Pancreaskanker
De pancreas of alvleesklier is een orgaan dat sappen aanmaakt voor de spijsvertering en hormonen produceert. Pancreaskanker ontstaat doordat de cellen in de pancreas zich ongecontroleerd vermenigvuldigen en een kwaadaardig gezwel vormen.
Synoniemen
Wat is pancreaskanker?
Elk jaar krijgen in België ongeveer 1800 personen de diagnose van pancreaskanker. De ziekte komt ongeveer even frequent voor bij mannen als bij vrouwen in België. Bij de leeftijdsgroepen boven de 60 jaar komt pancreaskanker het meeste voor. De meest voorkomende vorm van pancreaskanker ontstaat in de lobjes die spijsverteringsenzymen produceren.
Soorten
Welke soorten pancreastumoren worden behandeld met chirurgie?
- Tumoren van de pancreaslobjes (adenocarcinoom): de meest voorkomende vorm van tumoren nabij de pancreas ontstaat in de pancreaslobjes die spijsverteringsenzymen produceren. We spreken dan van een adenocarcinoom.
- Tumoren die ontstaan in cellen die voornamelijk hormonen produceren (neuro-endocriene tumoren of NET): tumoren die ontstaan in cellen die voornamelijk hormonen produceren (neuroendocriene tumoren) zijn veel zeldzamer dan het adenocarcinoom (tumoren van de pancreaslobjes). Of deze tumor zich al dan niet agressief gedraagt, hangt vooral afvan de grootte en het aantal celdelingen.
- Tumoren die ontstaan in de zone dicht bij de twaalfvingerige darm (duodenum), zoals poliepen of kwaadaardige tumoren
- Tumoren die ontstaan ter hoogte van de papil van Vater (de plaats waar galweg en pancreasgang in de twaalfvingerige darm uitmonden): deze tumoren kunnen kwaadaardig zijn, maar de voorloperstadia die op termijn kwaadaardig kunnen worden, komen soms ook in aanmerking voor heelkundige resectie.
- Tumoren die ontstaan in de distale galweg en die meestal kwaadaardig zijn.
- Voorloperstadia van tumoren of chronische pancreatitis komen soms in aanmerking voor heelkundige behandeling.
Symptomen
Vaak is de pancreastumor al enige tijd aanwezig voor iemand er iets van merkt. De klachten hangen samen met de plaats waar de tumor ontstaat en de grootte van de tumor.
De meest voorkomende klachten zijn:
- minder eetlust
- misselijkheid
- zeurende pijn in de bovenbuik of in de rug
- onverwacht gewichtsverlies
Als de tumor in de pancreaskop zit en daar de galweg dichtdrukt, kan ook geelzucht optreden. De symptomen bij geelzucht zijn:
- Licht gekleurde ontlasting
- Donkere urine
- Verkleurd oogwit (eerste stadium)
- Erge jeuk (later stadium)
- Als de tumor ook de afvoergang van de pancreas zelf dichtdrukt, ontstaat er soms vetdiarree of steatoree
UZA als referentiecentrum voor complexe pancreaschirurgie
Het UZA is door het RIVIZ erkend als referentiecentrum voor pancreaschirurgie.
Het UZA heeft jarenlange ervaring in de chirurgische behandeling van tumoren rond pancreas en voldoet aan de criteria en kwaliteitsnormen om u daarbij de bestezorg te bieden.
Patiënten met een tumor rond de pancreas kunnen in het UZA een operatie ondergaan. Afhankelijk van de aard van de tumor bepaalt de arts welke ingreep het meest geschikt is: open chirurgie, een kijkoperatie of robotchirurgie.
Bij voorkeur wordt de ingreep via een kijkoperatie m.b.v. de Da Vinci-robot uitgevoerd. Soms is robotchirurgie niet mogelijk door de grootte van de tumor, betrokken bloedvaten, ... Dan gebeurt de ingreep via een klassieke insnede.
Diagnosestelling
Bij een vermoeden van pancreaskanker (alvleeskanker) is het doel om binnen een zo kort mogelijke termijn de diagnose te stellen, je situatie in kaart te brengen, en tot een behandelplan te komen.
Ervaar je bovenstaande symptomen? Neem dan zo snel mogelijk contact op met je huisarts. Hij/zij zal een lichamelijk onderzoek en een bloedanalyse uitvoeren. Als je huisarts pancreaskanker vermoedt, verwijst hij/zij je door naar een specialist. De specialist zal uitgebreid onderzoek doen om de diagnose te stellen en de tumor in kaart te brengen. Zowel de lokale uitbreiding (doorgroei) als eventuele uitzaaiingen op afstand (metastasen) zijn van belang voor de behandeling en kans op genezing.
