Meerlingzwangerschap
Lees hier alles over opvolging, risico's en bevalling van een meerling.
Synoniemen
Binnenkort naar het UZA?
Heb je binnenkort een afspraak bij het UZA of kom je iemand bezoeken? Beantwoord enkele vragen en krijg handige tips voor je UZA-bezoek, van thuisvoorbereiding tot navigatie in het ziekenhuis.
Maak een afspraak
Gynaecologie
Materniteit
Types meerlingen
Meerlingen kunnen identiek (ontstaan uit éénzelfde eicel) of niet identiek (ontstaan uit twee of meer verschillende eicellen) zijn.
Zo kan je een identieke tweeling of zelfs een identieke drieling verwachten.
Vanuit een medisch oogpunt is het belangrijk om te weten of een meerling de placenta en/of de vruchtzak deelt, of ze elks hun eigen placenta en/of vruchtzak hebben.
Monochoriale monoamniotische tweelingen (MCMA)
Een monoamniotische tweeling deelt niet enkel hun placenta maar ook hun vruchtzak. MOMA-tweelingen zijn uiterst zeldzaam (1/8000 zwangerschappen, 5% van de MCDA tweelingen).
Omdat beide baby’s zich in één vruchtzak bevinden, verstrengelen de navelstrengen zich al vrij vroeg in de zwangerschap. De navelstrengen zitten vaak ook heel dicht bij elkaar op de moederkoek, waardoor er erg grote bloedvatverbindingen zijn tussen de baby’s. Door druk op de navelstrengen of door acute veranderingen in bloedvolume door de grote verbindingen, dragen deze tweelingen een groot risico met zich mee. Hierdoor zullen MOMA-tweelingen vanaf 28weken zwangerschapsduur meerdere keren per week opgevolgd worden.
Monochoriale diamniotische tweelingen (MCDA)
Bij monochoriale diamniotische tweelingen (MCDA) hebben beide kindjes hun eigen vruchtzak, maar delen ze een placenta. Dit soort tweelingen ontstaan uit één eicel en zijn per definitie identiek. Omdat ze een placenta delen, kunnen ze deze placenta ongelijk verdelen. Er is dus een hogere kans op complicaties.
Dichoriale diamniotische tweelingen (DCDA)
Bij dichoriale diamniotische tweelingen (DCDA) hebben beide kindjes hun eigen vruchtzak én placenta. Dit soort tweeling kan ontstaan zijn uit twee eicellen of uit één eicel. Met andere woorden kan dit soort tweeling identiek of niet identiek zijn. Ze kunnen hetzelfde of een verschillend geslacht hebben.
Drielingen
Bij drielingen zijn verschillende combinaties mogelijk. Ze kunnen elk hun eigen placenta hebben, of met twee of drie kindjes een moederkoek delen. De gynaecoloog zal je hierover meer informatie geven tijdens jouw eerste consult.
Risico's van een meerlingzwangerschap
Als ouders te horen krijgen dat ze een meerling verwachten, zijn ze vaak erg geschrokken. Meerlingzwangerschappen zijn erg bijzonder en speciaal. Jammer genoeg brengen meerlingzwangerschappen meer risico's met zich mee, zowel voor de moeder als voor de baby's.
Risico's voor de moeder
In het eerste trimester zijn de typische zwangerschapsklachten zoals vermoeidheid en misselijkheid vaak in grotere mate aanwezig. Ook zal de vrouw sneller fysieke ongemakken zoals ruglast, bekkenlast en slechte nachtrust ervaren.
Bij een meerlingzwangerschap heb je meer kans op het ontwikkelen van pre-eclampsie (=zwangerschapsvergiftiging). Jouw gynaecoloog zal mogelijks preventieve medicatie hiervoor opstarten.
Risico's voor de meerling
Meerlingen hebben meer kans om vroeger geboren te worden. Dit kan spontaan gebeuren, omdat de baarmoeder sneller uitzet en de weeën te vroeg beginnen. Ook kan een meerlingzwangerschap vroeger beëindigd worden omdat er complicaties voor de moeder of haar baby's optreden.
Tweelingen zijn meestal ook kleiner dan eenlingen op eenzelfde zwangerschapsduur. Dit is een normaal verschijnsel dat optreed na 28 weken. Met van echografiekunnen we opvolgen of de tweeling wel goed blijft groeien.
