Aortadissectie

Bij een aortadissectie zit er een scheur (entry) in de binnenwand van de aorta, waardoor er bloed tussen de binnenste en buitenste laag van de aortawand komt. 

Wat is een aortadissectie?

Wat is een aortadissectie?

Bij een aortadissectie zit er een scheur (entry) in de binnenwand van de aorta, waardoor er bloed tussen de binnenste en buitenste laag van de aortawand komt. Door de bloeddruk worden deze lagen met kracht uit elkaar geduwd. Zo ontstaat er naast het normale kanaal (ware lumen of ‘true lumen’) een nieuw kanaal in de wand van de aorta (het valse lumen of ‘false lumen’). Dit kanaal vormt zich een weg, stopt of scheurt frequent terug in de richting van het normale kanaal (re-entry).

  • Door de scheur kunnen belangrijke zijtakken van de aorta afgesloten worden, waardoor delen van het lichaam of organen zonder zuurstof komen (ischemie) . 
  • Als de scheur in de wand zich doorzet doorheen de buitenste laag van de aorta, ontstaat een vrije scheur met bloeding (ruptuur). 

Een aortadissectie moet dan ook zo snel mogelijk behandeld worden.

  • Afhankelijk van de plaats waar de scheur optreedt spreken we van een type A of een type B aortadissectie (Stanford classificatie).

    • Type A

      De scheur in de binnenwand ontstaat in het stijgende deel van de aorta (aorta ascendens) of de aortaboog.
    • Type B

      De scheur begint in het dalende deel van de aorta (aorta descendens), net voorbij de slagader voor de linkerarm.
  • Volgende factoren verhogen het risico op een aortadissectie:

    • hoge bloeddruk, vooral bij patiënten waarbij de bloeddruk niet of slecht behandeld is
    • erfelijkheid: aangeboren bindweefselaandoeningen (Marfan, Ehlers-Danlos, Loeys-Dietz …)
    • een tweekleppige aortaklep
    • roken
    • zwangerschap
    • gebruik van cocaïne en amfetamines
    • een gekend aneurysma van de aorta
    • aortaontsteking (aortitis)
    • verhoogde cholesterol 
  • Op het moment dat de wand scheurt en het bloed met kracht tussen de lagen van de aortawand terecht komt, geeft dit vooral zeer hevige pijn.

    • Pijn op de borst (type A) 
    • Rugpijn (type B) 
    • Buikpijn en lage rugpijn (indien het nieuwe kanaal verder naar onder gaat richting de buik)

    Naast pijn zijn er ook klachten zoals:

    • braken
    • zweten
    • duizeligheid
Diagnosestelling

Diagnosestelling

Omdat de klachten van een aortadissectie heel erg op die van een zuurstoftekort van het hart (acuut myocard infarct) lijken, wordt er niet altijd aan een aortadissectie gedacht. Toch is het belangrijk om bij heftige pijn op de borstkas ook aan een aortadissectie als oorzaak te denken, omdat de behandeling volledig verschilt.

  • De diagnose wordt tegenwoordig vooral gesteld met een CT-scan (zie foto). 
  • Een bloedtest (verhoogde D-dimeren) of een RX thorax met specifieke afwijkingen (calcium teken, pleuravocht of veranderingen in de ligging van trachea en/of bronchi) kunnen indicatief zijn. 
  • Ook een MRI van de aorta of een slokdarmechografie zijn geschikte onderzoeken.

Een aortadissectie wordt na de diagnose onderverdeeld in verschillende types (A of B). Dit is van belang voor de behandeling. 

Ct-scan_aortadissectie
Behandeling

Behandeling

De eerste stappen in de behandeling bestaan meestal uit:

  • pijnstilling
  • bloeddrukcontrole
  • nazicht

Hierbij willen we vooral weten dat er geen bloeding (ruptuur) en/of zuurstoftekort is. Daarna bekijken we welke vervolgbehandeling het meest geschikt is.

  1. 1

    Bij een scheur in het stijgende deel van de aorta (aorta ascendens) onderga je best zo snel mogelijk een Yacoub of David ingreep. Hierbij wordt het borstbeen geopend (sternotomie) en vervangt de chirurg de aorta ascendens met de scheur door een kunststof vaatprothese terwijl je aan de hart/long-machine gekoppeld bent. Indien ook jouw aortaklep wordt vervangen door een aortaklepprothese, spreken we van een Bentall ingreep.

  2. 2

    Een scheur in het dalende deel van de aorta (aorta descendens) wordt in acute omstandigheden alleen geopereerd als er een zuurstoftekort is, bij een bloeding of als de bloeddruken/of pijn met medicatie niet onder controle komt.

    Er zijn dan twee opties:

    Open ingreep: inhechten van een buisprothese
    Endovasculaire ingreep: plaatsen van een endoprothese

    Het doel is om het valse kanaal zo snel mogelijk uit te schakelen om de natuurlijke evolutie naar een uitzetting van de aorta (aneurysma) te vermijden. Steeds vaker gebeurt de behandeling endovasculair en onder lokale verdoving. Op die manier kan de patiënt tijdens de behandeling beter gevolgd worden en is de kans op levensbedreigende verwikkelingen kleiner (dan bij een open ingreep).

    Na de acute periode, al of niet na een operatie, besteden we vooral aandacht aan een goede controle van de bloeddruk. Eénmaal die bereikt is en je fit bent, kan je naar huis. De opnameduur in het ziekenhuis varieert enorm, en is afhankelijk van het type behandeling of hoe gemakkelijk de bloeddruk onder controle kan gebracht worden. Daarom kan een opname voor deze aandoening variëren tussen 2 weken en een aantal maanden.

  3. 3

    Na je ontslag kom je minstens 1x per jaar (levenslang) op controle, best in een aortakliniek in een gespecialiseerd ziekenhuis. Tijdens deze controles:

    • gaan we na of de bloeddruk goed onder controle is
    • controleren we of de medicatie goed verdragen wordt
    • kijken we de aorta zelf na via CT-scan of MRI-scan

    Ook in de chronische fase nadien wordt meer en meer gewerkt met endovasculaire behandelingen en minder via open heelkundige correcties.

Betrokken diensten

  • Zo’n 20.000 genen met daarop miljoenen stukjes DNA-code bepalen voor een groot deel wie we zijn en hoe ons lichaam functioneert.
  • De afdeling thorax- en vaatheelkunde staat in voor verschillende thoracale ingrepen alsook aandoeningen van de aders en slagadres.
  • Op de dienst intensieve zorg (INZO/IZ) worden patiënten opgenomen die nood hebben aan complexe behandelingen en intensieve monitoring.

Maak een afspraak

Cardiochirurgie

Niet beschikbaar
Route 143A

Aortakliniek

Niet beschikbaar