Rugchirurgie

Voor welke rugletsels kunt u in het UZA terecht?

In de praktijk zijn slechts heel weinig mensen gebaat met een operatie. Voor de anderen volstaan kinesitherapie, rugscholing, medicatie of injectietechnieken. Bij de volgende aandoeningen kan een operatie de oplossing zijn:

  • Discushernia: omdat een stuk van de tussenwervelschijf tegen de zenuwwortel drukt, heeft de patiënt last van rugpijn. Soms straalt die pijn uit in het been of de voet. Bij een operatie wordt het stuk van de tussenwervelschijf dat tegen de zenuwwortel drukt, weggenomen. Omdat een discushernia in veel gevallen spontaan geneest, wordt er meestal een zestal weken gewacht vooraleer eventueel tot een operatie over te gaan.
  • Spinaalstenose: vernauwing van een zenuwkanaal of het kanaal waarin het ruggenmerg zich bevindt (vooral bij ouderen). Via een operatie wordt de geknelde zenuw opnieuw vrijgemaakt.
  • Ruggenmergtumoren: een tumor die in of rondom het ruggenmerg groeit.

Voorbereiding op de operatie?

Er moeten enkele routineonderzoeken gebeuren die de algemene toestand van uw lichaam weergeven om na te gaan of u de narcose en ingreep veilig kunt doorstaan:

  • bloedafnames
  • röntgenfoto’s van de longen 
  • onderzoek naar het goed functioneren van de longen
  • ECG: film van de hartwerking

Neemt u bloedverdunnende medicatie? Enkele dagen voor de operatie moet u daarmee stoppen. De anesthesist zal u hierover informeren als u op preoperatieve consultatie komt. 

Het is van groot belang dat u alle radiologische onderzoeken (of de code ervan) van de rug (NMR, CT-scan, radiografie) meebrengt op de dag van de opname. De chirurg heeft ze nodig tijdens de operatie.

Hoe verloopt de operatie?

  • Discusherniaoperatie: het uitpuilende deel van de tussenwervelschijf of delen van de weke kern, die los in het wervelkanaal liggen, worden verwijderd.
  • Laminectomie: soms nodig wanneer het wervelkanaal te nauw is geworden. Dit is een zwaardere ingreep waarbij meer nood is aan pijnmedicatie.
  • Arthrodese: er wordt gebruik gemaakt van een greffe, plaatjes, vijzen… om de stabiliteit van de wervels onderling te herstellen. Bij een greffe worden tegenwoordig meestal botvervangende producten gebruikt. Soms plaatst de chirurg een wonddrain om het overtollige wondvocht te evacueren.

U ontwaakt in de uitslaapzaal (recovery) en wordt daarna naar uw kamer gebracht.

Wat gebeurt er na de operatie?

De eerste dag na de operatie begeleidt een arts of verpleegkundige u bij de eerste stappen in de kamer. Het infuus wordt dan ook verwijderd (niet bij een arthrodese) en de wonde wordt verzorgd.

De tweede dag na de operatie kunt u meestal terug naar huis. Om rugsparend te bewegen, is het belangrijk de volgende tips te volgen:

  • Let op uw houding, bewegingen en gewicht.
  • Slaap niet op uw buik en rol ’s ochtends op uw zij vooraleer u opstaat.
  • Vermijd hakken van meer dan 4 cm en sta niet te lang in dezelfde houding.
  • Zit met een rechte rug tegen de leuning van uw stoel. Probeer niet te lang te zitten.
  • Rijd de eerste 3 weken niet met de auto en rijd ook niet met iemand mee. Zorg daarna dat uw rug voldoende ondersteund is.
  • Fietsen mag al na 3 weken.
  • Onderhoud uw spieren door te wandelen.
  • Vermijd altijd bruuske bewegingen, vooral draaibewegingen.

De revalidatietijd varieert van enkele dagen tot maanden, afhankelijk van de ingreep. De behandelende arts zal beslissen of kinesitherapie noodzakelijk is.

U kunt opnieuw werken na:

  • 6 à 8 weken bij discushernia
  • 8 à 10 weken bij laminectomie
  • 10 à12 weken bij arthrodese

Ontdek meer in de brochure Wat wil ik weten voor mijn rugoperatie.

Laatst aangepast: 19 november 2021