Harttransplantatie
Bij een harttransplantatie wordt het zieke hart door een gezond hart van een overleden persoon vervangen.
Binnenkort naar het UZA?
Heb je binnenkort een afspraak bij het UZA of kom je iemand bezoeken? Beantwoord enkele vragen en krijg handige tips voor je UZA-bezoek, van thuisvoorbereiding tot navigatie in het ziekenhuis.
Maak een afspraak
Transplantatiecentrum
Cardiologie
Cardiochirurgie
Wat is een harttransplantatie?
In het UZA hebben we sinds 1994 meer dan 150 harttransplantaties uitgevoerd. Bij een harttransplantatie wordt het zieke hart door een gezond hart van een overleden persoon vervangen. Een patiënt kan in aanmerking komen voor een harttransplantatie als hij/zij voldoet aan een aantal strenge criteria. De wachttijd voor een donorhart is de laatste jaren toegenomen. Dit komt doordat de medische vooruitgang in de neurochirurgie ervoor zorgt dat er minder donorharten beschikbaar zijn.
In een aantal gevallen, wanneer de toestand van de patiënt te kritisch is, kan mechanische hartondersteuning gebruikt worden in afwachting van een harttransplantatie.
Voor wie?
Patiënten die in aanmerking komen voor een harttransplantatie, hebben vaak een ernstig verminderde pompfunctie van het hart, wat kan veroorzaakt worden door tal van ziekten: bijvoorbeeld kransslagaderlijden en hartinfarcten of aangeboren afwijkingen aan het hart. Wanneer alle andere behandelingsopties niet meer effectief zijn en de toestand van de patiënt kritiek is, kan een harttransplantatie noodzakelijk zijn. Een harttransplantatie kan de levensverwachting en -kwaliteit van patiënten aanzienlijk verbeteren door het zieke hart te vervangen door een gezond donorhart.
Dit kan in het merendeel van de gevallen leiden tot:
- Verbeterde pompfunctie: Het nieuwe hart kan de bloedcirculatie herstellen, waardoor symptomen zoals vermoeidheid, kortademigheid en pijn kunnen verminderen.
- Verlengde levensduur: Patiënten hebben vaak een aanzienlijk langere levensverwachting in vergelijking met degenen die geen transplantatie ondergaan.
- Verbeterde levenskwaliteit: Na herstel kunnen patiënten hun dagelijkse activiteiten beter uitvoeren en een normaal leven leiden.
- Hervatting van normale activiteiten: Met een goed functionerend hart kunnen patiënten vaak terugkeren naar hun normale leven, werk en sociale activiteiten.
Omdat een harttransplantatie een zware ingreep is die levenslange opvolging vereist, zullen artsen een harttransplantatie pas overwegen als alle andere behandelingsmogelijkheden uitgeput zijn.
Daarnaast moet de patiënt aan een aantal strenge voorwaarden voldoen:
- Je bent jonger dan 65 jaar, maar patiënten ouder dan deze leeftijd die in goede algemene conditie zijn, kunnen ook in overweging worden genomen.
- Je bent fit genoeg om de zware ingreep en revalidatie aan te kunnen.
- Je hebt geen andere onderliggende aandoeningen die het succes van een transplantatie kunnen beïnvloeden (bijvoorbeeld onderliggende kanker of ernstige diabetes).
- Je kan aantonen dat je de voorgestelde behandelingen nauwgezet kan volgen.
- Je bent bereid een intensieve opvolging voor en na de transplantatie te ondergaan.
- Alle andere mogelijke behandelingsvormen zijn niet meer mogelijk
Behandeling / Verloop
In goede omstandigheden kan de opname ongeveer een tweetal weken duren.
- 1
De procedure
Als je aanvaard bent als geschikte kandidaat, kom je op een wachtlijst te staan. De toewijzing van donororganen wordt georganiseerd door Eurotransplant, een centrale organisatie in Europa.
Stap 1: er is een geschikt orgaan
Het transplantatieteam overlegt of het aangeboden orgaan voor jou geschikt is. Als dit het geval is, word je zo snel mogelijk gecontacteerd om naar het ziekenhuis te komen. Vanaf dat moment is het belangrijk dat je nuchter blijft.Stap 2: chirurgische teams in actie
Twee chirurgische teams worden opgeroepen: één om het donororgaan op te halen en een ander team om je in ons ziekenhuis voor te bereiden en de transplantatie uit te voeren. - 2
Voor de ingreep
- Je ondergaat een beperkt aantal onderzoeken om te bepalen of de operatie kan doorgaan.
