Lumbale discusdegeneratie
Door lumbale discusdegeneratie verzwakken tussenwervelschijven, wat rugpijn, bewegingsbeperking en zenuwcompressie veroorzaakt. Listhese kan druk op zenuwen geven en stabiliteit verminderen.
Synoniemen
Wat is een lumbale discusdegeneratie?
Lumbale discusdegeneratie is een aandoening waarbij de tussenwervelschijven in de onderrug hun elasticiteit en dempende eigenschappen verliezen door slijtage. Normaal zorgen deze schijven voor flexibiliteit en schokabsorptie in de wervelkolom, maar door degeneratie kunnen ze dunner worden en minder effectief functioneren. Dit proces kan leiden tot rugpijn en beperkte bewegingsvrijheid. Daarnaast kan de aandoening irritatie of compressie van nabijgelegen zenuwen veroorzaken, wat pijn, gevoelloosheid of tintelingen in de benen kan geven.
Een verplaatsing of verschuiving van een wervel ten opzichte van de wervel eronder noemt men een listhese. Deze verschuiving kan het gevolg zijn van slijtage van de tussenwervelschijven, maar ook door aangeboren afwijkingen of trauma. Wanneer listhese optreedt, kan dit druk uitoefenen op de zenuwen in het ruggenmergkanaal, wat kan resulteren in pijn en neurologische symptomen, zoals pijn en krachtsvermindering in de benen. Samen kunnen lumbale discusdegeneratie en listhese de stabiliteit van de wervelkolom aantasten en de levenskwaliteit aanzienlijk verminderen.
Enerzijds is er de normale veroudering van de discus. Het natuurlijke verouderingsproces van de tussenwervelschijven, waarbij geleidelijke slijtage optreedt. Daarnaast zien we soms een versnelde of vroegtijdige slijtage van de tussenwervelschijven, wat pijn en bewegingsbeperkingen veroorzaakt. Wanneer een wervel verschuift ten opzichte van een onderliggende wervel, noemen we dit een listhese (spondylolisthesis). Deze vormen van degeneratie kunnen druk op de zenuwen en klachten veroorzaken. Niet elke vorm van discusdegeneratie is symptomatisch.
Symptomen
Lumbale discusdegeneratie kan leiden tot verschillende symptomen, die variëren in ernst en aard, afhankelijk van de mate van degeneratie en betrokken zenuwen. Een van de meest voorkomende symptomen is lage rugpijn. Deze pijn wordt vaak omschreven als een zeurende of brandende pijn in de onderrug die kan verergeren bij langdurig zitten, staan of tillen van zware objecten. De pijn kan mechanisch zijn, wat betekent dat het erger wordt bij beweging of belasting van de rug, zoals bij buigen, draaien of tillen. Bij ernstige degeneratie kan de rug stijf aanvoelen, vooral na langdurige inactiviteit, zoals ’s ochtends na het opstaan of na lang zitten.
Naast rugpijn kan lumbale discusdegeneratie ook leiden tot zenuwpijn als gevolg van compressie van de zenuwen. Deze zenuwpijn, ook wel radiculopathie genoemd, kan uitstralen naar de billen, heupen of benen, wat bekendstaat als ischias. De pijn kan gepaard gaan met tintelingen, gevoelloosheid of zelfs spierzwakte in de onderste ledematen, afhankelijk van welke zenuwen zijn aangedaan.
Diagnosestelling
De diagnose van lumbale discusdegeneratie en listhese wordt voornamelijk gesteld door:
- Anamnese en lichamelijk onderzoek: Evaluatie van symptomen en lichamelijke functies van de patiënt.
- MRI-scan: Voor het in beeld brengen van de tussenwervelschijven, de mate van slijtage en eventuele discusuitpuiling.
- Röntgenfoto's: Om de stand van de wervelkolom in kaart te brengen.
Behandeling
Enerzijds kan er worden gekozen voor een conservatieve behandeling met pijnmedicatie en fysiotherapie om de rug- en buikspieren te versterken en zo de wervelkolom te stabiliseren. Bij moeilijk te controleren of uitstralende pijn kan infiltratietherapie worden toegepast. Deze infiltraties kunnen geplaatst worden in de facetgewrichten of bij de zenuw die zorgt voor de uitstralende pijn.
Bij therapieresistente klachten, krachtverlies of ernstige listhese kan chirurgie worden overwogen, in de vorm van een lumbale fusie. Hierbij worden twee of meer wervels aan elkaar vastgezet om stabiliteit te creëren. Het doel is om beweging tussen de wervels te elimineren en de wervels te laten vergroeien. Er zijn verschillende technieken om de lumbale wervelkolom te benaderen. Jouw neurochirurg zal de opties altijd met jou overlopen en de voor- en nadelen van elke operatie duidelijk vermelden.
PLIF/TLIF (Posterieure/Transforaminale Lumbar Interbody Fusie)
Via een incisie in de rug worden schroeven geplaatst in de wervels, en wordt een kooi (cage) tussen de wervels geplaatst om deze op termijn te laten vastgroeien.
ALIF (Anterieure Lumbar Interbody Fusie)
Via een benadering door de buik wordt de discus verwijderd en vervangen door een kooi gevuld met botmateriaal. Vaak wordt ook een plaatje met schroeven gebruikt voor extra stabiliteit aan de voorzijde van de wervelkolom.
XLIF/DLIF (Laterale fusie)
Via een incisie in de flank wordt de tussenwervelschijf verwijderd en vervangen door een kooi.
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinisch onderzoek via de dienst waar ze behandeld worden. Zij worden door hun arts gevraagd om hieraan eventueel deel te nemen. Soms zijn er echter ook studies waarvoor gezonde vrijwilligers gezocht worden.