- 1
Verwijzing
- 2
Onderzoeken
Volgende onderzoeken kunnen plaatsvinden:
- 3
Multidisciplinair overleg
Als je dossier volledig is en er geen bijkomende onderzoeken nodig zijn, bespreken we in het UZA je dossier binnen de week op de eerstvolgende wekelijkse multidisciplinaire teamvergadering (‘Multidisciplinair Oncologisch Consult’ of MOC, maandag 17 uur).
Op dit overleg bespreken de betrokken artsen jouw mogelijk behandelplan. Je arts zal altijd met jou overleggen over de diverse mogelijkheden en behandelingen.
Er zijn drie scenario’s:
- De tumor kan chirurgisch verwijderd worden (met eventueel een nabehandeling van chemotherapie). De operatie vindt plaats in het UZA.
- De tumor is in eerste instantie moeilijk operabel, maar indien hij goed reageert op de voorbehandeling (chemotherapie), kan hij toch nog chirurgisch verwijderd worden. De voorbehandeling kan in overleg met je lokale ziekenhuis georganiseerd worden.
- De tumor is uitgezaaid en een operatie is niet zinvol (uitzondering hierop zijn sommige neuro-endocrine tumoren). In dit geval verwijzen we je door naar de oncoloog voor eventuele chemotherapie. Deze behandeling kan in overleg met je lokale ziekenhuis georganiseerd worden.
- 4
Diagnose
Na het multidisciplinair oncologisch consult (MOC) krijg je zo snel mogelijk een afspraak tijdens de raadpleging. Je arts overlegt samen met jou het mogelijke behandelplan en legt uit wat je voor, tijdens en na de behandeling kan verwachten.
Tijdens de raadpleging kunnen we je ook in contact brengen met onze verpleegkundige trajectbegeleider. Zij begeleiden je doorheen je volledige traject en zijn de schakel tussen jou en je begeleidende arts. Je kan bij hen terecht voor psychosociale ondersteuning, informatie en een luisterend oor.
Robotchirurgie is in het UZA stevig ingeburgerd. Met de twee Da Vinci Xi robots doen chirurgen nu al ruim 500 ingrepen per jaar, en er is nog groeipotentieel. Twee pancreaschirurgen en de OK-manager blikken terug op de evolutie tot nu.
Behandeling
De volgende behandelingen zijn mogelijk bij pancreaskanker:
- De tumor kan chirurgisch verwijderd worden (met eventueel een nabehandeling van chemotherapie). De operatie vindt plaats in het referentiecentrum voor pancreaschirurgie van het UZA. De nabehandeling met chemotherapie kan eventueel in je lokale ziekenhuis worden georganiseerd.
- De tumor is in eerste instantie moeilijk operabel, maar indien hij goed reageert op de voorbehandeling (chemotherapie), kan hij toch nog chirurgisch verwijderd worden. De voorbehandeling kan in overleg met je lokale ziekenhuis georganiseerd worden.
- De tumor is uitgezaaid, meestal naar de lever en/of longen, en een operatie is niet zinvol (uitzondering hierop zijn sommige neuro-endocrine tumoren). In dit geval verwijzen we je door naar de oncoloog voor eventuele chemotherapie. Deze behandeling kan in overleg met je lokale ziekenhuis georganiseerd worden.
Als de tumor operatief verwijderd kan worden, plannen we de operatie in. Tenzij je eerst een voorbehandeling moet ondergaan. In dat geval plannen we de operatie in nadat de voorbehandeling een gunstig effect op de tumor heeft gehad. De operatie vindt plaats in het UZA en er is geen wachtlijst.
- 1
Preoperatieve raadpleging
Voor je ingreep kom je eerst nog langs bij de chirurg en de anesthesist op de preoperatieve raadpleging.
Denk ook voor je ingreep al na over je thuissituatie. Na je ontslag uit het ziekenhuis zal je, zeker de eerste dagen, nood hebben aan iemand die je thuis kan helpen en begeleiden. Als je niet kan rekenen op een partner of mantelzorger, kan onze dienst patiëntenbegeleiding een verblijf in een verzorgingsinstelling organiseren. Neem dan zo snel mogelijk contact op met de dienst patiëntenbegeleiding.
