Neurometabole aandoeningen
Neurometabole aandoeningen zijn stofwisselingsziekten waarbij vooral de hersenen zijn aangetast.
Wat is een neurometabole aandoening?
Neurometabole aandoeningen zijn stofwisselingsziekten waarbij vooral de hersenen zijn aangetast. Ze ontstaan door het ontbreken van een specifiek eiwit in onze lichaamscellen en komen zeldzaam voor.
De meest voorkomende neurometabole ziekten zijn stapelingsziekten waarbij een stof niet goed kan afgebroken worden door een bepaald ontbrekend eiwit, en zich zodoende gaat opstapelen in de lichaamscellen, waaronder de hersencellen. Hierdoor sterven hersencellen af en ontwikkelen patiënten symptomen waarbij we zien dat ze aangeleerde vaardigheden verliezen (lopen, praten, denken).
Voorbeelden van stapelingsziekten zijn:
- metachromatische leucodystrofie
- mucopolysaccharidosen
- ceroïd lipofuscinosen
- X-ALD
MetabERN
Expertise en kennis rond neurometabole aandoeningen gebundeld
Het UZA is erkend lid van 15 Europese Referentienetwerken rond verschillende groepen van zeldzame aandoeningen. Zo ook van het Europees Referentienetwerk voor erfelijke stofwisselingsziekten (MetabERN).
MetabERN heeft als doel de kennis, ervaring en expertise van artsen en patiënten(organisaties) op het gebied van zeldzame erfelijke (neuro)metabole aandoeningen te bundelen en beschikbaar te maken voor andere artsen en patiënten. Zo krijgen patiënten sneller de juiste diagnose en een zo optimaal mogelijk behandelingstraject.
Oorzaken
Neurometabole aandoeningen zijn aangeboren en worden veroorzaakt door een verandering in de genetische code (het DNA).
- De meeste neurometabole aandoeningen hebben een zogenoemde autosomaal recessieve overerving, waar de overerving via beide ouders verloopt. De kans op een volgend kind met dezelfde ziekte is ¼ of 25%.
- Ook X-gebonden recessieve (overerving via X-chromosoom) en autosomaal dominante overerving (overerving via 1 ouder die de ziekte ook heeft) komen voor, maar zijn eerder zeldzaam bij deze ziekten.
- Daarnaast zijn afwijkingen in het mitochondriaal DNA een mogelijke oorzaak.
- De meeste neurometabole aandoeningen hebben een zogenoemde autosomaal recessieve overerving, waar de overerving via beide ouders verloopt. De kans op een volgend kind met dezelfde ziekte is ¼ of 25%.
Symptomen
Neurometabole aandoeningen kunnen zich op verschillende leeftijden presenteren, gaande van zuigelingenleeftijd tot volwassenheid. Hoe vroeger de ziekte tot uiting komt, hoe ernstiger het beloop van de ziekte.
Neurometabole ziekten kennen een regressief beloop: het zijn ziekten waarbij de patiënten vaardigheden verliezen over de tijd.
Energiestofwisselingsziekten kunnen zich ernstiger manifesteren bij koorts, ziekte, of inspanning. Voor deze ziekten is het van belang om daar rekening mee te houden.
Diagnosestelling
Bij een klinisch vermoeden en een verlies van vaardigheden (bijvoorbeeld niet meer zo goed kunnen stappen, minder goed kunnen denken of praten, verandering in gedrag) wordt verder onderzoek gedaan om de diagnose te kunnen stellen. Dit onderzoek bestaat uit:
- Klinisch neurologisch onderzoek (observatie, anamnese en lichamelijk onderzoek door een kinderneuroloog)
- Magnetische resonantie beeldvorming (MRI of NMR) van de hersenen
- Bloed- of urine onderzoek waarbij er onder andere gekeken wordt naar afwijkingen in de stofwisseling (metabolisme)
Behandeling
Eens de diagnose gesteld is, wordt de patiënt ingeschreven in het CEMA-UZA (Centrum voor Erfelijke Metabole Aandoeningen), een erkend centrum voor de behandeling van erfelijke metabole aandoeningen.
Supportieve therapie
Voor de meeste neurometabole aandoeningen is er momenteel geen genezende behandeling en streven we ernaar om kind en ouders zo goed als mogelijk te ondersteunen (supportieve therapie). Dit kan gaan over ondersteuning van de motoriek met kinesitherapie en hulpmiddelen, behandeling van epilepsie, behandeling van stijfheid en/of pijn, psychologische ondersteuning, ondersteuning bij aanvragen bij verschillende overheidsinstanties, schooloriëntatie, …
Enzymvervangende therapie (ERT)
Enzymvervangende therapie (ERT) wordt al langere tijd gegeven voor stofwisselingsziekten. Probleem daarbij is dat deze therapie de hersenen niet kan bereiken als ze via de ader wordt toegediend. Sinds 2017 is er een enzymtherapie beschikbaar voor de ziekte CLN2, die rechtstreeks in de hersenkamers wordt toegediend.
Beenmergtransplantatie
Voor sommige neurometabole ziekten kan er een beenmergtransplantatie worden uitgevoerd om het ziektebeloop te stabiliseren. Belangrijk hierbij is dat enkel patiënten die in een vroeg stadium van de ziekte zijn, met nog weinig symptomen, hiervoor in aanmerking kunnen komen.
Gentherapie
Momenteel en naar de toekomst toe wordt er voor tal van deze ziekten gewerkt aan een gentherapie, waarbij de erfelijke fout rechtstreeks wordt gecorrigeerd in de hoop zo de ziekte te kunnen genezen. Ook daarbij is het van belang dat patiënten zo vroeg als mogelijk worden behandeld (liefst voor er symptomen zijn). Hiervoor zou de hielprikscreening een rol kunnen gaan spelen. De eerste neurometabole ziekte waarvoor er een gentherapie beschikbaar is, is metachromatische leucodystrofie (MLD).
Opvolging
De opvolging in het UZA gebeurt per 3 of per 6 maanden.
Klinische studies
Er lopen verschillende studies rond neurometabole ziekten die gericht zijn op het in kaart brengen van het natuurlijke beloop en mogelijke therapievormen. Deze kan je terugvinden op Clinicaltrials.gov. Het UZA participeert vaak actief in deze studies. Wanneer je kind in aanmerking komt voor een studie, zal je behandelend arts dit samen met jou bespreken.
Maak een afspraak
Kinderneurologie
Overige
Interessante links