Elektrofysiologisch onderzoek

Bij een elektrofysiologisch onderzoek wordt de oorzaak van de hartritmestoornis opgespoord. Het onderzoek gebeurt onder plaatselijke verdoving. Katheters worden via één of beiden liezen in het hart geplaatst Met verschillende meettechnieken kunnen we de elektrische werking van het hart nakijken en hartritmestoornissen opsporen. Behalve het prikje voor de verdoving is het onderzoek pijnloos. U kunt wel hartkloppingen voelen.

Wat is een elektrofysiologisch onderzoek?

Via geprogrammeerde stimulatie proberen we hartritmestoornissen uit te lokken. Als de ritmestoornis ontstaat, meten we nauwkeurig op in welke delen van het hart ze ontstaat en welk traject gevolgd wordt doorheen het hart. Dankzij een elektrofysiologisch onderzoek kunnen we vaststellen of u makkelijker vatbaar bent om hartkloppingen te ontwikkelen. Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt ook de meest geschikte behandelingsstrategie bepaald worden.

Hoe bereid ik mij voor?

  • Dit onderzoek gebeurt nuchter
  • U scheert op voorhand uw borstkast en beide liezen 
  • Diabetespatiënten vragen het best vooraf raad aan hun huisarts om hun medicatie de dag van het onderzoek aan te passen
  • Indien u bloedverdunnende medicatie neemt bespreekt u dat best op voorhand met uw verwijzende arts.
  • Tandprothesen en juwelen neemt u best niet mee
  • U verwijdert nagellak best op voorhand

Hoe verloopt een elektrofysiologisch onderzoek?

Het elektrofysiologisch onderzoek gebeurt in het hoogtechnologisch hartkatheterisatielabo of kortweg kathlab. De procedure bestaat uit een aantal fasen en duurt ongeveer 1 tot 2 uur:

  • U neemt plaats op de onderzoekstafel. één of beide liezen wordt met ontsmettingsmiddel steriel gemaakt. Daarna wordt het steriele veld aangebracht. Een verdovend middel wordt ingespoten in één of beide liezen zodat de liesstreek ongevoelig wordt.
  • Met een punctie met een holle naald worden één of meer buisjes in de ader en/of slagader geplaatst. Via deze buisjes worden katheters in het hart geplaatst om elektrische signalen waar te nemen en het hart te stimuleren. Zoals bij andere heelkundige ingrepen wordt een deel van het single-use katheter-materiaal herverwerkt en hergebruikt in het belang van de veiligheid en efficiëntie van de ingreep.
  • Bij sommige ritmestoornissen is het nodig dat het tussenschot tussen de beide voorkamers wordt doorprikt. Dit gebeurt via een speciale katheter. Hierbij gebeurt dan ook een echografie, hetzij via de slokdarm, hetzij in het hart zelf. 
  • Het is meestal de bedoeling dat de ritmestoornis waar u last van hebt wordt uitgelokt. Dit kan soms via een extra geneesmiddel dat uw hart opjaagt. 
  • Achteraf worden de buisjes uit de lies verwijderd en moet u nog minstens 6 uur (voor een aderpunctie) of tot de volgende dag (voor een slagaderpunctie) in uw bed blijven liggen. 

Wanneer krijg ik de resultaten?

Uw cardioloog deelt u op het einde van het onderzoek het resultaat mee. Het resultaat  wordt ook gerapporteerd aan uw huisarts en/of verwijzende cardioloog.

Wat gebeurt er na een elektrofysiologisch onderzoek?

Uit het onderzoek zal blijken of er hartritmestoornissen aanwezig zijn die in aanmerking komen voor medicamenteuze behandeling of voor een ablatie. De ablatie gebeurt vaak aansluitend op het elektrofysiologisch onderzoek. Als de ablatie meer complex is en narcose nodig is, wordt een nieuwe afspraak gepland. Na een opname voor elektrofysiologisch onderzoek volgt altijd een controleraadpleging.

Lees meer in de brochure 'Elektrofysiologisch onderzoek of ablatie'

Laatst aangepast: 28 juni 2023
Auteur(s): Team cardiologie