- 2
Voor de ingreep
Je wordt 1 à 2 dagen voor de ingreep op de verpleegafdeling hepatobiliaire en pancreaschirurgie (C1) opgenomen. De zaalarts en/of verpleging bespreekt samen met jou de ingreep. Tijdens je opname maak je ook kennis met de anesthesist, en de kinesist die je na de operatie zal begeleiden. Als je nog bijkomende vragen hebt, kan je altijd terecht bij je behandelend chirurg.
Functietesten
De pancreas heeft twee belangrijke functies:
- de endocriene functie: het suikergehalte in het bloed regelen door insuline vrij te stellen in het bloed.
- de exocriene functie: verteringssappen aanmaken die via de pancreas in de twaalfvingerige darm worden afgegeven. Deze verteringssappen spelen een belangrijke rol bij de vertering van vetstoffen.
Indien je een pancreaticoduodenectomie of Whipple-operatie zal ondergaan, worden beide functies getest vóór de ingreep d.m.v. een Orale Glucose Tolerantie Test (OGTT) en een Mengtriglyceridetest of MTG. Voor beide testen moet je nuchter zijn (niet eten of drinken vanaf 6 uur voor het onderzoek, enkel water drinken is toegestaan). Indien je een ingreep van de pancreasstaart zal ondergaan, wordt enkel de Orale Glucose Tolerantie Test (OGTT) uitgevoerd.
- 3
De ingreep
De Whipple-operatie of pancreaticoduodenectomie is de meest gebruikelijke ingreep bij pancreaskanker in de pancreaskop. Hierbij worden de alvleesklier- of pancreaskop, samen met de twaalfvingerige darm (duodenum), de galweg en de galblaas en soms ook een deel van de maag operatief weggenomen.
Als de tumor zich op een andere plaats in de pancreas bevindt, bijvoorbeeld in het pancreaslichaam of de pancreasstaart, kunnen we volgende operaties uitvoeren:
- Bij een pancreasstaartresectie wordt de staart van de pancreas, soms een deel van het pancreaslichaam en vaak ook de milt verwijderd.
- Bij een totale pancreatectomie wordt de gehele pancreas of alvleesklier verwijderd.
- 4
Na de ingreep
Je wordt wakker op de ontwaakzaal (PACU) of op intensieve zorgen, waar je vitale parameters intensief worden opgevolgd. De dag na de ingreep starten we al met voeding, via een katheter. Het pijnteam monitort je toestand en kan je pijn dankzij een pijnpomp goed onder controle houden. Je behandelend chirurg volgt je tijdens je verblijf op intensieve zorgen of PACU steeds op, ook tijdens het weekend.
Na je verblijf op intensieve zorgen, word je overgebracht naar de afdeling hepatobiliaire en pancreasheelkunde (C1), waar je ongeveer twee weken verblijft (tenzij er complicaties optreden). Tijdens je verblijf in het UZA krijg je enkele belangrijke richtlijnen voor een aangepaste levensstijl mee. Zo krijg je van de diëtist aangepast voedingsadvies na je pancreasoperatie. Samen met je kinesist start je na de operatie met een gepast revalidatieprogramma.
- 5
Mogelijke complicaties na de ingreep
De verbinding tussen de pancreasrest en de maag of dunne darm houdt het meeste risico’s op problemen in. De pancreas of alvleesklier produceert namelijk verteringssappen. Deze verteringssappen kunnen de hechtingen aantasten en lekkage veroorzaken. Door middel van dagelijkse analyse van het drainvocht kunnen we nagaan of deze verbinding goed geneest. Ook geven we vaak een hormoon in infuus om de pancreassappen tijdens de genezingsfase zoveel mogelijk af te zwakken. De verbinding tussen galweg en dunne darm geneest meestal iets makkelijker, maar kan soms ook tekens van lekkage vertonen. De verbinding tussen maag en dunnedarm is diegene die het minste risico op lekkage inhoudt. Om dit genezingsproces op te volgen, maken we soms ook bijkomende CT-scans van de buik.
Als deze verbindingen niet goed genezen, zijn er drie mogelijke oplossingen:
- Ofwel geneest de verbinding toch door verlittekening. Dit houdt dan wel in dat je iets langer dan gebruikelijk kunstvoeding en hormoontoediening zal krijgen, tot we een gunstige evolutie zien.
- Als het pancreas- of galvocht zich ophoopt in de buik en daar een collectie of abces dreigt te vormen, vragen we soms aan de radioloog om onder CT-scan-geleide een bijkomende drainage te voorzien.
- Uitzonderlijk is een tweede operatie nodig.
