoek slecht enkele minuten. Tijdens dit onderzoek kan je een ongemakkelijk gevoel ervaren, vooral bij het passeren van de sluitspier. Mogelijke complicaties na een cystoscopie zijn een urinaire infecties en bloed in de urine.
Behandeling

Behandeling

    • Voor milde tot matige symptomen zal de arts in eerste instantie de opstart van medicatie met je bespreken. 
    • Alfa-blokkers zoals Tamsulosine of Silodosine ontspannen de blaashals en de spiervezels van de prostaat waardoor je doorgaans vlotter zal plassen. Nevenwerkingen zijn duizeligheid of een “droog orgasme”, waarbij het sperma naar de blaas toe gaat in plaats van naar buiten via de penis (een zogenaamde retrograde ejaculatie). 
    • 5-alfa reductase inhibitoren zoals Dutasteride en Finasteride doen de prostaat krimpen door in te werken op de testosterone-huishouding. Na een zestal maanden bereikt dit type medicatie zijn maximale effect. Mogelijke nevenwerkingen zijn een verminderd libido en verminderde erectie en gevoeligheid in de borststreek. 
    • Combinatietherapie is een combinatie van een alfa-blokker en een 5-alfa reducatase inhibitor. 
  • Patiënten met milde tot matige plasklachten en een milde tot matige prostaatvergroting komen in aanmerking voor deze therapie waarbij via een endoscopische procedure stoom in de prostaat wordt ingespoten. Hierdoor zal op termijn de prostaat deels krimpen. Deze in greep gebeurt in dagopname onder een korte narcose. Na de ingreep ga je wel met een blaassonde naar huis die gedurende één tot twee weken ter plaatste zal blijven.  Een voordeel van deze ingreep is dat doorgaans de ejaculatie gespaard blijft. Op termijn kunnen de plasklachten wel terugkeren. 

Betrokken diensten

  • De dienst urologie behandelt diverse aandoeningen van de urinewegen en geslachtsorganen.

Maak een afspraak

Urologie

Niet beschikbaar
Route 141