Een MCDA-tweeling zal over het algemeen rond 36 tot 37 weken geboren worden, dat 3 tot 4 weken te vroeg is. MCMA-tweelingen zelfs tot zeven weken te vroeg. Bespreek dit uitvoerig met je arts.Mogelijke complicaties bij monochoriale tweelingen
Monochoriale tweeling deelt hun placenta (moederkoek) met elkaar. De placenta is het orgaan dat verantwoordelijk is voor uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen van moeder naar kind. Dit orgaan bevat talrijke bloedvaten, en bij een monochoriale tweeling staan dus de bloedvaten van beide kinderen in contact met elkaar. Elke monochoriale tweeling wisselt bloed met elkaar uit via de placenta. Zolang deze uitwisseling in evenwicht blijft, is er geen probleem. Als er een onevenwicht ontstaat, kunnen er complicaties optreden:
- Twin-to-twin transfusie syndroom (TTTS)
TTTS is een complicatie die voorkomt bij 1 op de 10 monochoriale tweelingen, meestal tussen de 16de en 26ste zwangerschapsweek. Eén baby geeft teveel bloed en vocht af (donor) aan de andere baby (recipient). De donor zal daardoor te weinig bloed en vocht hebben. Hierdoor zal die kleiner zijn en minder vruchtwater rond zich hebben. De recipient daarentegen krijgt teveel bloed en zal groter zijn en te veel vruchtwater krijgen.
TTTS moet vroegtijdig opgespoord worden door middel van echografische opvolging van de bloedvoorziening in beide baby’s. Dit gebeurt elke twee weken vanaf 16weken zwangerschapsduur. Indien TTTS ontstaat, kan het zijn dat behandeling noodzakelijk is. Dit gebeurt door middel van een laser operatie. Hierbij worden de verbindende bloedvaten tussen beide kinderen doorgehaald waardoor twee aparte moederkoeken worden gecreëerd. In zeldzame gevallen is het onmogelijk om de moederkoek te splitsen. In dat geval kan gekozen worden om de zwangerschap van slechts één kindje verder te zetten (selectieve reductie).- Twin anemie-polycytemie syndroom (TAPS)
TAPS is een complicatie die voorkomt bij 1 op de 20 monochoriale tweelingen, meestal na de 26ste zwangerschapsweek. Bij TAPS is er een verschil in aantal rode bloedcellen tussen de baby’s. Eén baby zal te weinig rode bloedcellen hebben (bloedarmoede of anemie) waardoor die erg bleek zal zijn. De andere baby zal te veel rode bloedcellen hebben (polycythemie) en een rood uitzicht krijgen.
Deze complicatie kan ook opgespoord worden door middel van echografische opvolging van de bloedvoorziening in beide baby’s. Dit gebeurt elke twee weken vanaf 16weken zwangerschapsduur. TAPS is een complicatie die ook kan optreden na een laserbehandeling voor TTTS.
Indien TAPS ontstaat, kan het zijn dat behandeling noodzakelijk is. Dit gebeurt door middel van een laseroperatie of door middel van een bloedtranfusie bij de bleke baby.- Selectieve foetale groei restrictie (sFGR)
Bij een monochoriale tweeling moet één placenta voeding voorzien voor twee baby’s. Hierdoor is een MCDA-tweeling doorgaans kleiner dan een DCDA-tweeling. Bij één op de tien tweelingen is er een groot verschil in groei tussen de baby’s en dit kan al vroeg in de zwangerschap optreden. Indien het groeiverschil meer dan 20% bedraagt, spreekt men van sFGR. Deze zwangerschappen zullen strikt echografisch opgevolgd moeten worden, voornamelijk om te kijken of beide baby’s zich goed blijven voelen. Bij een ernstig groeiprobleem van één of beide baby’s, kunnen we in de levensvatbare periode de
baby’s vroeger laten geboren worden. Je krijgt dan medicatie toegediend om de longen van de baby’s sneller te laten rijpen.
Bevallen van een meerling
Net als bij een eenling zwangerschap, kunnen de meeste tweelingen zonder probleem langs de natuurlijke weg, dat wil zeggen vaginaal, geboren worden. Maar als de onderste baby niet met het hoofd naar beneden ligt, zal een keizersnede aangeraden worden. Indien er sprake is van complicaties tijdens de zwangerschap, kan het bevallingsplan ook aangepast worden.
MCMA-tweelingen en -drielingen worden bij voorkeur geboren via keizersnede gezien de verhoogde kans op liggingsafwijkingen.
Extra informatie over meerlingzwangerschappen
Verwacht je een meerling en wordt jouw zwangerschap opgevolgd in het UZA? Dan zal je een afspraak krijgen voor een informatiemoment specifiek voor toekomstige meerlingouders. Een gespecialiseerde vroedvrouw zal je meer informatie geven over belangrijke onderwerpen:
- bevalling en keizersnede bij meerlingen
- (borst)voeding bij meerlingen
- kraamzorg en extra hulp na de geboorte
- praktische informatie (geboortelijst, ...)
- administratieve informatie
- …