Bronchopulmonale dysplasie (BPD)
Bronchopulmonale dysplasie, afgekort BPD, is een chronische longaandoening.
Wat is bronchopulmonale dysplasie?
Bij BPD zijn de longen beschadigd als gevolg van te vroeg geboren zijn (prematuriteit) samen met schade door de ondersteunende behandeling van de ademhaling. De longontwikkeling bij vroeggeboorte is nog niet volledig, waardoor de zich ontwikkelende longen schade kunnen oplopen.
De ontwikkeling van de long begint vanaf week 4 in de zwangerschap. Vanaf week 26 ontstaan de eerste grove longblaasjes met vanaf 32 weken de uiteindelijke longblaasjes. Deze longblaasjes zijn belangrijk voor de gasuitwisseling. De longen zijn dus nog niet voldoende aangepast om zelfstandig zuurstof op te nemen en koolzuurgas uit te wisselen, wat ademhalen en zuurstofopname moeilijker maakt.
Hierdoor is ademhalingsondersteuning en eventueel extra zuurstof noodzakelijk. Deze behandeling kan echter ook leiden tot verdere longschade, wat de situatie van BPD verergert. Het komt dus typisch voor bij zeer vroeg geboren kinderen die kunstmatig beademd zijn en vaak een infectie hebben doorgemaakt rond of na de geboorte.
Diagnosestelling
De diagnose BPD kan pas definitief gesteld worden als de kinderen nog zuurstof of ademhalingsondersteuning nodig hebben als ze 36 weken zijn (in zwangerschapsweken).
BPD kan zorgen voor luchtwegklachten in de eerst levensjaren. Kinderen met BPD zijn wat kwetsbaarder voor onschuldige luchtweginfecties dan hun leeftijdsgenootjes en hebben meer risico op astmaklachten.