- Je wordt voorbereid op de operatie, wat onder meer wassen, aantrekken van een ziekenhuispyjama, en het uitschakelen van een eventuele defibrillator omvat.
- Je krijgt een aantal geneesmiddelen via een infuus om afweer van het orgaan tegen te gaan.
- Je maakt kennis met de anesthesist en de chirurg die de ingreep zullen uitvoeren.
- 3
Na de ingreep
Na de operatie word je naar de dienst intensieve zorg gebracht waar je continu opgevolgd en begeleid wordt. Om infecties te voorkomen, lig je in een isolatiekamer.
Wanneer het hart goed functioneert en er zich geen belangrijke problemen voordoen, word je verder verzorgd op de verpleegafdeling van de dienst cardiochirurgie (A2). Je verblijft dan in een transplantatiekamer. Dit is een ruimere eenpersoonskamer met isolatiemogelijkheden om het risico op infectie te verminderen.
De artsen volgen jouw algemene toestand op en je krijgt medicatie om afstoting van het nieuwe hart te voorkomen. We starten zo snel mogelijk met jouw revalidatie.
- 4
Nazorg en revalidatie
Een harttransplantatie heeft grote implicaties voor jouw levensstijl en vereist discipline en permanente waakzaamheid. De operatie is de start van een nieuw leven, maar brengt ook levenslange opvolging met zich mee, uitgevoerd door een team van cardiologen, cardiochirurgen, transplantverpleegkundigen en revalidatieteams. Deze opvolging start met een wekelijkse biopsie (weefselstaal) van de hartspier om afstotingsverschijnselen tijdig op te sporen.
In de eerste maanden na je transplantatie word je regelmatig in het ziekenhuis verwacht. Dit is belangrijk om vroegtijdig afstoting en infecties op te sporen en om fysisch te revalideren.
Mogelijke problemen in het eerste jaar
In het eerste jaar na de transplantatie zijn afstoting en infectie de grootste vijanden. Het is belangrijk om actief te werken aan een gezond gewicht, regelmatig te bewegen, je medicatie stipt in te nemen, niet te roken en contact op te nemen met je arts of verpleegkundige bij vragen of problemen.Opvolging na het eerste jaar
Na ontslag ondergaat de patiënt om de zes weken een bloedafname, voornamelijk om de medicatieniveaus te controleren die nodig zijn om afstoting te voorkomen. Elke drie maanden krijgt de patiënt een vergelijkbare bloedafname, samen met een röntgenfoto van de longen, een echo van het hart en een consultatie bij de transplant cardioloog om de resultaten van deze onderzoeken te bespreken.Daarnaast wordt de patiënt één keer per jaar gehospitaliseerd voor aanvullende onderzoeken. Dit is belangrijk omdat er na verloop van tijd andere gezondheidsproblemen kunnen optreden als gevolg van de immuunsuppressieve behandeling, die we tijdig willen opsporen, zoals de ontwikkeling van diabetes, hoge bloeddruk, verhoogd cholesterol, kransslagadervernauwing, het ontstaan van kanker en vroegtijdige kransslagadervernauwing. Daarom wordt de patiënt jaarlijks drie dagen gehospitaliseerd voor verder onderzoek.
Slaagkansen
De slaagkansen na een harttransplantatie zijn de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen, dankzij nieuwe technieken en verbeterde medicatie tegen afstoting. Deze vooruitgang heeft niet alleen de overlevingskansen van patiënten verhoogd, maar ook het risico op de ontwikkeling van kwaadaardige processen, zoals tumoren, verminderd.
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinische studies. Dit gebeurt op vrijwillige basis. Indien er op de dienst waar je bent opgenomen een specifiek onderzoek loopt, zal je eventueel gevraagd worden om hieraan deel te nemen. Je hebt de volledige vrijheid om te beslissen of je hier al dan niet op in wenst te gaan. Indien je deelneemt of in de toekomst deelneemt aan klinische studies, kan je met je vragen terecht bij je behandelend arts.
'Ik werk al 30 jaar in het UZA, waarvan 25 jaar in het katheterisatielab. Die eerste harttransplantatie, in 1994, was toch iets heel bijzonders. Het was een ingrijpende gebeurtenis voor alle betrokkenen.'
Luc Arnauts