Stoelgangincontinentie: chirurgie

Bij stoelgangincontinentie verliezen de sluitspieren de controle over de ontlasting. Daardoor wordt er ongewild stoelgang verloren. Het multidisciplinair team van het UZA bekijkt hoe u het best behandeld wordt. Er zijn verschillende mogelijkheden: medicatie, bekkenbodemtherapie, neuromodulatie of een chirurgische ingreep als laatste optie. Dat kan bijvoorbeeld nodig zijn om een scheur te hechten na een bevalling.

Wat zijn de oorzaken van stoelgangincontentie?

  • bevallingen
  • trauma’s
  • verzwakking van de sluitspier (vaak door overdreven persen)

Wat gebeurt er voor de chirurgische ingreep tegen stoelgangincontentie?

Stoelgang kunnen ophouden, betekent dat de sluitspier goed werkt. Als u naar het toilet moet, dient u zich ook comfortabel te voelen. Om beide aspecten na te gaan, doen we daarom bij patiënten met incontinentie voor stoelgang ook enkele technische onderzoeken (drukmeting, echografie en MR-scan).

Welke types ingreep zijn er mogelijk?

  • Pacemaker (enkel indien er geen duidelijke scheur is): de inplanting van een pacemaker moet de zenuw die naar de sluitspier loopt, stimuleren. Niet alle patiënten zijn hiermee geholpen. Daarom voeren we altijd eerst een proefstimulatie uit met een uitwendige batterij of ‘sacrale stimulatie’.
  • Beenspier met pacemaker: als de patiënt niet goed reageert op de proefstimulatie, brengen we rond de anus een beenspier aan die ook door een pacemaker in contractie gehouden wordt. Dat vergt nadien ongeveer 4 weken training bij de patiënt thuis.
  • Kunstsfincter: we plaatsen een cuff gevuld met vloeistof die de anus afsluit en door middel van een pompje in de grote schaamlip of het scrotum geopend kan worden.

Zowel de pacemaker als de kunstsfincter zijn dure implantaten. Bij elke patiënt gebeurt daarom een aanvraag bij het RIZIV. Als de patiënt voldoet aan de criteria, krijgt hij de implantaten volledig terugbetaald.

Wat mag er verwacht worden van de ingreep?

Chirurgie voor incontinentie houdt weinig risico’s in. Bij de meeste patiënten komen we tot een bevredigende continentie of toch zeker een belangrijke situatieverbetering. Als de patiënten zich na de operatie onwel voelen als ze stoelgang hebben, kunnen ze eerder geconstipeerd zijn. Daardoor combineren we deze ingreep soms met lavementen.

Laatst aangepast: 23 maart 2016
Auteur(s): Team abdominale heelkunde