Een andere belangrijke complicatie is nabloeding. Rond en doorheen de pancreas lopen er een heleboel bloedvaten waar we de pancreas van moeten losmaken. Soms moet er ook een deel van een ader mee weggenomen worden als de tumor te dicht in de buurt van dit bloedvat loopt. De ingrepen op deze pancreasbloedvaten houden een risico op nabloeding in, zeker bij patiënten die vooraf om andere redenen bloedverdunners innemen.
Andere mogelijke complicaties:
- Functionele gevolgen zoals diabetes en vetdiaree kunnen optreden.
- Diarree
- Vertraagde maaglediging
- 6
Naar huis
Afhankelijk van hoe goed je de ingreep hebt doorstaan, kan je ongeveer twee weken na je ingreep terug naar huis. Als je thuissituatie dit niet toelaat (je woont alleen) of je bent onvoldoende hersteld, organiseert onze dienst patiëntenbegeleiding een verblijf in een verzorgingsinstelling. Vaak wordt dit al voor je opname geregeld.
- 7
Opvolging en nabehandeling
Drie weken na je ontslag kom je voor een vervolgopname naar het UZA waarbij de functionele testen opnieuw worden afgelegd. De arts stelt samen met jou een opvolgingstraject op langere termijn op.
Ten vroegste zes weken na de operatie wordt een eventuele vervolgbehandeling (chemotherapie) opgestart. Deze behandeling vindt plaats op de dienst oncologie en kan zowel in het UZA als in je lokale ziekenhuis doorgaan.
Leven met
Wanneer contacteer je je arts?
Bel +32 3 821 48 00 als je volgende symptomen ervaart:
- Bij nabloeding
- Roodheid rondom de wonde
- Zwelling of koorts hoger dan 38.5°C
- Bij acute benauwdheid
- Als u pijn ervaart tijdens het ademen
- Uitgesproken diareeklachten
- Andere klachten waar u zich zorgen over maakt
Voedingsadvies na pancreasoperatie
Waarom heb ik na mijn pancreasoperatie voedingsadvies nodig?
Verstoorde pancreasfunctie(s)
De pancreas speelt een belangrijke rol bij de vertering van vet en bij de verwerking van suiker. Zo zorgt de pancreas voor enzymen die nodig zijn bij de opname van vet (lipasen) en voor insuline die nodig is voor de regeling van de bloedsuiker.
Na een operatie aan de pancreas kan het zijn dat een deel van deze functies verstoord is. In dat geval zijn voedingsaanpassingen nodig om klachten en complicaties te beperken.
Verminderde eetlust
Vaak is de eetlust na pancreaschirurgie verstoord, met gewichtsverlies tot gevolg. Soms is ook voor de ingreep al sprake van gewichtsvermindering. In beide gevallen zal de diëtist samen met jou nagaan of uje voldoende voedingsstoffen inneemt en je aangepast voedingsadvies geven om terug op kracht te komen.
Wat zijn de voordelen van aangepast voedingsadvies na mijn pancreasoperatie?
- Minder klachten
- Minder krachtverlies
- Sneller herstel
- Minder kans op complicaties/infecties
- Betere vertering van de voeding
Hoe wordt het voedingsadvies op mijn maat samengesteld?
- Als je een pancreasoperatie ondergaat, word je voor de operatie gescreend op ondervoeding. Als je al gewicht hebt verloren, minder eet of kans hebt op ondervoeding, krijg je alvast voedingsadvies.
- Als je na de operatie opnieuw kan eten, komt er een diëtist langs. De diëtist zal samen met jou op basis van je huidige voedingspatroon, enkele onderzoeken en/of eventuele klachten een advies op maat samenstellen.
- Indien er na ontslag nog aandachtspunten of problemen zijn met het eten, wordt er via de consultatie verdere opvolging voorzien.
Waaruit bestaat het voedingsadvies?
- Calorierijke en eiwitrijke voeding bij gewichtsverlies of lage eetlust
- Tijdelijk vetarm dieet bij eventuele chirurgische complicaties
- Diabetesdieet bij een verstoorde suikerverwerking
- Aangepaste dosis vetverteringsenzymen (Creon®) bij een verstoorde vetvertering
Hoe lang moet ik het voedingsadvies opvolgen?
Hoe lang je het voedingsadvies moet opvolgen, is erg afhankelijk van persoon tot persoon. Voedingsadvies betreffende de suiker- of vetvertering moet vaak levenslang gevolgd worden. De duur van ander advies is afhankelijk van de klachten.
Als het dieet kan stopgezet worden, zal dit steeds gebeuren in overleg met de diëtist.
Vragen?
Neem contact op met onze diëtisten Axel Stas (Axel.Stas@uza.be) en Sanne Mouha (Sanne.Mouha@uza.be).