Infecties van vaatprotheses
De aortakliniek van het UZA is een referentiecentrum om infecties van vaatprothesen te behandelen.
Wat is een infectie van een aortaprothese?
Bij verschillende aandoeningen van de aorta (bv. aneurysma) kan het nodig zijn om het (zieke) deel van de aorta te vervangen door een prothese uit kunststof. Door besmetting met een bacterie, gist of schimmel kan op en/of rond deze prothese een infectie ontstaan.
Oorzaken
De prothese kan besmet geraakt zijn tijdens het plaatsen, maar bij de meeste patiënten ontstaat de infectie bijna altijd na de operatie:
- Meestal ontstaat de infectie door een bacteriële infectie elders in het lichaam, die in de bloedbaan in contact komt met de vaatprothese. Typische bacteriële oorzaken zijn een bloedvergiftiging vanuit een slecht verzorgd gebit, een wonde aan het lichaam (vinger, arm en been) of een opstijgende urineweginfectie.
- Ook patiënten met een verlaagde immuniteit lopen een hoger risico op een infectie.
- Heel uitzonderlijk zien we ook dat de prothese besmet wordt door een gist of schimmel.
Symptomen
De symptomen hangen af van de aandoening en de lokalisatie (plaats van infectie):
- Koorts of rilkoorts
- Pijn (rug of buik)
- Vermoeidheid
- Slechte eetlust
- Gewichtsverlies
Welke prothesen kunnen besmet raken?
Prothesen ingebracht via open weg
- Aortaklepprothese
- Buisprothese ter hoogte van de aorta ascendens, aortaboog, aorta descendens, aorta abdominalis
- Broekprothese ter hoogte van de aorta abdominalis
Prothesen ingebracht via endovasculaire weg
- Endoprothese in de buik (EVAR)
- Endoprothese met arm voor de inwendige bekkenslagader (IBD-EVAR)
- Endoprothese met openingen voor de zijtakken van de aorta (FEVAR)
- Endoprothese met armen voor de zijtakken van de aorta (BEVAR)
Prognose
De prognose hangt af van:
- de snelheid waarmee de diagnose gesteld wordt
- de bacterie
- de uitgebreidheid
- het type prothese
- de mogelijkheid om de vaatprothese te vervangen.
In sommige gevallen komt de infectie snel onder controle, maar bij andere patiënten is het verwijderen van de besmette vaatprothese noodzakelijk (met een grotere kans op complicaties).
Diagnosestelling
Voor de diagnose en gerichte behandeling van de infectie is het belangrijk dat we naast een algemene bloedafname, ook bloedkweken (hemoculturen) afnemen om de aanwezigheid van de bacterie in het bloed op te sporen. Starten met antibiotica zonder dat we de kiem kunnen identificeren is dus niet goed.
Daarnaast speelt beeldvorming een heel belangrijke rol in de diagnose. Meestal kiest jouw arts voor een combinatie van een MRI, CT-scan en PET-scan. Deze onderzoeken zijn meestal in staat om de infectie op of rond de prothese aan te tonen, zeker als de bloedkweken ook positief zijn.
Behandeling
Het team van de aortakliniek doet er alles aan om jouw behandeling zo compleet en optimaal mogelijk te laten verlopen.
Verwijderen prothese
Als de infectie niet met antibiotica onder controle te krijgen is, bekijkt het team van de aortakliniek of de prothese verwijderd kan worden. Dat is in veel gevallen, vooral bij prothesen die via open weg zijn ingebracht, de ultieme behandeling om de infectie onder controle te krijgen zonder antibiotica.
- We vervangen een besmette vaatprothese het liefst door menselijk materiaal. De voorkeur gaat hierbij naar eigen materiaal: de chirurg verwijdert diepe aders uit de benen en maakt hij er een nieuwe lichaamseigen prothese van. Deze wordt dan ingehecht in de plaats van de verwijderde besmette vaatprothese. Is eigen materiaal niet mogelijk, dan kan er gekozen worden voor een donoraorta (aorta afkomstig van een andere patiënt). Deze donoraorta wordt steeds getest op de afwezigheid van besmettelijke ziekten, behandeld tegen afstoting en bewaard in vloeibare stikstof tot gebruik.
- Als er geen eigen materiaal of donormateriaal aanwezig is, kan de arts jouw bloedcirculatie herstellen door een extra-anatomische bypass. Deze bypass ligt dan niet op de plaats van de besmette vaatprothese, maar meestal buiten de borstkas en of buik. Een typisch voorbeeld is de axillofemorale bypass of de obturator bypass. Nadien wordt de besmette prothese verwijderd.
- Een besmette vaatprothese door een nieuwe kunstprothese vervangen is meestal geen goede oplossing en pas de allerlaatste optie.
Antibiotica
De primaire behandeling bestaat uit het langdurig toedienen van antibiotica via intraveneuze weg (injectie rechtstreeks in de ader), die gericht is tegen de bacteriekiem opgespoord via de bloedkweken. Voor deze behandeling kom je terecht bij specialisten van de dienst infectieziekten.
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinisch onderzoek via de dienst waar ze behandeld worden. Zij worden door hun arts gevraagd om hieraan eventueel deel te nemen. Soms zijn er echter ook studies waarvoor gezonde vrijwilligers gezocht worden.